In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 22 maart 2023 een eindvonnis uitgesproken in een geschil tussen Zorg Parel S.N. B.V. en DNZB Franchise B.V. inzake een franchiseovereenkomst. De rechtbank heeft vastgesteld dat DNZB Franchise toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de franchiseovereenkomst, waardoor Zorg Parel schade heeft geleden. De rechtbank heeft een deskundigenbericht in het geding gebracht, waaruit blijkt dat de goodwillwaarde van Zorg Parel op 28 februari 2021 € 614.171 bedraagt. De rechtbank heeft DNZB Franchise veroordeeld tot betaling van dit bedrag aan Zorg Parel, alsook tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten van € 5.863,48 en proceskosten van € 19.558,50. De vorderingen van [naam01] c.s. zijn afgewezen, omdat zij geen partij zijn bij de franchiseovereenkomst. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de vorderingen van Zorg Parel tot aanpassing van het non-concurrentiebeding en relatiebeding niet zijn onderbouwd en daarom zijn afgewezen. In reconventie hebben DNZB c.s. hun vordering verminderd tot nihil, en zijn zij hoofdelijk veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [naam01] c.s.