Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[gedaagde 1] ,
[gedaagde 2],
[gedaagde 3],
1.Het verdere verloop van de procedure
- verzoek van 8 december 2022 van de voormalige advocaat van [eiser] om de op 31 januari 2023 bepaalde nadere mondelinge behandeling op een andere datum vast te stellen wegens verblijf van de advocaat in het buitenland;
- het bezwaar van de advocaat van [gedaagde 1] c.s. van 8 december 2012 tegen dat verzoek;
- het e-mailbericht van de griffier van de rechtbank van 9 december 2022 aan partijen dat het verzoek tot uitstel van de mondelinge behandeling wordt afgewezen;
- de op 2 januari 2023 ingediende akte overlegging producties van [gedaagde 1] c.s., met producties 35 en 36;
- verzoek van de voormalige advocaat van [eiser] van 5 januari 2023 om de zitting van 31 januari 2023 tot nader order aan te houden wegens persoonlijke omstandigheden van [eiser] ;
- de reactie van de advocaat van [gedaagde 1] c.s. van 6 januari 2023 houdende bezwaar tegen het aanhoudingsverzoek;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 12 januari 2023 dat het verzoek tot aanhouding van de mondelinge behandeling van 31 januari 2023 niet wordt gehonoreerd;
- de e-mail van de voormalige advocaat van [eiser] van 13 januari 2023 waarin nogmaals om aanhouding van de zitting wordt verzocht;
- de reactie bij e-mail van 13 januari 2023 van de advocaat van [gedaagde 1] c.s. om het herhaalde aanhoudingsverzoek van [eiser] niet te honoreren;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 16 januari 2023, waarin is bepaald dat zoals eerder al aan partijen was meegedeeld, de zitting van 31 januari 2023 in beginsel zal doorgaan;
- het e-mailbericht met een addendum van de voormalige advocaat van [eiser] van 16 januari 2023;
- het e-mailbericht van de rechtbank aan partijen van 23 januari 2023;
- het B2-formulier van 26 januari 2023 van de zijde van [eiser] , waarin de voormalige advocaat van [eiser] zich als advocaat onttrekt en wordt meegedeeld dat de huidige opvolgend advocaat van [eiser] hierover is geïnformeerd en op de gevolgen van de onttrekking is gewezen;
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 31 januari 2023 met bijlage;
- de op 1 maart 2023 ingediende akte van [eiser] .
2.Verdere beoordeling
In zijn berekening telt [eiser] immers alleen de geel gearceerde bedragen van de door hem genoemde acht posten op (de bedragen die volgens opgave van [gedaagde 1] c.s. zijn uitgegeven ná de investering door [eiser] op 13 september 2028) tot een bedrag van € 86.697,31, terwijl de acht posten ook transacties omvatten die niet geel gearceerd zijn maar waaraan het geld van [eiser] ook kan zijn besteed.
€ 10.580,00(4,0 punten* × tarief VI, € 2.645,00)