Op 14 maart 2023 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van drie kinderen, [naam kind01], [naam kind02] en [naam kind03]. De gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West Zuid-Holland-Zuid had verzocht om verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van de kinderen. De moeder van de kinderen heeft positieve ontwikkelingen doorgemaakt en de hulpverlening heeft aangegeven dat het makkelijker is om de moeder te ondersteunen in de opvoeding als de kinderen thuis zijn. De kinderrechter heeft de ondertoezichtstelling van alle drie de kinderen verlengd tot 29 maart 2024. Voor [naam kind01] is de machtiging tot uithuisplaatsing in een gezinshuis verlengd tot 29 april 2023, terwijl de machtiging tot uithuisplaatsing van [naam kind02] en [naam kind03] in een pleegzorgvoorziening is verlengd tot 29 juli 2023. De kinderrechter heeft geoordeeld dat het in het belang van de kinderen is om voorlopig nog niet tot een thuisplaatsing over te gaan, gezien de kwetsbaarheid van de moeder en de behoefte van de kinderen aan sturing en aandacht. De kinderrechter heeft de GI verzocht om uiterlijk twee weken voor de volgende zitting een rapportage te doen over de stand van zaken.