ECLI:NL:RBROT:2023:3293

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 april 2023
Publicatiedatum
20 april 2023
Zaaknummer
C/10/651938 / KG ZA 23-77
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Aanbestedingsrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot herbeoordeling van aanbesteding in kort geding

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 17 april 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BAAS B.V. en de gedaagden EVIDES N.V. en STEDIN NETBEHEER B.V. De eiser, BAAS B.V., vorderde herbeoordeling van de gunningsbeslissing van een aanbesteding voor het aanleggen van drinkwater- en elektriciteitsverbindingen. BAAS B.V. was niet geselecteerd voor de gunning, omdat haar inschrijving niet voldeed aan de minimumdrempel voor bepaalde subgunningscriteria. De rechtbank oordeelde dat er geen reden was voor herbeoordeling van de inschrijving, omdat de beoordelingscommissie de scoringsmethodiek correct had toegepast en de inschrijving van BAAS B.V. terecht terzijde was gelegd. De rechtbank benadrukte dat de aanbestedingsprocedure diende te voldoen aan de beginselen van gelijkheid en transparantie, en dat de inschrijvers dezelfde kansen moesten krijgen. De vorderingen van BAAS B.V. werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten. De vordering van de tussenkomende partij, SIERS LEIDING- EN MONTAGEPROJECTEN OLDENZAAL B.V., werd impliciet toegewezen, omdat de rechtbank geen reden zag om de gunning opnieuw te beoordelen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/651938 / KG ZA 23-77
Vonnis in kort geding van 17 april 2023
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BAAS B.V.,
gevestigd te Capelle aan den IJssel,
eiseres,
advocaat mr. M.M. Fimerius te Rijswijk Zh,
tegen
1. de naamloze vennootschap
EVIDES N.V.,
gevestigd te Rotterdam,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
STEDIN NETBEHEER B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
gedaagden,
advocaten mr. T. van Wijk en mr. H.F. Mauer-Dogan te Arnhem.
waarin is tussengekomen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
SIERS LEIDING- EN MONTAGEPROJECTEN OLDENZAAL B.V.
gevestigd te Oldenzaal,
tussenkomende partij,
advocaten mr. A.E. Broesterhuizen en mr. drs. H. Plas te Deventer,
Eisende partij wordt hierna aangeduid als ‘Baas’. Gedaagden worden gezamenlijk in enkelvoud aangeduid als ‘Stedin’ en ieder afzonderlijk als ‘Evides’ en ‘Stedin Netbeheer’. De gevoegde partij wordt verder aangeduid als ‘Siers’.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 1 februari 2023, met producties 1 tot en met 19
  • de akte wijziging van eis en overlegging aanvullende producties, met producties 20 tot en met 23
  • de conclusie van antwoord, met producties A tot en met E
  • de incidentele conclusie tot tussenkomst, subsidiair voeging van Siers
1.2.
Op 27 maart 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden, gelijktijdig met mondelinge behandeling in de zaak van Rasenberg Kabels en Leidingen B.V. (hierna: Rasenberg) tegen Stedin (651935 / 23-76). Rasenberg is deelnemer aan dezelfde aanbestedingsprocedure als Baas, maar voor het andere perceel.
1.3.
Siers heeft voorafgaand aan de mondelinge behandeling een incidentele conclusie ingediend. Daarin vordert zij primair om tussen te komen in dit kort geding en subsidiair om zich te voegen aan de zijde van Stedin. Tijdens de mondelinge behandeling hebben Baas en Stedin verklaard geen bezwaar te hebben tegen de tussenkomst/voeging. Omdat Siers een van de partijen is aan wie de opdracht voorlopig is gegund, kan zij nadelige gevolgen ondervinden van een voor Stedin ongunstige uitkomst van dit kort geding. Daarmee heeft zij voldoende belang bij de gevorderde tussenkomst en heeft de voorzieningenrechter deze toegestaan. Deze beslissing is reeds tot uitdrukking gebracht in de kop van dit vonnis.
