ECLI:NL:RBROT:2023:245

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
13 januari 2023
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
9441294 / CV EXPL 21-30737
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake bewijslevering en kostenvergoeding in civiele procedure tussen zorgverzekeraar en gedaagde

In deze civiele procedure, aangespannen door Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V. tegen een gedaagde die in persoon procedeert, heeft de kantonrechter op 13 januari 2023 uitspraak gedaan. De zaak betreft een geschil over de bewijslevering van de gedaagde met betrekking tot zijn verblijf in Malaga op 3 augustus 2020. De gedaagde had de opdracht om bewijs te leveren, maar is hierin niet geslaagd. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedaagde geen bankafschriften heeft overgelegd die zijn verblijf konden onderbouwen, ondanks herhaalde verzoeken om deze documenten in het geding te brengen. De kantonrechter oordeelt dat de foto’s en video’s op de usb-stick van de gedaagde onvoldoende zijn om aan de bewijsopdracht te voldoen, aangezien het eenvoudig is om metadata van foto’s te manipuleren.

De kantonrechter concludeert dat de gedaagde de kosten voor een laboratoriumonderzoek aan Zilveren Kruis verschuldigd is, en dat de kosten voor verstrekte medicijnen toewijsbaar zijn. De kantonrechter wijst een bedrag van € 163,71 toe aan de gedaagde, inclusief wettelijke rente, en veroordeelt de gedaagde in de proceskosten van Zilveren Kruis, die zijn vastgesteld op € 342,10. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat Zilveren Kruis het bedrag kan vorderen voordat de gedaagde in hoger beroep gaat.

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

zaaknummer: 9441294 / CV EXPL 21-30737
uitspraak: 13 januari 2023
vonnis van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,
in de zaak van
de naamloze vennootschap
Zilveren Kruis Zorgverzekeringen N.V.,
gevestigd te Leiden,
eiseres,
gemachtigde: Flanderijn Gerechtsdeurwaarders te Amsterdam,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
procederend in persoon.
Partijen worden hierna aangeduid als ‘Zilveren Kruis’ respectievelijk ‘ [gedaagde01] ’.

1.Het verdere verloop van de procedure

Het verdere verloop van de procedure volgt uit de volgende processtukken, waarvan de kantonrechter kennis heeft genomen:
  • het tussenvonnis van 29 juli 2022 met de daarin genoemde processtukken;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde01] van 25 augustus 2022 en 22 september 2022;
  • de e-mail van 22 oktober 2022 van [gedaagde01] , met bijlagen;
  • de rolbeslissing van 18 november 2022;
  • de aantekeningen van het mondelinge antwoord van [gedaagde01] van 15 december 2022, met bijlagen.
De kantonrechter heeft de uitspraak van dit vonnis bepaald op heden

2.De verdere beoordeling

2.1.
Verwezen wordt naar hetgeen in het vonnis van 29 juli 2022 (hierna: het tussenvonnis) is overwogen en beslist. Dit wordt hier als overgenomen beschouwd.
2.2.
Bij rolbeslissing van 18 november 2022 is [gedaagde01] in de gelegenheid gesteld de ontbrekende usb-stick met daarop foto’s en video’s van zijn vakantie in Malaga alsnog in het geding te brengen. Daarnaast is [gedaagde01] verzocht bankafschriften in het geding te brengen waaruit blijkt dat hij op 3 augustus 2020 in Malaga verbleef. Tijdens de rolzitting van 15 december 2022 heeft [gedaagde01] de usb-stick in het geding gebracht, met daarbij (wederom) recensies van Huisartsenpraktijk [huisartsenpraktijk01] . De gevraagde bankafschriften heeft [gedaagde01] niet in het geding gebracht.
2.3.
De kantonrechter is van oordeel dat [gedaagde01] niet is geslaagd in het leveren van bewijs dat hij op 3 augustus 2020 in Malaga verbleef. Daartoe wordt als volgt overwogen.
2.4.
Hoewel de foto’s en video’s op de door [gedaagde01] geleverde usb-stick dateren van 2, 3 en 4 augustus 2020, is dat onvoldoende om aan te nemen dat [gedaagde01] op die data ook daadwerkelijk in Malaga verbleef. Het is een feit van algemene bekendheid dat het relatief eenvoudig is om data van foto’s op een mobiele telefoon te wijzigen. De kantonrechter neemt daarbij niet zonder meer aan dát de foto’s daadwerkelijk gemanipuleerd zijn, maar gelet op het feit dat [gedaagde01] heeft nagelaten bankafschriften in het geding te brengen nadat hij daar zowel bij vonnis van 29 juli 2022 op is gewezen en er vervolgens bij rolbeslissing van 18 november 2022 expliciet om is verzocht, is de kantonrechter van oordeel dat enkel de foto’s en video’s onvoldoende zijn om aan zijn bewijsopdracht te voldoen. [gedaagde01] heeft ook geen verklaring gegeven voor het ontbreken van de bankafschriften.
2.5.
Het voorgaande leidt tot de conclusie dat ervan uitgegaan wordt dat [gedaagde01] op 3 augustus 2020 een consult bij de huisarts heeft gehad en vervolgens ten behoeve van hem een laboratoriumonderzoek heeft plaatsgevonden. Dit betekent dat [gedaagde01] de kosten voor het laboratoriumonderzoek aan Zilveren Kruis verschuldigd is.
2.6.
Nu bij vonnis van 29 juli 2022 reeds is overwogen dat de kosten voor de verstrekte medicijnen toewijsbaar zijn, zal het bedrag van € 113,72 aan hoofdsom worden toegewezen.
2.7.
De buitengerechtelijke incassokosten worden toegewezen, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen (artikel 6:96 BW). De rente wordt toegewezen, omdat Zilveren Kruis genoeg heeft gesteld waaruit volgt dat deze moet worden betaald en [gedaagde01] dat niet heeft betwist.
2.8.
[gedaagde01] wordt als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld. De kantonrechter stelt de proceskosten aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag vast op € 123,60 aan dagvaardingskosten, € 126,00 aan griffierecht en € 92,50 aan salaris voor de gemachtigde (2,5 punt x € 37,00 tarief). Dit is totaal € 342,10. Voor kosten die Zilveren Kruis maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 18,50 (1/2 punt x € 37,00 tarief met maximum € 124,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen voor de betekening van de uitspraak. In dit vonnis hoeft hierover geen aparte beslissing te worden genomen (ECLI:NL:HR:2022:853).

3.De beslissing

De kantonrechter:
3.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Zilveren Kruis te betalen € 163,71 met de wettelijke rente zoals bedoeld in artikel 6:119 over een bedrag van € 113,72 vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling;
3.2.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van Zilveren Kruis tot vandaag worden vastgesteld op € 342,10;
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. B.J.R. van Tongeren en uitgesproken ter openbare terechtzitting.
37555