ECLI:NL:RBROT:2023:3329

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
18 april 2023
Publicatiedatum
21 april 2023
Zaaknummer
ROT 22/3248
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de mate van arbeidsongeschiktheid voor WIA-uitkering en de geschiktheid van geduide functies

In deze zaak heeft de rechtbank Rotterdam op 18 april 2023 uitspraak gedaan in het geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. P.K.B. Palazzi, en het UWV, vertegenwoordigd door mr. T. Rook. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de beslissing van het UWV, dat haar een loongerelateerde WGA-uitkering had toegekend met een mate van arbeidsongeschiktheid van 64,08%. Eiseres was van mening dat het UWV onvoldoende rekening had gehouden met haar gezondheidsklachten en beperkingen, die volgens haar zowel psychisch als fysiek van aard waren. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 4 april 2023, waarbij eiseres en haar gemachtigde, evenals de gemachtigde van het UWV, aanwezig waren.

De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV de mate van arbeidsongeschiktheid op 27 januari 2022 correct heeft vastgesteld. De verzekeringsarts B&B heeft de medische belastbaarheid van eiseres op overtuigende wijze gemotiveerd en de rechtbank heeft geen reden gevonden om aan de geschiktheid van de geduide functies te twijfelen. Eiseres had aangevoerd dat haar psychische klachten en de bijwerkingen van haar medicatie niet voldoende waren meegenomen in de beoordeling, maar de rechtbank oordeelde dat de FML voldoende rekening hield met deze klachten.

Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat het UWV terecht heeft besloten om eiseres per 27 januari 2022 een WIA-uitkering toe te kennen naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 64,08%. Het beroep van eiseres is ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk heeft gekregen in deze procedure. De rechtbank heeft ook bepaald dat de proceskosten niet vergoed worden, omdat eiseres in beroep geen gelijk heeft gekregen.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM
Inloopteam bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/3248

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.K.B. Palazzi),
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(hierna: het UWV), verweerder
(gemachtigde: mr. T. Rook).

Inleiding

Het UWV heeft de aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) toegewezen en eiseres een loongerelateerde WGA [1] -uitkering toegekend, waarbij de mate van arbeidsongeschiktheid is vastgesteld op 62,49%.
In bezwaar heeft het UWV dit besluit gewijzigd. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 64,08%.
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen deze beslissing op bezwaar (het bestreden besluit) van 9 juni 2022.
Het UWV heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift en een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep (verzekeringsarts B&B).
Eiseres en het UWV hebben nadere stukken ingediend.
De rechtbank heeft het beroep op 4 april 2023 met behulp van een beeld- en telefonische verbinding op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres en de gemachtigde van het UWV.

Wat ging aan deze procedure vooraf

1. Eiseres heeft voor het laatst gewerkt als afdelingssecretaresse voor gemiddeld 31,95 uur per week. Op 30 januari 2020 heeft eiseres zich ziekgemeld voor dit werk vanwege gezondheidsklachten.
2. Eiseres heeft een aanvraag voor een uitkering op grond van de Wet WIA gedaan. Het UWV heeft na medisch en arbeidskundig onderzoek de besluiten genomen die in de inleiding zijn genoemd.

Wat vindt het UWV

3. Het UWV vindt dat eiseres op 27 januari 2022 voor 64,08% arbeidsongeschikt is en heeft daarom besloten om een loongerelateerde WGA-uitkering met ingang van die datum toe te kennen.
4. Het UWV heeft de medische grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een verzekeringsarts B&B van 2 juni 2022. De medische belastbaarheid van eiseres is opgenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 2 juni 2022.
5. Het UWV heeft de arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit gebaseerd op het rapport van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep (arbeidsdeskundige B&B) van 8 juni 2022.

Wat vindt eiseres

6. Eiseres is het niet eens met het UWV. Zij stelt dat het UWV geen dan wel onvoldoende rekening heeft gehouden met haar klachten c.q. beperkingen. De velerlei psychische klachten hebben een weerslag op het lichaam waardoor eiseres ook last heeft van hevige fysieke klachten. De psychische klachten zijn complex en de behandeling is intensief en langdurig. Eiseres stelt dat hier geen rekening mee gehouden is. Verder is zij van mening dat het UWV geen rekening heeft gehouden met de bijwerkingen van haar medicatie. De medicatie die eiseres gebruikt, belemmert haar in haar functioneren. Het maakt haar vrijwel de gehele dag suf, en zij ervaart concentratie- en geheugenproblemen. Tevens is eiseres van mening dat er geen of onvoldoende rekening is gehouden met een zeer beperkte zelfstandigheid, herinneren, disfunctioneren in samenlevingsverbanden en sociale contacten, zelfverzorging, handelingstempo in het dagelijks functioneren, hanteren van emotionele problemen van anderen, samenwerken met anderen, zelfstandig reizen (fiets, auto, openbaar vervoer), werken met muis en/of toetsenbord, concentratieproblemen en paniekaanvallen/hoofdpijn, staan tijdens werk en omgaan met conflicten. Ter onderbouwing van haar standpunten wijst eiseres onder meer op de uitslag van de door haar ingevulde vragenlijst SCID en SMI en een brief van de huisarts.
7. Eiseres stelt dat zij momenteel niet in staat is zich op de arbeidsmarkt te begeven dan wel enigszins mee te kunnen werken aan enige re-integratieactiviteiten. Ter zitting heeft eiseres verduidelijkt dat zij hiermee primair bedoelt dat zij geen benutbare mogelijkheden heeft en subsidiair dat haar beperkingen in de FML zijn onderschat.

