ECLI:NL:RBROT:2023:2466

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
22 maart 2023
Zaaknummer
C/10/651906 / JE RK 23-229
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beschikking van de kinderrechter over ondertoezichtstelling van een minderjarige

Op 8 maart 2023 heeft de kinderrechter in de Rechtbank Rotterdam een beschikking gegeven over de ondertoezichtstelling van de minderjarige [naam kind01]. De zaak betreft een verzoek van de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht, die de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden verzocht. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij de moeder, de stiefvader en vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren. De vader was niet verschenen.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de vader en de moeder gezamenlijk het ouderlijk gezag over [naam kind01] uitoefenen, die bij de moeder en de stiefvader woont. De Raad heeft in het verleden al onderzoek gedaan naar de opvoedsituatie van [naam kind01] en heeft geconstateerd dat de zorgen zijn toegenomen. De speltherapeute heeft aangegeven dat [naam kind01] veel last heeft van de spanningen tussen de ouders, wat zorgwekkend is. De moeder en de stiefvader hebben erkend dat zij hulp nodig hebben om de problemen op te lossen.

De kinderrechter heeft op basis van de ingediende stukken en de mondelinge behandeling geoordeeld dat voldaan is aan de wettelijke criteria voor ondertoezichtstelling, zoals genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter heeft het verzoek van de Raad toegewezen en [naam kind01] onder toezicht gesteld voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad. De kinderrechter heeft benadrukt dat het belangrijk is dat de ouders nieuwe afspraken maken en deze vastleggen in een ouderschapsplan, om verdere conflicten te voorkomen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
Zaaknummer: C/10/651906 / JE RK 23-229
Datum uitspraak: 8 maart 2023

Beschikking van de kinderrechter over een ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

gevestigd te Rotterdam, hierna te noemen: de Raad,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2016 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,

[naam03],

hierna te noemen: de stiefvader, wonende te [woonplaats02] .

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 30 januari 2023;
- de beschikking van de kinderrechter in deze rechtbank van 7 februari 2022.
Op 8 maart 2023 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden en heeft de kinderrechter de zaak met gesloten deuren behandeld. Verschenen zijn:
- de moeder en de stiefvader;
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam04] ;
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming
Rotterdam Rijnmond (hierna: de GI), gevestigd te Rotterdam, [naam05] .
Opgeroepen en niet verschenen is de vader.

De feiten

De vader en de moeder zijn belast met het ouderlijk gezag over [naam kind01] .
[naam kind01] woont bij de moeder en de stiefvader.

Het verzoek

De Raad verzoekt de ondertoezichtstelling van [naam kind01] voor de duur van twaalf maanden, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
De Raad handhaaft het verzoek ter zitting en licht het als volgt toe. In 2020 heeft de Raad onderzoek gedaan naar de opvoedsituatie van [naam kind01] . Er is nu opnieuw naar de situatie gekeken. De zorgen zijn toegenomen. De speltherapeute geeft aan dat [naam kind01] veel last heeft van de spanningen tussen de vader en de moeder en de stiefvader. Dat is zorgelijk. Het is goed dat de moeder en de stiefvader aangeven dat er problemen zijn en dat zij deze problemen willen oplossen. Ook zien de moeder en de stiefvader in dat het hen niet zelfstandig lukt om de problemen aan te pakken en dat een ondertoezichtstelling helpend kan zijn.

De standpunten

De GI sluit zich aan bij het verzoek van de Raad. In 2022 is de ondertoezichtstelling afgesloten met het idee dat het goed ging in de thuissituatie van [naam kind01] . Alleen het ouderschapsplan moest nog worden getekend. Dat is uiteindelijk niet gebeurd. De GI wil binnen vijf dagen een gesprek plannen met de ouders om het beleid en de doelen van de ondertoezichtstelling te kunnen bepalen. De Raad adviseert de inzet van Parallel Ouderschap. De GI vindt dat een goed idee. Daarnaast moeten de ouders aan de slag met het ouderschapsplan.
De moeder vindt het jammer dat een ondertoezichtstelling nodig is, maar begrijpt dat de maatregel in het belang van [naam kind01] is. Bij de speltherapie is gebleken dat [naam kind01] veel meekrijgt van het gedoe tussen de ouders. De communicatie tussen de ouders moet beter. Ook moeten er goede afspraken komen. Het is belangrijk dat de ouders er samen uitkomen voor [naam kind01] .
De stiefvader heeft tijdens de zitting aangegeven dat er een tijdje geleden een incident tussen de vader en de stiefvader heeft plaatsgevonden. Daarbij is over en weer geschreeuwd. De stiefvader geeft toe dat het geen verstandige keuze van hem was om een mes te pakken en op die manier te proberen de ruzie te beslechten.

De beoordeling

Op basis van de stukken en de mondelinge behandeling is de kinderrechter van oordeel dat is voldaan aan de wettelijke criteria genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom het verzoek van de Raad toewijzen en [naam kind01] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.
[naam kind01] heeft van 2020 tot 2022 al onder toezicht van de GI gestaan. Er zijn toen afspraken gemaakt met de ouders. Op het moment dat de ondertoezichtstelling is beëindigd, is de situatie weer ontspoort. Daaruit blijkt dat een ondertoezichtstelling van [naam kind01] opnieuw noodzakelijk is. De moeder is het daarmee eens. De ontwikkeling van [naam kind01] wordt bedreigd door de communicatieproblemen tussen de moeder en de vader. Ook zijn er spanningen tussen de vader en de stiefvader. Het incident waarbij de stiefvader een mes heeft gepakt, is daar een voorbeeld van. [naam kind01] was hier bij en dit heeft veel indruk op hem gemaakt. Volgens de speltherapeute heeft [naam kind01] veel last van de ruzies tussen de ouders. Er komt een breed onderzoek naar [naam kind01] om te kijken welke hulp hij nodig heeft, maar de belangrijkste hulp die hij kan krijgen is dat zijn ouders geen ruzie meer met elkaar maken. Het is belangrijk dat de ouders nieuwe afspraken gaan maken en deze vastleggen in een ouderschapsplan, zodat daarover geen ruzie meer is. Daarnaast moeten de ouders aan de slag met de hulpverlening die wordt ingezet.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond met ingang van 8 maart 2023 tot 8 maart 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van mr. M.M.C. van der Knaap, als griffier en schriftelijk vastgesteld op 22 maart 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te Den Haag.