In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 21 maart 2023 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over haar minderjarige kind, geboren op [geboortedatum 1] 2020. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen en de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering als voogd te benoemen. De rechtbank heeft vastgesteld dat het kind, dat sinds 15 mei 2020 uit huis is geplaatst en sinds 25 november 2020 in een pleeggezin verblijft, meer zorg nodig heeft dan de moeder kan bieden. De moeder is zwakbegaafd en kan niet voldoen aan de opvoedbehoeften van het kind. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van het kind is om het gezag van de moeder te beëindigen en de GI tot voogd te benoemen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en de beschikking is mondeling gegeven in het openbaar.