Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
DutchFinance,
[bedrijf01],
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 november 2022, met bijlagen;
- de akte vermindering eis van Volkswagen;
- het antwoord, met een bijlage;
- de repliek;
- de dupliek, met bijlagen.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 28 april 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Volkswagen Pon Financial Services B.V. en [gedaagde01] betreffende een financial leaseovereenkomst. De eiser, Volkswagen, vorderde betaling van een bedrag van € 21.641,50 van de gedaagde, [gedaagde01], na het total loss raken van een geleasede auto. De partijen hadden op 3 december 2020 een leaseovereenkomst gesloten, waarbij [gedaagde01] zich verplichtte om gedurende 60 maanden het aankoopbedrag en kredietvergoeding te betalen. Door de brand op 5 december 2020 werd de auto total loss, wat leidde tot de eis van Volkswagen om het resterende bedrag in één keer te betalen. De kantonrechter heeft de vordering van Volkswagen toegewezen, aangezien [gedaagde01] de eis niet betwistte.
Daarnaast vorderde Volkswagen vergoeding voor buitengerechtelijke kosten, die ook werd toegewezen. De kantonrechter oordeelde dat Volkswagen recht had op vergoeding van deze kosten, omdat er ten minste één aanmaning was verstuurd. De berekening van de buitengerechtelijke kosten werd echter gecorrigeerd, waarbij rekening werd gehouden met een eerdere betaling van [gedaagde01]. De kantonrechter heeft ook de wettelijke handelsrente toegewezen, maar niet over de buitengerechtelijke kosten, omdat Volkswagen niet had aangetoond dat deze kosten al waren betaald aan haar gemachtigde.
Tot slot werd [gedaagde01] veroordeeld in de proceskosten, die door de kantonrechter zijn vastgesteld op een totaalbedrag van € 2.577,71. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en de kantonrechter moedigde [gedaagde01] aan om contact op te nemen met Volkswagen voor een mogelijke betalingsregeling.