Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 21 april 2022, met producties 1 tot en met 7;
- de conclusie van antwoord tevens houdende eis in reconventie, met producties 1 tot
2..De feiten
3..Het geschil
in conventie
4..De beoordeling
nietallebei zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit hadden toen zij trouwden. De man heeft op de vraag van de rechter hoe het zit, geantwoord dat hij ten tijde van het huwelijk, en nog altijd,
uitsluitendde Turkse nationaliteit had, terwijl de vrouw ten tijde van het huwelijk zowel de Turkse als de Nederlandse nationaliteit had, hetgeen de vrouw heeft bevestigd. Vast is dus komen te staan dat partijen ten tijde van hun huwelijkssluiting beiden enkel de Turkse nationaliteit hadden als gemeenschappelijke nationaliteit. Dit brengt mee dat ingevolge artikel 4 lid 2 onder a HHV het huwelijksvermogensregime van partijen aanvankelijk werd beheerst door Turks recht. Op grond van het bepaalde in artikel 7 lid 2 HHV werd op 15 mei 2016 (na 10 jaar huwelijk) Nederlands recht toepasselijk op hun huwelijksvermogensregime.