ECLI:NL:RBROT:2023:3860

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
2 mei 2023
Publicatiedatum
8 mei 2023
Zaaknummer
C/10/656786 / JE RK 23-955
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige met ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen

Op 2 mei 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven in de zaak van de minderjarige [voornaam minderjarige01], geboren in 2008, die onder toezicht staat van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van de minderjarige verlengd tot 6 juni 2024 en een machtiging gesloten jeugdhulp verleend van 10 mei 2023 tot 8 juni 2023. De minderjarige verblijft momenteel op een gesloten groep bij Schakenbosch en er is nog geen concreet plan voor thuisplaatsing of doorstroming naar een open groep. De GI heeft verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en een machtiging voor gesloten jeugdhulp, omdat de minderjarige ernstige opgroei- en opvoedingsproblemen vertoont die zijn ontwikkeling belemmeren. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de gronden voor de ondertoezichtstelling aanwezig zijn en dat de gesloten jeugdhulp noodzakelijk is om te voorkomen dat de minderjarige zich aan de hulp onttrekt. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de moeder van de minderjarige, wegens ziekte, niet aanwezig kon zijn bij de zitting, wat van invloed was op de beoordeling van de zaak. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk één week voor de volgende zitting een rapportage te doen toekomen over de stand van zaken.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/656786 / JE RK 23-955
datum uitspraak: 2 mei 2023

beschikking verlenging ondertoezichtstelling en machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,

hierna te noemen de GI, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[minderjarige01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2008 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[moeder01] ,

hierna te noemen de moeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit de volgende stukken:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 24 april 2023, ingekomen bij de griffie op 26 april 2023;
- de instemmende verklaring d.d. 2 mei 2023 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 2 mei 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [voornaam minderjarige01] , bijgestaan door zijn advocaat mr. T.R. Hüpscher, waarnemend voor mr. S.R. Kwee,
- twee vertegenwoordigers van de GI, mw. [naam01] en mw. [naam02] .
Opgeroepen en niet verschenen is de moeder. De moeder is ziek en kon daarom niet verschijnen.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [voornaam minderjarige01] wordt uitgeoefend door de moeder.
[voornaam minderjarige01] verblijft op een gesloten groep bij Schakenbosch.
Bij beschikking van 31 mei 2022 is de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] verlengd tot 6 juni 2023.
Bij beschikking van 10 februari 2023 is een machtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 10 februari 2023 tot 10 mei 2023.

Het verzoek

De GI heeft verzocht de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] te verlengen voor de duur van een jaar.
De GI heeft tevens een machtiging verzocht om [voornaam minderjarige01] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en te doen verblijven, primair voor de duur van vier maanden en subsidiair voor de duur van de huidige ondertoezichtstelling, te weten tot 6 juni 2023.
De GI heeft het verzoek ter zitting gehandhaafd en als volgt toegelicht. [voornaam minderjarige01] verblijft feitelijk pas sinds 2 april 2023 gesloten op Schakenbosch. Daarvoor is hij een aantal weken vermist geweest. Daardoor is er de afgelopen weken niet heel veel gebeurd. Het doel was en is om toe te werken naar een open groep. De enige mogelijkheid daarvoor is doorstromen naar een open behandelgroep binnen Schakenbosch. Dat is nog niet gelukt omdat er enerzijds lange wachtlijsten zijn en anderzijds omdat [voornaam minderjarige01] niet open staat voor behandeling. Naast doorstromen naar een open groep is thuisplaatsing ook nog steeds een doel. Zowel [voornaam minderjarige01] als de moeder willen dit graag, maar dat is nu nog te vroeg. Dat geeft de moeder zelf ook aan. Voordat thuisplaatsing mogelijk is moet ingezet worden op hulpverlening in de thuissituatie gericht op de onderlinge band tussen [voornaam minderjarige01] en de moeder. Ook zal dagbesteding in de vorm van onderwijs en/of stage geregeld moeten zijn. De GI acht een periode van vier maanden voor de gesloten plaatsing nog noodzakelijk om een plan te maken voor de komende periode, waarbij de vrijheden en verloven van [voornaam minderjarige01] opgebouwd zullen gaan worden en de genoemde zaken geregeld kunnen gaan worden, zodat voor iedereen duidelijk is wat er van wie wordt verwacht.

Het standpunt van [voornaam minderjarige01]

Door en namens [voornaam minderjarige01] is ingestemd met een verlenging van de ondertoezichtstelling en is verweer gevoerd tegen de duur van de gesloten plaatsing. [voornaam minderjarige01] begrijpt dat hij niet direct naar huis kan, maar vindt vier maanden te lang. [voornaam minderjarige01] is teleurgesteld dat er opnieuw om een gesloten machtiging wordt verzocht, omdat hij erop gerekend had dat hij naar een open groep mocht. [voornaam minderjarige01] heeft niet het idee dat er wordt doorgepakt. Hij heeft nog geen stage en mag nog niet op verlof. Ook is er geen goed contact tussen de groep en zijn moeder. [voornaam minderjarige01] vreest dat de druk er bij de GI af gaat zijn, wanneer het verzoek voor de volledige vier maanden wordt toegewezen. Hij vindt het dan ook jammer dat zijn moeder er niet is om haar kant toe te lichten.