1.4.
De mondelinge behandeling is vervolgens inhoudelijk voortgezet waarbij de advocaten van Rasenberg, Stedin, Baas en Siers een pleitnota hebben overgelegd en voorgedragen.

2..De feiten

2.1.
Netbeheerders Enduris B.V. en Stedin Netbeheer B.V. (per 1 januari 2022 tezamen Stedin Netbeheer B.V.) zijn op 13 mei 2020 samen met waterbedrijf Evides N.V. een Europese aanbestedingsprocedure gestart. Het doel van deze procedure was het sluiten van raamovereenkomsten met meerdere partijen voor het aanleggen, vervangen, verplaatsen en verwijderen van verbindingen en aansluitingen voor drinkwater, elektra, gas, HFC (hybrid fibre coaxial) en telecom.
2.2.
De aanbesteding is uitgezet voor twee percelen, het perceel Zeeland Noord & Rijnmond (zes raamovereenkomsten) en het perceel Zeeland Zuid (twee raamovereenkomsten). De beoogde ingangsdatum van de raamovereenkomsten was 1 april 2023 en de raamovereenkomsten hebben een beoogde looptijd van zes jaar met de mogelijkheid tot verlenging van nog eens zes jaar.
2.3.
De aanbesteding heeft plaatsgevonden volgens de Europese onderhandelingsprocedure met voorafgaande oproep tot mededinging. Op de procedure is de Aanbestedingswet 2012 van toepassing. De procedure bestaat uit een selectiefase en een gunningsfase, beschreven in de Selectieleidraad en de Gunningsleidraad.
2.4.
Als gunningscriterium geldt de beste prijs-kwaliteitverhouding, waarbij, conform het prijsmodel, een vaste prijs wordt gehanteerd en daarmee enkel wordt beoordeeld op kwaliteit. Daarbij gelden als kwalitatieve subgunningscriteria:
K1. Kwaliteit
K2.1 Samenwerking – leiderschap en gedragsfundament
K2.2 Samenwerking – Aantrekkelijke werkomgeving
K2.3 Samenwerking – Verhogen productiviteit
K3. Klant- en omgevingstevredenheid
K4.1 Duurzaamheid – algemeen
K4.2 Duurzaamheid Zero Emissie (10 punten)
2.5.
Subgunningscriterium K2.3 is in de aanbestedingsstukken als volgt omschreven:
2.6.
De bijlage Gunningscriteria vermeldt verder dat de inschrijver in een prestatieplan moet beschrijven welke meerwaarde wordt aangeboden ten opzichte van de uitvraag, waarbij de meerwaarde ziet op de invulling van de beschreven doelstelling bij het subgunningscriterium. De inschrijver dient bij het schrijven van het prestatieplan per criterium de volgende opbouw te hanteren (paragraaf 2.4):
2.7.
Voor het beoordelen van het prestatieplan wordt de navolgende scoringsmethodiek (paragraaf 2.2 van de bijlage Gunningscriteria) gebruikt:
2.8.
Toepassing van de scoringssystematiek leidt ertoe dat een score van maximaal 12 punten kan worden behaald ((3x2x2). Indien bij de beoordeling van de subgunningscriteria K1 en K2.1, K2.2 en K2.3 minder dan 4,5 punt wordt gescoord, dan wordt de inschrijving als ongeldig terzijde wordt gelegd (knockout). De behaalde score die uit de scoringsmethodiek volgt, wordt vervolgens geconverteerd naar het maximaal aan te behalen punten per subgunningscriterium ((score meerwaarde / 12) x maximum aantal punten per subgunningscriterium = score per subgunningscriterium), waarmee in totaal een score van maximaal 100 punten behaald kan worden.
2.9.
