ECLI:NL:RBROT:2023:2810
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstandsuitkering en terugvordering van te veel betaalde bijstand op grond van schending inlichtingenplicht
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 27 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, een oud-militair, en het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. De eiser ontving van 28 april 2017 tot en met 22 november 2022 een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw). De verweerder heeft de bijstandsuitkering van eiser herzien over de periode van 31 december 2019 tot en met 31 november 2021, en een bedrag van € 11.741,27 teruggevorderd wegens te veel betaalde bijstand. Tevens is er een boete van € 5.870,63 opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zijn inlichtingenplicht heeft geschonden door geen melding te maken van een schadevergoeding van € 295.635,- die hij in 2019 van het Ministerie van Defensie heeft ontvangen. Deze schadevergoeding werd door verweerder aangemerkt als inkomen, wat invloed had op het recht op bijstand van eiser.
De rechtbank oordeelde dat de verweerder terecht het bezwaar van eiser tegen de primaire besluiten ongegrond heeft verklaard. Eiser had redelijkerwijs moeten begrijpen dat de ontvangst van de schadevergoeding van invloed kon zijn op zijn recht op bijstand. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder dat hij geen werkzoekende is en dat er onvoldoende rekening is gehouden met zijn PTSS, verworpen. De rechtbank concludeerde dat de schending van de inlichtingenplicht verwijtbaar was en dat er geen dringende redenen waren om van terugvordering of boeteoplegging af te zien. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, en de rechtbank bevestigde de besluiten van de verweerder.