De beoordeling

Gelet op het feit dat er ter zitting geen verweer is gevoerd tegen een verlenging van de ondertoezichtstelling en de kinderrechter op grond van de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting van oordeel is dat de gronden van de ondertoezichtstelling zoals gesteld in art. 1:255 van het Burgerlijk Wetboek aanwezig zijn, zal de ondertoezichtstelling als onweersproken worden verlengd voor de duur van een jaar.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging gesloten jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken. De kinderrechter is van oordeel dat hiervan sprake is.
Op 10 februari 2023 is een machtiging gesloten jeugdhulp voor [voornaam minderjarige01] verleend. Deze is feitelijk pas op 2 april 2023 tenuitvoergelegd, omdat [voornaam minderjarige01] in de tussenliggende periode opnieuw is weggelopen en een tijd vermist is geweest. In combinatie met eerder wegloopgedrag en een mislukte plaatsing op de open groep van Pameijer, maken deze omstandigheden dat het niet makkelijk is om voor [voornaam minderjarige01] een passende open groep te vinden. Door telkens weg te lopen maakt [voornaam minderjarige01] geen reclame voor zichzelf. Daar komt bij dat [voornaam minderjarige01] niet gemotiveerd is om behandeling aan te gaan. Daarentegen verwacht [voornaam minderjarige01] wel van anderen, de groep en de GI, dat zij zich hard inspannen om voor hem een doorstroming naar de open groep of een thuisplaatsing te regelen. Hoewel de kinderrechter het met [voornaam minderjarige01] eens is dat hier zo snel mogelijk op ingezet moet worden, is het ook aan [voornaam minderjarige01] om zich in te spannen om aan zichzelf te werken. Zo kan hij hulp voor zichzelf accepteren en zelf op zoek gaan naar een stageplek. Hij heeft de afgelopen periode zwart bijgeklust als parketlegger en vond dit leuk werk. Mogelijk dat hij hier een stage in kan vinden.
De kinderrechter sluit zich aan bij het advies van de gedragswetenschapper dat [voornaam minderjarige01] baat heeft bij een duidelijk en concreet (stappen)plan voor de komende tijd, waarbij zowel wordt ingezet op doorstroming naar een open groep als een thuisplaatsing. In beide gevallen is het noodzakelijk dat een overplaatsing zorgvuldig plaatsvindt om een nieuwe faalervaring te voorkomen. De inzet van hulpverlening in de thuissituatie en het organiseren van dagbesteding zijn daarbij van zeer groot belang. Het is voor de motivatie van [voornaam minderjarige01] belangrijk dat hij betrokken wordt in dit proces en dat er goed met hem wordt gecommuniceerd wat hem te wachten staat en wat er van hem verwacht wordt. Ook de moeder speelt, met name bij een thuisplaatsing, een belangrijke rol. Ter zitting is gebleken dat de moeder, wegens ziekte, niet bij de zitting aanwezig kon zijn, terwijl zij wel graag haar mening had willen geven. Ook [voornaam minderjarige01] heeft in het kindgesprek aangegeven het jammer te vinden dat zijn moeder niet bij de zitting is.
Alles overwegende ziet de kinderrechter aanleiding om het verzoek om een machtiging gesloten jeugdhulp voor een kortere duur te verlenen dan verzocht. De kinderrechter zal de machtiging gesloten jeugdhulp verlenen tot 8 juni 2023 en het verzoek voor het overige aanhouden. De moeder wordt dan opnieuw in de gelegenheid gesteld haar mening te geven. Hopelijk is er tegen die tijd ook een concreet (stappen)plan opgesteld, zijn er stappen gezet in het vinden van school, hulpverlening en dagbesteding en is er meer duidelijk over het perspectief van [voornaam minderjarige01] .
De kinderrechter verzoekt de GI om uiterlijk één week voor de hierna te noemen datum een rapportage te doen toekomen omtrent de dan huidige stand van zaken en daarbij te vermelden of het resterende deel van het verzoek al dan niet wordt gehandhaafd.

De beslissing

De kinderrechter:
verlengt de ondertoezichtstelling van [voornaam minderjarige01] tot 6 juni 2024;
verklaart de beschikking tot dusver uitvoerbaar bij voorraad;
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 10 mei 2023 tot 8 juni 2023, betreffende de minderjarige [voornaam minderjarige01] ;

en alvorens verder te beslissen:

houdt de beslissing voor het overige verzochte aan en bepaalt dat het verhoor van de GI, de moeder, [voornaam minderjarige01] en mr. S.R. Kwee in deze zaak zal plaatsvinden op
7 juni 2023 te 16.30 uurin het
gerechtsgebouw te Rotterdam, Wilhelminaplein 100/125;
de zaak zal op genoemde datum en tijdstip, behoudens onvoorziene omstandigheden, worden behandeld door mr. K.T.F. Chocolaad-de Bos, kinderrechter;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping van de GI, de moeder en mr. S.R. Kwee;
gelast de oproeping van [voornaam minderjarige01] tegen voormelde zittingsdatum en tijdstip;
verzoekt de GI uiterlijk één week voor de genoemde datum de kinderrechter (met afschrift aan de moeder en mr. S.R. Kwee) de verzochte rapportage te doen toekomen.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 2 mei 2023 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.C.J. Holierhoek als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 4 mei 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.