In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 21 april 2023, staat de aansprakelijkheid van [gedaagde01] centraal voor waterschade die op 17 december 2020 is ontstaan in hotelkamer 106 van MB Ulvenhout B.V. De eiseres, MB Ulvenhout, vertegenwoordigd door mr. J.M. Karstens, stelt dat de schade is veroorzaakt door onzorgvuldig handelen van [gedaagde01] en zijn partner, die seksuele handelingen in de badkamer verrichtten, waardoor water de woon-/slaapkamer is binnengelopen. De kantonrechter heeft in een eerder tussenvonnis van 7 oktober 2022 MB Ulvenhout toegelaten tot het leveren van bewijs van deze feiten. Tijdens het getuigenverhoor zijn drie getuigen gehoord, die allen bevestigden dat er water uit de badkamer in de hotelkamer was gelopen en dat dit gepaard ging met geluiden van seksuele handelingen. De kantonrechter heeft de verklaringen van de getuigen als consistent en betrouwbaar beoordeeld, en concludeert dat [gedaagde01] aansprakelijk is voor de schade. De schadevergoeding is vastgesteld op € 2.780,48, met wettelijke rente vanaf 6 september 2021. Daarnaast is [gedaagde01] veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die zijn vastgesteld op € 1.538,13. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.