Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
[handelsnaam01],
1.De procedure
2.De feiten
Indien de werknemer arbeidsongeschikt is, ontvangt hij een aanvulling op de wettelijke loondoorbetalingsverplichting van artikel 7:629 BW tot 100%, […]”
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die diende als kort geding, heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2023 uitspraak gedaan in een loonvordering van eiser [eiser01] tegen gedaagde [gedaagde01]. Eiser, die sinds 19 februari 2018 als koerier in dienst was van gedaagde, vorderde achterstallig loon over de maanden december 2022 en januari 2023, alsook een doorbetaling van zijn salaris tijdens ziekte. Eiser was ziek uitgevallen op 13 juni 2022 en had in de maanden december 2022 en januari 2023 geen salaris ontvangen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat gedaagde niet is verschenen en heeft verstek verleend. Eiser heeft zijn vordering onderbouwd met verwijzingen naar de arbeidsovereenkomst en de toepasselijke cao, waarin is bepaald dat hij recht heeft op loondoorbetaling van 100% tijdens ziekte.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de vorderingen van eiser aannemelijk zijn en heeft deze toegewezen. Eiser heeft recht op € 4.028,22 bruto aan achterstallig loon, te vermeerderen met vakantietoeslag en wettelijke verhoging. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten van € 560,05 toegewezen. De proceskosten zijn vastgesteld op € 615,00, die door gedaagde aan de gemachtigde van eiser moeten worden betaald. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de financiële situatie van eiser en zijn gezin, waardoor hij belang heeft bij een snelle betaling van de vordering.