De Gunningleidraad voorziet in onderhandelingen naar aanleiding van de eerste inschrijving. In paragraaf 4.7 van de Gunningsleidraad is opgenomen:
2.10.
Door één van de deelnemende partijen is over dit artikel een vraag gesteld die in de Nota van Inlichtingen, die deel uitmaakt van de aanbestedingsstukken, is beantwoord:
2.11.
Baas heeft zich aangemeld voor de selectiefase voor het perceel Zeeland Noord & Rijnmond en is vervolgens geselecteerd voor de gunningsfase. Aan het begin van de gunningsfase heeft een overlegfase plaatsgevonden, waarbij gedurende een periode van 11 maanden veelvuldig informatiesessies en overleggen hebben plaatsgevonden tussen de deelnemers aan de gunningsfase en Stedin.
2.12.
Op 7 oktober 2022 heeft Baas haar eerste inschrijving ingediend. Op 2 november 2022 heeft naar aanleiding van deze inschrijving een onderhandelingsgesprek als bedoeld in paragraaf 4.7 van de Gunningsleidraad plaatsgevonden. In het verslag van deze bijeenkomst is beschreven dat aan Baas 28 vragen zijn gesteld/opmerkingen zijn gemaakt door de beoordelingscommissie. Op 18 november 2022 heeft Baas vervolgens haar tweede (definitieve) inschrijving gedaan.
2.13.
Op 12 januari 2023 heeft Stedin aan alle inschrijvers van beide percelen de gunningsbeslissing toegezonden. Vanwege het niet behalen van de drempelwaarde van subgunningscriteria K2.2 en K2.3 is de inschrijving van Baas als ongeldig ter zijde gelegd.
2.14.
Op 27 januari 2023 heeft naar aanleiding van de gunningsbeslissing een gesprek plaatsgevonden tussen Stedin en Baas. Op diezelfde dag heeft Baas van Stedin een toelichtende e-mail ontvangen met daarin onder andere de namen van de winnende inschrijvers.

3..Het geschil

Vordering van Baas
3.1.
Baas vordert, samengevat en na eiswijziging, de veroordeling van Stedin om:
primair
  • de gunningsbeslissingen ten aanzien van perceel 1 in te trekken, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
  • alle inschrijvingen op de aanbesteding op perceel 1 opnieuw te beoordelen op de subgunningscriteria k2.2, k2.3, k3 en k4.1, door een onafhankelijke, onbevooroordeelde, kundige beoordelingscommissie die bestaat uit tenminste 4 beoordelaars per subgunningscriterium, indien en voor zover Stedin de opdracht nog wil gunnen;
  • binnen veertien dagen na de hiervoor bedoelde beoordeling een nieuwe gunningsbeslissing ten aanzien van perceel 1 te nemen;
subsidiair
  • de gunningsbeslissingen ten aanzien van perceel 1 van de aanbestedingsprocedure in te trekken, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
  • de aanbestedingsprocedure ten aanzien van perceel 1 vanaf de onderhandelingsronde opnieuw te doorlopen, voor zover Stedin de opdracht nog wil gunnen;
meer subsidiair
  • de gunningsbeslissingen ten aanzien van perceel 1 van de aanbestedingsprocedure in te trekken, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
  • de gunningsfase ten aanzien van perceel 1 van de aanbestedingsprocedure opnieuw te doorlopen, voor zover Stedin de opdracht nog wil gunnen;
uiterst subsidiair
  • de gunningsbeslissing ten aanzien van de inschrijving van Baas in te trekken, binnen 48 uur na betekening van dit vonnis;
  • een nieuwe gunningsbeslissing aan Baas mede te delen waarin de namen van de winnaars en de kenmerken en relevante voordelen van de winnende inschrijvingen bekend worden gemaakt, en waarin een nieuwe bezwaartermijn wordt opgenomen
in alle gevallen
- de veroordeling van Stedin in de kosten van de procedure en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente over die kosten indien deze niet binnen veertien dagen na dagtekening van dit vonnis zijn voldaan.
