Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond,
[naam kind01] ,
[naam01] ,
Het procesverloop
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat;
- een vertegenwoordiger van de GI, [naam02] ;
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de kinderrechter op 21 februari 2023 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van de minderjarige [naam kind01]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond (GI) had verzocht om de machtiging te verlengen voor de duur van zes maanden, omdat er ernstige zorgen waren over de opvoedmogelijkheden van de moeder. De moeder, die momenteel geen eigen woning heeft en deels verblijft in een daklozenopvang, heeft moeite om de adviezen van de GI op te volgen. Tijdens de bezoekmomenten met haar kind vertoont [naam kind01] zorgelijk gedrag, zoals huilen en verstijven bij het zien van de moeder. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder, haar advocaat en vertegenwoordigers van de GI aanwezig waren.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de zorgen over de moeder's opvoedcapaciteiten ernstig zijn. Ondanks de liefde voor haar kind, is de moeder niet in staat om aan de behoeften van [naam kind01] te voldoen. De kinderrechter heeft ook opgemerkt dat de moeder in het verleden in een GGZ-instelling verbleef vanwege haar psychische toestand, wat complicaties met zich meebrengt voor de zorg voor haar kind. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van [naam kind01] is om de uithuisplaatsing te continueren, gezien de huidige omstandigheden en de noodzaak voor verdere begeleiding en ondersteuning.
De kinderrechter heeft de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind01] in een pleegzorgvoorziening verlengd tot 1 september 2023. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en er is een mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.