ECLI:NL:RBROT:2023:2189

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
16 maart 2023
Zaaknummer
C/10/639319 / HA ZA 22-457
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale koopovereenkomst en ontbinding in coronatests

In deze zaak, die voor de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen de rechtspersoon naar buitenlands recht ECOLOG DEUTSCHLAND GMBH en de besloten vennootschap ONE-EIGHTY-ONE. De partijen hebben op 24 of 25 november 2021 een overeenkomst gesloten voor de koop en levering van 470.000 coronatests. Na een aanbetaling van € 317.250,- door Ecolog, heeft One-Eighty-One een deel van de tests geleverd. Ecolog heeft echter de overeenkomst op 2 en 4 december 2021 ontbonden, omdat zij vond dat One-Eighty-One niet aan haar verplichtingen voldeed. In de procedure vorderde Ecolog een terugbetaling van het teveel betaalde bedrag, terwijl One-Eighty-One in reconventie een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst vorderde.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de overeenkomst als een internationale koopovereenkomst moet worden gekwalificeerd onder het Weens Koopverdrag (CISG). De rechtbank oordeelde dat Ecolog de overeenkomst ten onrechte gedeeltelijk had ontbonden, omdat er geen tekortkoming aan de zijde van One-Eighty-One was vastgesteld. De rechtbank heeft One-Eighty-One veroordeeld tot terugbetaling van het onverschuldigde bedrag van € 113.940,- aan Ecolog, vermeerderd met wettelijke rente. Ook is One-Eighty-One veroordeeld in de proceskosten van Ecolog in conventie, terwijl de vorderingen van One-Eighty-One in reconventie zijn afgewezen.

De uitspraak benadrukt de noodzaak van duidelijke communicatie en naleving van contractuele verplichtingen in internationale handelsrelaties, vooral in de context van de coronapandemie, waar tijdige levering van medische producten cruciaal is.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven
zaaknummer / rolnummer: C/10/639319 / HA ZA 22-457
Vonnis van 8 maart 2023
in de zaak van
de rechtspersoon naar buitenlands recht
ECOLOG DEUTSCHLAND GMBH,
gevestigd te Düsseldorf,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. F. Voermans te Tilburg,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ONE-EIGHTY-ONE,
gevestigd te Hoek van Holland (gem. Rotterdam),
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. M.A. T Schroots te Rotterdam.
Partijen zullen hierna Ecolog en One-Eighty-One genoemd worden.

1..De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 30 mei 2022 (met 13 producties);
  • de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie (met 9 producties);
  • de oproep van de rechtbank aan partijen voor een mondelinge behandeling;
  • de zittingsagenda;
  • de conclusie van antwoord in reconventie (met producties 14 t/m 20);
  • de spreekaantekeningen van mr. Voermans voornoemd;
  • de aantekeningen van de griffier van de op 17 november 2022 gehouden mondelinge behandeling.
1.2.
Het vonnis is nader bepaald op heden.

2..De feiten

2.1.
Ecolog en One-Eighty-One hebben op 24 of 25 november 2021 telefonisch een overeenkomst gesloten voor de koop en levering door One-Eighty-One van 470.000 coronatests tegen betaling van een bedrag van € 634.500,-.
2.2.
Op 25 november 2021 stuurt One-Eighty-One aan Ecolog de volgende bevestiging:
“Hierbei die Auftragsbestätigung von 470.000 Chroma rapid test Viva Diag Pro.
Die rechnung ist in separaten mail an ihnen geschickt (bitte ihr steuernummer)
Diese worden heute geladen und sind morgen nachmittags bei ihre adresse.”
One-Eighty-One verstuurt aan Ecolog op diezelfde dag een factuur ad € 634.500,-- met als vervaldatum 25 november 2021.
2.3.
Ecolog heeft op 26 november 2021 een bedrag van € 317.250,- aan One-Eighty-One overgemaakt. One-Eighty-One bevestigt dat deze aanbetaling is ontvangen in haar e-mail van 29 november 2021.
2.4.
Op 29 november 2021 levert One-Eighty-One aan Ecolog 49.800 coronatests.
2.5.
Op 2 december 2021 om 18:18 uur ontvangt One-Eighty-One een brief van Ecolog waarin zij de overeenkomst met One-Eighty-One volledig ontbindt.
2.7.
One-Eighty-One levert op 3 december 2021 aan Ecolog 100.800 coronatests.
2.8.
Op 4 december 2021 stuurt Ecolog opnieuw een brief aan One-Eighty-One waarin zij de overeenkomst met One-Eighty-One ontbindt “
due to repetitive failures and misleading information on the contractual obligations”. Ecolog vordert tevens terugbetaling van het teveel betaalde voorschot ten bedrage van € 117.315,- waarbij zij aangeeft dat er uiteindelijk slechts 148.100 tests ter waarde van € 199.935,- door haar zijn ontvangen.
2.9.
Ecolog heeft op 16 mei 2022 onder de Rabobank, de ING Bank en ABN AMRO Bank ten laste van One-Eighty-One derdenbeslag doen leggen.

