Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
[verzoeker 2],
Rechtbank Rotterdam
Op 23 januari 2023 hebben verzoekers een verzoekschrift ingediend tot toepassing van de schuldsaneringsregeling. Tijdens de zitting op 23 februari 2023 zijn verzoekers gehoord, evenals vertegenwoordigers van Zuidweg & Partners B.V. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekers een aanzienlijke schuldenlast hebben van € 1.211.955,05, en dat alle schulden zijn ontstaan in de vijf jaar voorafgaand aan het verzoek. De rechtbank oordeelt dat verzoekers niet te goeder trouw zijn geweest in het ontstaan van hun schulden, wat een vereiste is voor toewijzing van de schuldsaneringsregeling. De verzoeker was (indirect) bestuurder van meerdere failliete vennootschappen en is recentelijk veroordeeld tot betaling van een aanzienlijke vordering aan een van deze vennootschappen. De rechtbank concludeert dat de ontwikkelingen in de financiële situatie van verzoekers, zoals het verkrijgen van een inkomen uit loondienst, onvoldoende zijn om hen toe te laten tot de schuldsaneringsregeling. De rechtbank wijst het verzoek af, met de opmerking dat de schuldeiser [bedrijf 2] niet als belanghebbende is aangemerkt in de schuldhulpverlening, wat in de toekomst expliciet aan de rechtbank moet worden vermeld. De beslissing is op 28 februari 2023 openbaar uitgesproken door rechter J.C.A.T. Frima.