Wat vindt de rechtbank

8. De vraag is of het UWV terecht stelt dat eiseres 64,08% arbeidsongeschikt is. De rechtbank moet die vraag beantwoorden aan de hand van wat eiseres daartegen in heeft gebracht. Belangrijk punt is dat het gaat om de medische toestand van eiseres op 27 januari 2022 en de vraag welke beperkingen daaruit volgen.
9. De rechtbank vindt dat het UWV terecht heeft beslist dat eiseres op 27 januari 2022 voor 64,08% arbeidsongeschikt is en recht heeft op een WIA-uitkering naar dat percentage. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.
Medische grondslag van het bestreden besluit
10. De rechtbank is van oordeel dat de verzekeringsarts B&B de medische belastbaarheid van eiseres op 27 januari 2022 in de rapporten van 2 juni 2022 en 14 oktober 2022 op inhoudelijk overtuigende wijze en zonder tegenstrijdigheden heeft gemotiveerd. De verzekeringsarts B&B heeft inzichtelijk gemotiveerd waarom eiseres niet voldoet aan de voorwaarden voor een situatie van geen benutbare mogelijkheden. Eiseres is niet langdurig opgenomen, ADL [2] afhankelijk of bedlegerig. Ook is geen sprake van een situatie van persoonlijk en sociaal disfunctioneren als gevolg van een ernstige psychiatrische aandoening. Verder heeft de verzekeringsarts B&B toegelicht dat en waarom in de FML in voldoende mate rekening is gehouden met de psychische klachten van eiseres. In de FML zijn hiervoor beperkingen opgenomen in de rubrieken persoonlijk en sociaal functioneren, waarin ook de concentratieproblemen zijn verdisconteerd. De oogklachten van eiseres leveren volgens de verzekeringsarts B&B geen aanvullende beperking op, omdat deze problemen gecorrigeerd kunnen worden. Wel meent de verzekeringsarts B&B dat er vanwege de spataderen een aanvullende beperking moet worden aangenomen voor het staan. Ten aanzien van de (overige) fysieke klachten heeft de verzekeringsarts B&B toegelicht dat deze voortkomen uit de spanningsklachten en niet uit pathologie en dat hiermee in de FML voldoende rekening is gehouden. In het aanvullende rapport van 14 oktober 2022 heeft de verzekeringsarts B&B naar aanleiding van het beroep nader toegelicht dat de omstandigheid dat eiseres niet goed functioneert in samenlevingsverband en sociale contacten niet maakt dat sprake is van een situatie van geen benutbare mogelijkheden of dat zwaardere beperkingen moeten worden aangenomen. Daarnaast heeft zij toegelicht dat in de FML voldoende rekening is gehouden met de psychische klachten van eiseres, haar medicatie en het staan tijdens het werk. Ook heeft zij toegelicht waarom zij geen aanvullende beperkingen heeft aangenomen voor zelfstandig functioneren, zelfverzorging, het hanteren van emotionele problemen van derden en het werken met toetsenbord en muis. De rechtbank kan de toelichting van de verzekeringsarts B&B volgen.
11. De rechtbank is verder van oordeel dat verzekeringsarts B&B in het nadere rapport van 24 maart 2023 voldoende heeft gemotiveerd dat de medische informatie die eiseres in beroep heeft ingestuurd geen aanleiding geeft om de FML aan te passen. De verzekeringsarts B&B heeft inzichtelijk toegelicht dat los van de vraag of de informatie ziet op de datum van 27 januari 2022, de uitslag van de vragenlijsten SCID en SMI geen objectieve onderzoeksbevindingen bevat en niets zegt over de prognose of mogelijkheid te kunnen re-integreren. De informatie van de huisarts werpt geen ander licht op de zaak wat betreft de belastbaarheid of prognose op 27 januari 2022. De rechtbank ziet dan ook geen aanleiding te twijfelen aan de medische belastbaarheid van eiseres zoals de verzekeringsarts B&B die heeft vastgesteld.
Arbeidskundige grondslag van het bestreden besluit
12. Uitgaande van de juistheid van de medische beperkingen die bij eiseres zijn vastgesteld, ziet de rechtbank in wat eiseres heeft aangevoerd geen reden om de geschiktheid van de geduide functies in twijfel te trekken.
13. De arbeidsdeskundige B&B heeft berekend dat eiseres op 27 januari 2022 met de middelste van de drie voor de schatting gebruikte functies 35,92% kan verdienen van het loon dat zij verdiende met haar eigen werk, zodat zij voor de overige 64,08% arbeidsongeschikt is.

Conclusie en gevolgen

14. Het UWV heeft terecht besloten om eiseres per 27 januari 2022 een WIA-uitkering toe te kennen naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 64,08%.
15. Het beroep van eiseres is ongegrond. Dit betekent dat zij geen gelijk krijgt. Omdat eiseres in beroep geen gelijk krijgt, worden de door haar gemaakte proceskosten of het betaalde griffierecht niet vergoed.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan op 18 april 2023 door mr. S.E.C. Debets, rechter, in aanwezigheid van mr. J.B.C. Hoeksel, griffier.
griffier
rechter
De uitspraak is verzonden op
en zal binnen een week na deze datum openbaar gemaakt worden door publicatie op rechtspraak.nl.

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.WGA = Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten.
2.ADL = Algemene Dagelijkse Levensverrichtingen.