ECLI:NL:RBROT:2023:358
Rechtbank Rotterdam
- Verschoning
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een verschoningsverzoek in een kort geding procedure
In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 januari 2023 een verzoek tot verschoning toegewezen. De gedaagde partij, een notarispraktijk, is een bekende van de rechter, mr. R.R. Roukema, die een verzoek heeft ingediend om zich te mogen verschonen in de kort geding procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter, ondanks zijn aanstelling en het vermoeden van onpartijdigheid, in dit geval een verzoek tot verschoning heeft ingediend vanwege de relatie met de gedaagde. Dit is een uitzonderlijke omstandigheid die aanleiding geeft tot de vrees dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de rechter subjectief niet onpartijdig is, maar dat de objectieve vrees voor onpartijdigheid wel gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de rechter zich niet verder zal bemoeien met de behandeling van de zaak. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is ondertekend door de griffier.