In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 27 maart 2023 uitspraak gedaan in een arbeidsconflict tussen [verzoeker01] en Aquabouw B.V. [verzoeker01] was in dienst bij Aquabouw van 6 april 2022 tot 31 oktober 2022 als onderhoudsmonteur. Hij heeft vanaf 12 juli 2022 niet meer gewerkt en stelt dat hij ziek was, terwijl Aquabouw betwist dat er een geldige ziekmelding was. [verzoeker01] vorderde loon over de periode van juli tot en met oktober 2022, een aanzegvergoeding en een transitievergoeding van € 355,34 bruto. Aquabouw stelde dat [verzoeker01] geen recht had op loon vanaf 18 juli 2022, omdat hij zich niet ziek had gemeld en niet meer op het werk was verschenen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 februari 2023 zijn beide partijen gehoord. De kantonrechter oordeelde dat Aquabouw aan [verzoeker01] een transitievergoeding en loon tot en met 17 juli 2022 moest betalen. De overige vorderingen van [verzoeker01] werden afgewezen. De rechter stelde vast dat Aquabouw over de periode vanaf 18 juli 2022 geen loon hoefde te betalen, omdat [verzoeker01] niet had aangetoond dat hij ziek was. De rechter oordeelde dat Aquabouw zich als goed werkgever had gedragen door te proberen contact te leggen met [verzoeker01].
De kantonrechter heeft de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat beide partijen hun eigen kosten dragen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat inhoudt dat de uitspraak direct moet worden nageleefd, ook al kan er nog beroep worden aangetekend. De uitspraak benadrukt het belang van een geldige ziekmelding en de verantwoordelijkheden van zowel werkgever als werknemer in het geval van arbeidsongeschiktheid.