ECLI:NL:RBROT:2023:3525

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
31 maart 2023
Publicatiedatum
25 april 2023
Zaaknummer
10213911 / CV EXPL 22-36167
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot doorhaling en proceskostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam, heeft Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. een verzoek ingediend tot doorhaling van de zaak tegen een gedaagde die zelf procedeert. De zaak betreft een vordering van Zilveren Kruis om een bedrag van € 802,93 met rente te vorderen van de gedaagde. Echter, na het indienen van een akte doorhaling door Zilveren Kruis, heeft de gedaagde aangegeven het niet eens te zijn met deze doorhaling. De kantonrechter heeft geoordeeld dat op grond van artikel 246 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering een zaak op verzoek van partijen kan worden doorgehaald, maar dat een eenzijdig verzoek niet mogelijk is. Aangezien Zilveren Kruis heeft aangegeven niet verder te willen procederen, wordt de vordering afgewezen en moet Zilveren Kruis de proceskosten van de gedaagde betalen.

In reconventie heeft de gedaagde een tegenvordering ingesteld, waarbij hij een schadevergoeding van € 10,00 vorderde en een verbod op Zilveren Kruis om hem te verhinderen over te stappen naar een andere zorgverzekeraar. De kantonrechter heeft deze tegenvordering afgewezen, omdat de gedaagde niet heeft onderbouwd dat hij immateriële schade heeft geleden en de materiële schade reeds was inbegrepen in de proceskostenveroordeling in conventie. De proceskosten in reconventie zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten betaalt. Het vonnis is uitgesproken op 31 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10213911 / CV EXPL 22-36167
datum uitspraak: 31 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd in Utrecht,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
gemachtigde: GGN Mastering Credit B.V. te Rotterdam,
tegen
[gedaagde01],
wonende in [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
Partijen worden hierna ‘Zilveren Kruis’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 16 november 2022, met bijlagen;
  • het mondelinge en schriftelijke antwoord met een eis in reconventie (tegeneis), met bijlagen;
  • de akte doorhaling van Zilveren Kruis;
  • de e-mail van 28 januari 2023 van [gedaagde01] , waarin hij schrijft het niet eens te zijn met doorhaling van de zaak;
  • de akte van Zilveren Kruis.

2..De beoordeling

in conventie
De vordering van Zilveren Kruis wordt afgewezen.
2.1.
Zilveren Kruis vorderde aanvankelijk dat [gedaagde01] zou worden veroordeeld om een bedrag van in totaal € 802,93 met rente aan haar te betalen. Bij akte doorhaling heeft Zilveren Kruis - naar aanleiding van het antwoord van [gedaagde01] - de kantonrechter echter bericht dat zij deze zaak wil laten doorhalen op de rol. [gedaagde01] heeft niet met doorhaling van de zaak ingestemd.
2.2.
Op grond van artikel 246 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (‘Rv’) wordt op verlangen van partijen de zaak op de rol doorgehaald. Doorhaling op eenzijdig verzoek is niet mogelijk. Het afzien van Zilveren Kruis om verder te procederen wordt zo begrepen dat zij haar vordering tegen [gedaagde01] niet langer handhaaft. De vordering van Zilveren Kruis wordt daarom afgewezen.
Zilveren Kruis moet de proceskosten van [gedaagde01] betalen.
2.3.
Zilveren Kruis wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag vast op € 50,00 aan reis-, verblijf- en verletkosten, omdat [gedaagde01] op de rolzitting van 29 november 2022 is verschenen.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
2.4.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).
in reconventie
De tegeneis van [gedaagde01] wordt afgewezen.
2.5.
[gedaagde01] heeft een tegenvordering ingesteld. [gedaagde01] vordert dat Zilveren Kruis wordt veroordeeld om een schadevergoeding van in totaal € 10,00 (bestaande uit € 1,00 immateriële schade en € 9,00 materiële schade) aan hem te betalen en dat [gedaagde01] wil dat het Zilveren Kruis wordt verboden om [gedaagde01] te verhinderen over te stappen naar een andere zorgverzekeraar.
2.6.
De tegenvordering van [gedaagde01] wordt afgewezen. In de eerste plaats heeft [gedaagde01] niet onderbouwd dat hij immateriële schade heeft geleden. Verder is de vergoeding van de door hem gestelde materiële schade - waar [gedaagde01] aan ten grondslag heeft gelegd dat hij op de dagvaarding heeft moeten reageren - bij de proceskostenveroordeling in conventie inbegrepen. Tot slot blijkt nergens uit dat Zilveren Kruis [gedaagde01] verhindert om naar een andere zorgverzekeraar over te stappen. Als Zilveren Kruis [gedaagde01] al zou verhinderen naar een andere zorgverzekeraar over te stappen, dan is overigens ook niet gebleken zij dit op verkeerde en/of onrechtmatige gronden zou doen.
De proceskosten worden gecompenseerd.
2.7.
In de omstandigheden van het geval ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten in reconventie te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt.

3..De beslissing

De kantonrechter:
in conventie
3.1.
wijst de vordering af;
3.2.
veroordeelt Zilveren Kruis in de proceskosten die aan de kant van [gedaagde01] tot vandaag worden vastgesteld op € 50,00;
3.3.
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
in reconventie
3.4.
wijst de vordering af;
3.5.
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten betaalt.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.J.J. Wetzels en in het openbaar uitgesproken.
38671