ECLI:NL:RBROT:2023:3820
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van bestuursbesluit door college van B&W Rotterdam na gewijzigde regelgeving
Op 9 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak waarbij het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (het college) een eerder besluit heeft herroepen. Dit besluit was genomen naar aanleiding van gewijzigde regelgeving. De opposante, die eerder beroep had ingesteld tegen het besluit van 3 mei 2022, had verzet aangetekend tegen de uitspraak van 3 februari 2023, waarin haar verzoek om proceskostenvergoeding was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat het college het bestreden besluit had ingetrokken vanwege gewijzigde regelgeving, en niet vanwege een aan het bestuursorgaan te wijten onrechtmatigheid. De rechtbank concludeerde dat er geen twijfel was ontstaan over de buiten-zittinguitspraak en verklaarde het verzet ongegrond.
De zaak begon met een bestuurlijke boete die aan de opposante was opgelegd op 15 januari 2019. Het college verklaarde het bezwaar van de opposante niet-ontvankelijk, en de rechtbank had eerder het beroep van de opposante ongegrond verklaard. De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State vernietigde echter het besluit van het college en droeg hen op een nieuw besluit te nemen. Het college trok uiteindelijk het bestreden besluit in, wat leidde tot de huidige procedure.
De opposante voerde in verzet aan dat de wijziging van de regelgeving al van toepassing was in 2021 en dat het college had nagelaten het bestreden besluit tijdig in te trekken. De rechtbank oordeelde echter dat de intrekking van het besluit niet te maken had met een onrechtmatigheid van het bestuursorgaan, maar met gewijzigde regelgeving. Hierdoor was er geen recht op proceskostenvergoeding. De rechtbank bevestigde dat de buiten-zittinguitspraak in stand bleef en dat het verzet ongegrond was.