ECLI:NL:RBROT:2023:3865
Rechtbank Rotterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vonnis in kort geding over loonvordering en verstrekking van bruto/netto specificaties
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. J.O. Bohr, en gedaagde, die niet is verschenen. Eiser vorderde onder andere betaling van achterstallig loon en de verstrekking van bruto/netto specificaties. Eiser heeft een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd die loopt van 12 september 2022 tot 12 september 2023. Hij heeft geen loon ontvangen over de maanden januari en februari 2023 en een deel van het loon van september 2022. Eiser stelt dat hij in ernstige financiële problemen verkeert door het uitblijven van de salarisbetalingen, wat de spoedeisendheid van zijn vorderingen onderstreept.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen en dat de dagvaarding correct is betekend. Hierdoor is verstek verleend. De rechter heeft de vorderingen van eiser toegewezen, omdat deze niet ongegrond of onrechtmatig zijn. Eiser heeft recht op € 8.390,- aan achterstallig loon, de wettelijke verhoging en rente, alsook de verstrekking van deugdelijke bruto/netto specificaties. De kantonrechter heeft de dwangsom voor het niet verstrekken van deze specificaties gematigd en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.