3.2.
Baas legt aan haar vordering ten grondslag dat de beoordeling van de inschrijving van Baas onjuist en onzorgvuldig is. Uit de gunningsbeslissing blijkt dat de beoordelingscommissie de scoringsmethodiek onjuist heeft toegepast, de inschrijving niet zorgvuldig heeft gelezen en het gunningscriterium niet juist is toegepast. Daarnaast is de onderhandelingsfase niet conform de vooraf bekendgemaakte procedure doorlopen. Volgens de aanbestedingsstukken diende de eerste inschrijving van deelnemers beoordeeld te worden, waarna in een onderhandelingsgesprek een algemene reactie zou worden gegeven, In een gesprek dat op 28 januari 2023 heeft plaatsgevonden is door Stedin aangegeven dat de eerste inschrijvingen niet voorafgaand aan het onderhandelingsgesprek waren beoordeeld. Dit is een afwijking van hetgeen Baas mocht verwachten. Tot slot is de gunningsbeslissing die Baas heeft ontvangen onvolledig, omdat Stedin onvoldoende volledige informatie heeft verstrekt over de winnaar(s) van de aanbesteding en de kernmerken en relatieve voordelen van de winnende inschrijvingen.
3.3.
Stedin voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering van Baas.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
Vordering van Siers
3.5.
Siers vordert
  • Baas niet-ontvankelijk te verklaren, althans de vorderingen van Baas af te wijzen;
  • Stedin te gebieden om, voor zover zij nog wenst te gunnen, dit te doen op basis van het huidige gunningsvoornemen;
  • de veroordeling van Baas in de kosten van de procedure.
3.6.
Siers legt aan haar vorderingen ten grondslag dat zij als winnaar van de aanbesteding wordt benadeeld door toewijzing van enige vordering van Baas. Zij wil voorkomen dat de opdracht niet definitief aan haar wordt gegund.

4..De beoordeling

uitgangspunt

4.1.
Bij de beoordeling staat voorop dat bij een Europese openbare aanbesteding, zoals de onderhavige, de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht van toepassing zijn. Dat betekent dat het gelijkheidsbeginsel en het daaruit voortvloeiende transparantiebeginsel moeten worden nageleefd. Het gelijkheidsbeginsel beoogt de ontwikkeling van een gezonde mededinging tussen de deelnemende ondernemingen te bevorderen en vereist dat alle inschrijvers dezelfde kansen krijgen. Het betekent derhalve dat voor de inschrijvers dezelfde voorwaarden moeten gelden. Het doel van het transparantiebeginsel is het waarborgen dat elke vorm van favoritisme en willekeur door de aanbestedende dienst wordt uitgebannen. Het impliceert dat alle voorwaarden, modaliteiten en aanbestedingsstukken van de procedure op duidelijke en ondubbelzinnige wijze zijn geformuleerd en normaal oplettende inschrijvers, de juiste draagwijdte kunnen begrijpen en zij deze op dezelfde wijze manier interpreteren, en daarnaast de aanbestedende dienst in staat is om metterdaad na te gaan of de inschrijvingen beantwoorden aan de criteria die op de betrokken opdracht van toepassing zijn. Deze eisen betreffen mede de door de aanbestedende dienst te hanteren beoordelingssystematiek (vgl. HvJEU 29 april 2004, C-496/99 P, ECLI:EU:C:2004:236 (Succhi di Frutta))
onjuiste procedure?
4.2.
