Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..[verweerder01] ,
[verweerder02],
[verweerder03],
1..De procedure
- het verzoekschrift, met bijlagen, dat op 10 februari 2023 op de rechtbank is ontvangen;
- het verweerschrift, met tegenverzoeken, met bijlagen;
- het verweerschrift ten aanzien van de tegenverzoeken, met bijlagen;
- de pleitaantekeningen van beide partijen;
- het videofragment dat [verweerder01] tijdens de mondelinge behandeling in het geding heeft gebracht.
2..De feiten
Jij bent een interessant persoon, ga je mee stappen?’ [naam02] heeft dit als onprettig ervaren. Via haar vriend is deze opmerking bij [verweerder01] bekend geworden. Daarop heeft [verweerder01] aan [verzoeker01] gemeld dat hij dit soort opmerkingen niet meer mag maken.
1 januari 2022 (toen [verzoeker01] iets meer dan een jaar in dienst was) een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aan te bieden. Blijkbaar wogen de voorvallen daarvoor niet zo zwaar voor [verweerder01] , zodat de relevantie daarvan voor dit ontbindingsverzoek beperkt is.
3..De beslissing
- het salaris van € 1.951,31 bruto per maand, te vermeerderen met 8% vakantietoeslag en overige emolumenten, vanaf 18 januari 2023 tot het moment dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen rechtsgeldig is geëindigd;
- de wettelijke verhoging van artikel 7:625 BW over het achterstallige salaris, tot een maximum van 15% voor zover [verweerder01] met de betaling van dat salaris achterstallig is;
- de wettelijke rente van artikel 6:119 BW over het achterstallige loon vanaf het tijdstip van opeisbaarheid van de afzonderlijke salarisbetalingen tot het moment van volledige betaling;