ECLI:NL:RBROT:2023:3491
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Planschade door de bouw van de hoogste woontoren van Rotterdam en de voorzienbaarheid van schade
Op 3 mei 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een geschil over planschade in verband met de bouw van de hoogste woontoren van Rotterdam. De eiser, [eiser01], had een verzoek ingediend om tegemoetkoming in planschade, die hij stelde te hebben geleden door de inwerkingtreding van het bestemmingsplan 'Gedempte Zalmhaven'. Dit bestemmingsplan, dat op 9 augustus 2017 in werking trad, leidde volgens eiser tot een waardevermindering van zijn appartement in Rotterdam met € 100.000,-. De gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door het college van burgemeester en wethouders, had echter slechts een tegemoetkoming van € 18.000,- toegekend, wat eiser te laag vond. De rechtbank heeft de zaak gevoegd behandeld met een andere zaak van [C.V. en B.V.01], die ook planschade claimde en van mening was dat er geen tegemoetkoming moest worden toegekend aan eiser.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de aanvraag van eiser voor tegemoetkoming in planschade niet in aanmerking kwam, omdat er sprake was van volledige voorzienbaarheid ten tijde van de aankoop van het appartement. De rechtbank oordeelde dat een redelijk denkend en handelend koper op basis van het Binnenstadsplan en andere beleidsdocumenten had kunnen begrijpen dat de bouw van hoogbouw in de omgeving voorzienbaar was. De rechtbank vernietigde de bestreden besluiten van de gemeente en wees de aanvraag van eiser af, terwijl het beroep van [C.V. en B.V.01] gegrond werd verklaard. De rechtbank oordeelde dat de gemeente de kosten van het griffierecht aan beide partijen moest vergoeden, maar dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling, gezien de samenhang met andere zaken.