Baas heeft primair gevorderd dat de inschrijvingen (deels) moeten worden herbeoordeeld vanwege gemaakte beoordelingsfouten en (meer) subsidiair dat de aanbesteding (deels) opnieuw moet, omdat Stedin de eerste inschrijving niet inhoudelijk heeft beoordeeld voorafgaande aan het onderhandelingsgesprek, dit in tegenstelling tot hetgeen Stedin hier vooraf over kenbaar heeft gemaakt. De subsidiaire vordering is een verdergaande vordering dat de primaire vordering. Indien vast zou komen te staan dat de aanbestedingsprocedure niet is verlopen conform de aanbestedingsstukken, heeft dat consequenties voor de geldigheid van de gehele aanbestedingsprocedure. Het ligt dan ook voor de hand om deze kwestie eerst te bespreken.
4.3.
De enige onderbouwing van het standpunt van Baas is dat zij meent dat in het gesprek dat op 27 januari 2023 heeft plaatsgevonden tussen partijen, door Stedin is aangegeven dat op het moment van het onderhandelingsgesprek nog geen beoordeling had plaatsgevonden door de beoordelingscommissie. Stedin heeft dit standpunt gemotiveerd weersproken en verwijst onder meer naar het gesprekverslag van het onderhandelingsgesprek waarin duidelijk is vermeld dat een eerste beoordeling heeft plaatsgevonden. Dat tijdens dat gesprek nog geen concrete scores en een motivering daarvan werd gedeeld met Baas, maakt dit niet anders. Blijkens de beantwoording van de vraag op dit punt in Nota van Inlichtingen volgt dat dit ook niet de insteek was van het onderhandelingsgesprek. Het betoog van Baas dat Stedin de procedure niet juist gevolgd heeft faalt.
onjuiste motivering gunningsbeslissing?
4.4.
Baas vordert verder herbeoordeling dan wel gedeeltelijke heraanbesteding omdat de beoordelingscommissie volgens Baas fouten heeft gemaakt. Die fouten bestaan uit 1) het onjuist toepassen van de gunningscriteria, 2) het onjuist toepassen van de beoordelingssystematiek en 3) het niet zorgvuldig lezen van de inschrijving van Baas.
De vraag die in het kader van die bezwaren moet worden beantwoord is of, gegeven de beoordelingssystematiek, de motivering van de (onderdelen van de) gunningsbeslissing de gegeven scores kunnen dragen.
4.5.
Het uitgangspunt van de beoordelingssystematiek is dat het prestatieplan per subgunningscriterium wordt beoordeeld op de elementen
1) kwaliteit – in welke mate wordt aan de doelstelling van het subgunningscriterium voldaan
2) bewijs & borging – waaruit blijkt dat het aanbod effectief is en kan worden nagekomen
3) concreetheid – in welke mate is de aanbieding SMART (Specifiek, Meetbaar, Acceptabel, Realistisch, Tijdgebonden
4.6.
Verwacht mag worden dat de inschrijver uit de motivering van de gunningsbeslissing kan opmaken op welk element een ‘manco’ of ‘verbeterpunt’ ziet en aldus wat de reden is dat een bepaalde score is toegekend. De beoordelingselementen moeten in zoverre van elkaar te onderscheiden zijn. Dat brengt niet automatisch met zich mee dat een kritiekpunt van de beoordelingscommissie nooit op meerdere elementen invloed kan hebben, zoals Baas lijkt te betogen. Een gechargeerd voorbeeld: als een inschrijver slechts een enkele zin wijdt aan een prestatieplan valt te verwachten dat daaruit het oordeel volgt dat onvoldoende aan de doelstelling is voldaan, maar ook dat niet blijkt dat het aanbod effectief én dat het aanbod onvoldoende concreet is. In dat geval ligt een lagere op alle drie de beoordelingselementen in de lijn der verwachtingen.
gunningscriterium K2.3
4.7.
Baas heeft de bezwaren zoals onder 4.4. weergegeven, aangevoerd tegen de beoordeling van haar inschrijving op een viertal subgunningscriteria. De bezwaren tegen de beoordeling op subgunningscriterium K2.3 houden naar het oordeel van de voorzieningenrechter geen stand. Dat wordt hierna verder toegelicht. Het gevolg hiervan is
dat de beslissing om de inschrijving van Baas terzijde te leggen in stand blijft. Daarmee kunnen de bezwaren tegen de beoordeling van de overige subgunningscriteria, wat daarvan ook zij, onbesproken blijven.
