ECLI:NL:RBROT:2023:358

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 januari 2023
Publicatiedatum
23 januari 2023
Zaaknummer
650987 / HA RK 23-42
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verschoning
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van een verschoningsverzoek in een kort geding procedure

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 januari 2023 een verzoek tot verschoning toegewezen. De gedaagde partij, een notarispraktijk, is een bekende van de rechter, mr. R.R. Roukema, die een verzoek heeft ingediend om zich te mogen verschonen in de kort geding procedure. De rechtbank heeft vastgesteld dat de rechter, ondanks zijn aanstelling en het vermoeden van onpartijdigheid, in dit geval een verzoek tot verschoning heeft ingediend vanwege de relatie met de gedaagde. Dit is een uitzonderlijke omstandigheid die aanleiding geeft tot de vrees dat de onpartijdigheid van de rechter in het geding zou kunnen komen. De rechtbank heeft de aangevoerde omstandigheden zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat er geen aanwijzingen zijn dat de rechter subjectief niet onpartijdig is, maar dat de objectieve vrees voor onpartijdigheid wel gerechtvaardigd is. Daarom is het verzoek tot verschoning toegewezen, wat betekent dat de rechter zich niet verder zal bemoeien met de behandeling van de zaak. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is ondertekend door de griffier.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Meervoudige kamer voor verschoningszaken
Zaaknummer / rekestnummer : 650987 / HA RK 23-42
Beslissing van 18 januari 2023
op het verzoek van:
mr. R.R. Roukema,
rechter in de rechtbank Rotterdam, team kanton 2 (hierna: de rechter),
ertoe strekkende zich te mogen verschonen in de zaak van:
[naam eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres,
gemachtigde mr. S. Bakker,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NOTARISPRAKTIJK MR. [naam] B.V.
h.o.d.n. [naam] NOTARIS,
gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats] ,
gedaagde.

1.Het procesverloop en de processtukken

1.1.
De gemachtigde van eiseres heeft bij de rechtbank een aanvraag ingediend voor dagbepaling voor het kort geding tegen gedaagde. Bij brief van de griffier van 11 januari 2023 is aan de gemachtigde van eiseres meegedeeld dat het kort geding zal worden behandeld op 2 februari 2023 door de rechter. Het kort geding heeft als kenmerk 10275644 VV EXPL 23-1.
1.2.
Op 12 januari 2023 heeft de rechter een schriftelijk verzoek tot verschoning gedaan.
1.3.
Aan de verschoningskamer is ter beschikking gesteld het dossier van de hiervoor omschreven kort geding procedure.

2.Het verzoek

2.1.
Ter adstructie van het verzoek om verschoning heeft de rechter – verkort en zakelijk weergegeven – het volgende aangevoerd:
2.1.1.
Notaris [naam] is een bekende van de rechter. Zij hebben tot voor kort deel uitgemaakt van de Kamer voor het Notariaat.

3.De beoordeling

3.1.
Verschoning is een middel ter verzekering van de onpartijdigheid van de rechter. Voorop dient te staan dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling moet worden vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen die zwaarwegende aanwijzingen opleveren voor het oordeel dat een rechter jegens een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij deze partij dienaangaande bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.2.
Aan de door de rechter aangevoerde omstandigheden valt geen aanwijzing te ontlenen voor het oordeel dat de rechter - subjectief - niet onpartijdig is.
3.3.
Te onderzoeken staat vervolgens of de aangevoerde omstandigheden niettemin een zwaarwegende aanwijzing opleveren voor het oordeel dat de vrees dat de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden - objectief - gerechtvaardigd is.
3.4.
De door de rechter aangevoerde omstandigheid, in samenhang met het gegeven dat de rechter daarin aanleiding heeft gevonden zelf een verzoek in te dienen zich te mogen verschonen van de verdere behandeling van de zaak, levert naar het oordeel van de rechtbank op zichzelf een zwaarwegende aanwijzing als hiervoor onder 3.3 bedoeld op.
3.5.
Het verzoek wordt om deze reden toegewezen.

4.De beslissing

De rechtbank:
- wijst toe het verzoek van mr. R.R. Roukema zich in de kort geding procedure van eiseres tegen gedaagde met kenmerk 10275644 VV EXPL 21-1 te mogen verschonen.
Deze beslissing is gegeven door mr. W.J.J. Wetzels, voorzitter, mr. L.E.M. Wilbers-Taselaar en mr. E.I. Mentink, rechters en door de voorzitter en J.A. Faaij, griffier ondertekend op 18 januari 2023.