ECLI:NL:RBROT:2023:2487

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 maart 2023
Publicatiedatum
23 maart 2023
Zaaknummer
9583635 \ CV EXPL 21-41050
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van openstaande bedragen uit telefoonabonnement en toestel op afbetaling

In deze zaak heeft T-Mobile Netherlands B.V. een vordering ingesteld tegen [gedaagde01] voor het betalen van openstaande bedragen die voortvloeien uit een telefoonabonnement en een toestel op afbetaling. De overeenkomst tussen T-Mobile en [gedaagde01] werd op 8 november 2019 gesloten en had een looptijd van 24 maanden. T-Mobile heeft de overeenkomst ontbonden vanwege een betalingsachterstand van [gedaagde01]. T-Mobile vordert een totaalbedrag van € 671,14, inclusief rente, en heeft ook buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 gevorderd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde01] de in rekening gebrachte gebruikscomponent moet betalen en dat de schadevergoeding van € 83,64, die T-Mobile heeft berekend, redelijk is. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de wettelijke rente over de hoofdsom toewijsbaar is, evenals de resterende termijnen van de toestelcomponent. De proceskosten zijn vastgesteld op € 741,15, die [gedaagde01] moet betalen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 9583635 \ CV EXPL 21-41050
datum uitspraak: 17 maart 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
T-Mobile Netherlands B.V.,
te Den Haag,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Incasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde01],
te [plaats01] ,
gedaagde.

1.De procedure

Het dossier bevat de volgende stukken:
  • de dagvaarding van 26 november 2021, met bijlagen;
  • het mondelinge antwoord.

2.De feiten

2.1.
T-Mobile en [gedaagde01] hebben op 8 november 2019 in een vestiging van T-Mobile een overeenkomst gesloten voor het gebruik van het mobiele telefoonnetwerk van T-Mobile (de gebruikscomponent) en een overeenkomst voor de koop van een mobiele telefoon met behulp van een goederenkrediet (de toestelcomponent). De overeenkomsten hebben beide een duur van 24 maanden.
2.2.
De overeenkomst ter zake de gebruikscomponent is inmiddels geëindigd door ontbinding door T-Mobile vanwege een betalingsachterstand van [gedaagde01] .

3.Het geschil

3.1.
T-Mobile vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 671,14 met rente zoals in de dagvaarding omschreven.
3.2.
[gedaagde01] heeft op de eis geantwoord en de feiten waarop de vordering is gebaseerd niet betwist.

4.De beoordeling

De gebruikscomponent
4.1.
[gedaagde01] heeft niet betwist dat hij de in rekening gebrachte gebruikscomponent moet betalen. De gebruikscomponent is dan ook toewijsbaar.
Schadevergoeding
4.2.
T-Mobile vordert vanwege ontbinding van de overeenkomst ter zake de gebruikscomponent een schadevergoeding op grond van artikel 6:277 lid 1 BW. T-Mobile heeft toegelicht dat zij de schadevergoeding als volgt heeft berekend:
  • zij heeft als uitgangspunt genomen de maandprijs van de goedkoopste bundel die [gedaagde01] had kunnen kiezen, ook al heeft hij een duurdere bundel gekozen;
  • die maandprijs vermenigvuldigd met het aantal maandtermijnen tussen het moment van ontbinding en het moment waarop de overeenkomst zou zijn geëindigd bij reguliere nakoming;
  • vervolgens wordt 50% van dat bedrag gehanteerd, overeenkomstig de aanbeveling in het meeste recente rapport van de LOVCK&T over ambtshalve toetsing.
T-Mobile heeft als schadevergoeding een bedrag van € 83,64 in rekening gebracht op de eindfactuur van 7 januari 2021. [gedaagde01] heeft geen verweer gevoerd tegen de schadevergoeding. De kantonrechter acht het door T-Mobile berekende bedrag redelijk. Het bedrag is toewijsbaar.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.3.
T-Mobile heeft € 40,00 aan buitengerechtelijke incassokosten gevorderd. Uit de stukken blijkt dat dit bedrag alleen is berekend over het bedrag aan schadevergoeding. [gedaagde01] heeft geen verweer gevoerd tegen dit onderdeel van de vordering. T-Mobile heeft voldoende gesteld en onderbouwd dat zij aanspraak heeft op vergoeding van deze kosten. Voornoemd bedrag van € 40,00 is dan ook toewijsbaar.
Rente
4.4.
T-Mobile heeft wettelijke rente gevorderd over de hoofdsom, bestaande uit in ieder geval de gebruikscomponent, de schadevergoeding en de toestelcomponent vanaf de dag van de dagvaarding. Daartegen is geen verweer gevoerd. De rente is toewijsbaar.
Toestelcomponent (kredietovereenkomst)
4.5.
De toestelcomponent betreft het in termijnen afbetalen van het krediet. In de standaardinformatie die aan de consument is verstrekt over het krediet wordt vermeld dat er geen rente en kosten in rekening worden gebracht voor het krediet. Nergens blijkt uit dat er rente of kosten in rekening zijn gebracht in het kader van het krediet. De buitengerechtelijke incassokosten zijn alleen berekend over de schadevergoeding en niet in het kader van het krediet. De wettelijke rente is wel gevorderd over de hoofdsom en dus ook in het kader van het krediet, maar de kantonrechter is van oordeel dat de wettelijke rente in deze situatie niet valt onder de noemer “totale kosten van het krediet” als bedoeld in artikel 7:57 lid 1 sub g BW. De kantonrechter is dan ook van oordeel dat het krediet in deze situatie als krediet zonder rente en kosten valt onder de uitzondering van artikel 7:58 lid 2 sub e BW en daarom niet valt onder de toepasselijkheid van titel 7.2A BW.
4.6.
De kantonrechter moet ambtshalve erop toezien dat voor het sluiten van de kredietovereenkomst de kredietwaardigheid van de consument is getoetst ter bescherming van de consument tegen overcreditering. Die kredietwaardigheidstoets volgt uit artikel 4:34 Wft. Een krediet zonder rente of kosten is wel uitgesloten van de toepasselijkheid van titel 7.2A BW, maar niet van de toepasselijkheid van de Wft, gelet op artikel 1:20 Wft.
Uit het dossier blijkt dat de kredietwaardigheid van [gedaagde01] is getoetst.
4.7.
[gedaagde01] heeft niet betwist dat hij de resterende termijnen moet betalen. Die termijnen zijn dan ook toewijsbaar.
Toewijsbaar bedrag
4.8.
Rekening houdend met de betaling van [gedaagde01] van € 134,23 zoals in de dagvaarding opgenomen, zal het geëiste bedrag van in totaal € 671,14 worden toegewezen, te vermeerderen met de wettelijke rente.
Proceskosten
4.9.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen (artikel 237 Rv). De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van T-Mobile tot vandaag vast op € 102,15 aan dagvaardingskosten, € 507,00 aan griffierecht en € 132,00 aan salaris voor de gemachtigde (1 punt x € 132,00). Dit is totaal € 741,15. Voor kosten die T-Mobile maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 66,00 (1/2 punt x € 132,00). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.10.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard (artikel 233 Rv).

5.De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan T-Mobile te betalen € 671,14 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 BW over de (nog openstaande) hoofdsom vanaf de dag van de dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
5.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van T-Mobile tot vandaag worden vastgesteld op € 741,15;
5.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
34286