4.8.
De doelstelling van K2.3 luidt:
K2.3: Het verhogen van de productiviteit met minimaal 20% ten opzichte van het niveau bij start van de Raamovereenkomst teneinde zowel de maatschappelijke kosten te verlagen als de marge van de Aannemer te verbeteren, zie artikel 3.5 van Deel A van de Raamovereenkomst.
Baas is ten aanzien van dit criterium beoordeeld met 2 punten voor kwaliteit (de doelstelling wordt grotendeels ingevuld – aanzienlijke extra kwaliteit – enkele beperkingen), 1 punt voor bewijs en borging (beperkt bewijs van de effectiviteit en beperkte borging nakoming aanbod) en 1 punt voor concreetheid (beperkt meetbaar en duidelijk).
4.9.
Ten aanzien van K2.3 stelt Baas, zo begrijpt de voorzieningenrechter dat zij de doelstelling niet zo heeft begrepen dat zij zelf concrete maatregelen moest aandragen die leiden tot verhoging van de productiviteit en dat zij dit overigens ook niet kán doen omdat zij niet bekend is met de huidige productiviteit in de keten en alleen iets kan aanbieden wat binnen haar eigen invloedsfeer ligt.
4.10.
Dit betoog kan de voorzieningenrechter niet volgen. In de toelichting op criterium K2.3 staat dat de inschrijver in het prestatieplan moet beschrijven hoe de productiviteit wordt verhoogd en welke onderwerpen daarin minimaal moeten terugkomen. Daarnaast is in het document Gunningscriteria vastgelegd dat de inschrijver bij het schrijven van het prestatieplan een vaste opbouw moet hanteren, waarbij, onder andere, de aangeboden prestatie en de bijbehorende maatregelen moeten worden beschreven. Ook volgt uit de in dit document opgenomen scoringsmethodiek dat een hogere score wordt behaald naar mate er extra kwaliteit wordt aangeboden. Hiermee komt in de aanbestedingsstukken duidelijk naar voren dat de aanbestedende dienst wil weten
hoede inschrijver de productiviteit met minimaal 20% wil verhogen. Daarbij zijn handvatten aangereikt om een zo hoog mogelijke score te behalen. Hoewel ook een procesomschrijving onderdeel kan uitmaken van het prestatieplan, volgt uit het document Gunningscriteria dat door het benoemen van concrete maatregelen een hogere score kan worden behaald. Dat dor Baas het noemen van concrete maatregelen achterwege is gebleven, wordt in de dagvaarding (3.22) en bij pleidooi (randnummer 35) feitelijk bevestigd.
Uit het vorenstaande volgt ook dat geen sprake is van op dit punt voor meerderlei uitleg zijnde aanbestedingsstukken. Voor zover Baas de stukken anders heeft geïnterpreteerd, komt dat voor haar eigen rekening en risico. De (subsidiaire) vordering tot (gedeeltelijke) heraanbesteding stuit hierop af.
4.11.
Het is naar het oordeel van de voorzieningenrechter gelet op het voorgaande ook niet ten onrechte dat Baas in de beoordeling van criterium K2.3 is afgerekend op het ontbreken van die concrete maatregelen op meerdere beoordelingselementen. De ontbrekende informatie doet zowel afbreuk aan het voldoen aan het behalen van de doelstelling, als aan de onderbouwing en concretisering daarvan. Er is, anders dan Baas heeft betoogd, geen sprake van oneigenlijke vermenging van de beoordelingselementen, maar van een punt van kritiek in het prestatieplan die invloed heeft op meerdere elementen. Dat het kritiekpunt als gevolg van de beoordelingssystematiek extra zwaar weegt vanwege de gehanteerde vermenigvuldigingsfactor, is een omstandigheid die vooraf bekend was. Voor zover Baas het oneens is met die beoordelingssystematiek, had het op haar weg gelegen om daarover in een eerder stadium haar bezwaren kenbaar te maken. Nu zij dat niet heeft gedaan, heeft zij haar recht om hierover te klagen, verwerkt.
