2.5.Op 18 juli 2021 heeft [naam01] [gedaagden01] een op 28 april 2020 gedateerd document getiteld ‘Akte indeplaatsstelling’ doen toekomen (hierna: de akte indeplaatsstelling). In dat document, dat volgens de laatste pagina ervan is ondertekend namens ‘Verhuurder’ Rijsdijk c.s., ‘Huurder’ Laila Rotterdam en ‘Aspirant Huurder’ [naam01] , is onder meer het volgende bepaald:
“ Akte indeplaatsstelling
(…)
Overwegende:
(…)
C. Dat Huurder mede vanwege de gevolgen van de coronapandemie zijn activiteiten in het gehuurde wenst te beëindigen en de onderneming wenst over te dragen aan Aspirant Huurder en daarom de Verhuurder heeft verzocht ermee akkoord te gaan, dat Aspirant Huurder in zijn plaats als Huurder wordt gesteld en wel zodanig, dat door deze indeplaatsstelling de Verhuurder en Aspirant Huurder jegens elkaar, dezelfde rechten en verplichtingen, uit de Huurovereenkomst voortvloeiende, zullen hebben, als die, welke tussen de Verhuurder en Huurder gelden met in deze overeenkomst opgenomen afwijkende bepalingen;
D. Dat vanwege de onzekere situatie als gevolg van de Coronapandemie partijen elkaar ten aanzien van de effectuering van de indeplaatsstelling een termijn verlenen tot en met 1 juli 2021;
E. Dat Aspirant Huurder, althans een nader door deze aan te wijzen nog op te richten of bestaande rechtspersoon, waarin Aspirant Huurder direct dan wel indirect minimaal 51% van de aandelen bezit, het onherroepelijke en exclusieve recht toekomt om uiterlijk op 1 juli 2021, dit recht als vermeld onder considerans D te lichten;
(…)
G. Dat Partijen ermee bekend zijn dat tussen Aspirant Huurder en Huurder een overeenkomst van bedrijfsovername is gesloten onder hiervoor genoemde voorwaarden;
H. Dat Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon, vanaf moment van het lichten van deze optie, een huurvrije periode zal verkrijgen teneinde het Gehuurde te kunnen verbouwen en de nodige onzekerheid in de markt als gevolg van de Coronapandemie zal moeten overleven;
(…).
Huurder stelt Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon, als opvolgende huurder van het gehuurde in zijn plaats, hetgeen Aspirant Huurder en Verhuurder aanvaarden.
Verhuurder verklaart ondubbelzinnig in te stemmen met de onder 1 bedoelde indeplaatsstelling en aanvaardt per uiterlijk 1 juli 2021 in de plaats te stellen Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon, als de nieuwe huurder van het gehuurde.
Partijen komen overeen dat Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon, het recht heeft om tot en met 1 juli 2021 het hierboven beschreven recht tot indeplaatsstelling zal mogen lichten. Indien dit recht uiterlijk op 1 juli 2021 zal worden gelicht, dan zal per die datum van lichten, de Huurovereenkomst conform deze indeplaatsstelling van rechtswege overgaan op Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon.
(…)
9. In verband met de huidige onzekere omstandigheden als gevolg van de Coronapandemie en met het oog op mogelijke verbouwingen, zal bij lichting van het recht tot indeplaatsstelling de volgende afwijken financiële afspraken van toepassing zijn.
(…)
10. Partijen spreken een huurvrije periode van 12 maanden huurvrij af vanaf datum van de indeplaatsstelling. Aldus zal Aspirant Huurder, althans een nader door hem aan te wijzen rechtspersoon, in het eerste jaar vanaf indeplaatsstelling geen huur verschuldigd zijn.
(…)
11. Nadien zal de huursom trapsgewijs in 3 opvolgende jaren worden verhoogd naar de basishuurprijs conform onderstaande:
Jaar 2: huurkorting van € 20.000 per jaar;
Jaar 3: huurkorting van € 15.000 per jaar;
Jaar 4: huurkorting van € 10.000 per jaar; (…)”.