4.12.
De conclusie is dat de motivering van de gunningsbeslissing de gegeven scores op gunningscriterium K2.3 kan dragen en de inschrijving van Baas wegens het niet voldoen aan de drempelscore terecht terzijde is gelegd. Omdat Baas daarmee hoe dan ook is uitgesloten van verdere deelname, kan buiten beschouwing blijven of ten aanzien van de andere gunningscriteria fouten zijn gemaakt zoals Baas die heeft gesteld. Dat laat de verdere uitsluiting immers onverlet. De vordering tot herbeoordeling van één of meer subgunningscriteria wordt afgewezen.
onvolledige motivering gunningsbeslissing?
4.13.
In beginsel heeft een niet winnaar recht op en belang bij een motivering die mede
de namen van de begunstigden, de relatieve voordelen en kenmerken van hun inschrijvingen bevat. De reden dat de gunningsbeslissing de relevante redenen moet omvatten, is omdat de betrokken inschrijvers een gedegen afweging moeten kunnen maken of zij een doeltreffend beroep kunnen instellen tegen de gunningsbeslissing. In dit geval valt niet in te zien dat Baas verder strekkende informatie zou moeten ontvangen dan de informatie die zij bij de gunningsbeslissing en in een latere brief van Stedin van 27 januari 2023 (productie 15 bij dagvaarding) heeft gekregen. Uit de motivering van de gunningsbeslissing volgt dat Baas kan afleiden wat de reden is voor terzijdelegging. Een hogere of lagere score van een winnende inschrijver doet aan die terechte terzijdelegging niet af. Tevens zijn, los van de vraag of Stedin deze verplichting had, in algemene bewoordingen de relatieve voordelen van de winnende inschrijvers op de ter discussie staande subgunningscriteria medegedeeld in de brief van 27 januari 2023. De motiveringsverplichting rijkt niet zo ver dat Baas de motivering van de gunningsbeslissing van de andere inschrijvers zou moeten kunnen toetsen. Ook de uiterst subsidiaire vordering wordt afgewezen.
beslissing en proceskosten
4.14.
De conclusie is dat alle vorderingen van Baas worden afgewezen en de voorgenomen gunningsbeslissing derhalve in stand blijft. Impliciet wordt hiermee deels ook de vordering van Siers toegewezen. Er is geen reden om Stedin te gebieden om, voor zover zij nog wenst te gunnen, dit te doen op basis van het huidige gunningsvoornemen. Uit het verweer van Stedin blijkt immers dat zij nog steeds uitvoering wil geven aan de gunningsbeslissing.
4.15.
Baas wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kosten van Stedin worden begroot op € 1.755,00 (€ 676,00 aan griffierecht en € 1.079,00 aan salaris advocaat). De kosten van Siers worden begroot op hetzelfde bedrag, waarbij de kosten van zowel het incident als de hoofdzaak in dit bedrag zijn inbegrepen. Uit het arrest van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de voorzieningenrechter af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten.

5..De beslissing

De voorzieningenrechter
Ten aanzien van de vordering in de hoofdzaak en de vordering in de tussenkomst:
5.1.
wijst de vorderingen van Baas af,
5.2.
veroordeelt Baas in de kosten van de procedure, tot op heden aan de zijde van Stedin begroot op € 1.755,- en aan de zijde van Siers eveneens begroot op € 1.755,-, en verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
5.3.
wijst de overige vorderingen van Siers af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.F.L. Geerdes en in het openbaar uitgesproken op 17 april 2023.3144/676