3..Het geschil in conventie en reconventie

3.1. Ecolog vordert in conventie – kort gezegd – dat de rechtbank One-Eighty-One bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal veroordelen om aan haar te betalen:
A. een bedrag van € 179.361,94;
B. de wettelijke rente over € 179.361,94,- vanaf 23 mei 2022
C. de kosten van/voortvloeiende uit deze procedure alsmede van/uit de procedure tot
beslaglegging, vermeerderd met nakosten en rente.
3.3.
One-Eighty-One betwist genoemde stellingen van Ecolog en concludeert dat de rechtbank, bij zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
primair: de dagvaarding van Ecolog nietig zal verklaren, althans Ecolog niet-ontvankelijk zal verklaren in haar rechtsvorderingen;
subsidiair: Ecolog niet-ontvankelijk zal verklaren in haar rechtsvorderingen, althans haar deze rechtsvorderingen zal ontzeggen als zijnde ongegrond en onbewezen;
primair en subsidiair: Ecolog zal veroordelen in de proceskosten en nakosten van dit geding.
3.4.
In reconventie vordert One-Eighty-One – samengevat - dat de rechtbank bij zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
A. de tussen One-Eighty-One en Ecolog gesloten overeenkomst tot verkoop en levering van coronatests gedeeltelijk zal ontbinden met betrekking tot de verplichting van One-Eighty-One tot levering aan Ecolog van 235.000 van de 470.000 coronatests en de verplichting van Ecolog tot betaling aan One-Eighty-One van een bedrag van € 317.250, -- voor die 235.000 coronatests;
B. Ecolog zal veroordelen om binnen 48 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis “het litigieuze aantal coronatests” van One-Eighty-One af te nemen door die tests binnen die termijn op te halen en mee te nemen vanaf het adres: [adres01] te ( [postcode01] ) [plaats01] , op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- per dag;
C. Ecolog zal veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan One-Eighty-One te betalen, de schade die One-Eighty-One heeft geleden en nog zal lijden als gevolg van de toerekenbare tekortkoming van Ecolog, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding;
D. Ecolog zal veroordelen tot vergoeding van de buitengerechtelijke kosten, nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet;
E. een en ander met veroordeling van Ecolog in de kosten van dit geding in reconventie, te vermeerderen met de nakosten en rente.
3.5.
Samengevat baseert One-Eighty-One deze vordering op de volgende stellingen. De ontbinding door Ecolog alsmede de weigering van Ecolog om 100.000 coronatests af te nemen hebben te gelden als een verklaring van Ecolog dat zij de overeenkomst met One-Eighty-One niet zal gaan nakomen. Dat levert een wezenlijke tekortkoming van de zijde van Ecolog op. Deze tekortkoming in de nakoming van Ecolog geeft One-Eighty-One het recht om de tussen partijen gesloten koopovereenkomst (gedeeltelijke) te ontbinden.
Ecolog heeft aan One-Eighty-One voor 235.000 coronatests betaald. Ecolog heeft
150.600 van de 235.000 coronatests in ontvangst genomen, derhalve heeft Ecolog nog "recht" op c.q. is zij verplicht tot afname van 84.400 coronatests (235.000 —150.600 = 84.400).
Gelet op al deze feiten en omstandigheden heeft One-Eighty-One primair recht op
schadevergoeding op grond van art. 74 jo. 75 WKV.
3.6.
Ecolog verzoekt de rechtbank om, bij vonnis en uitvoerbaar bij voorraad, de vorderingen van One-Eighty-One af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten en nakosten van de procedure in reconventie.
3.7.
Op de andere stellingen van partijen wordt, voor zover ze van belang zijn, hieronder ingegaan.
B. de wettelijke rente over € 179.361,94,- vanaf 23 mei 2022
C. de kosten van/voortvloeiende uit deze procedure alsmede van/uit de procedure tot
beslaglegging, vermeerderd met nakosten en rente.

4..De beoordeling in conventie en in reconventie

bevoegdheid en toepasselijk recht

4.1.
Omdat de koper in Duitsland is gevestigd en de coronatests door een in Nederlandse gevestigde partij zijn verkocht, betreft dit een internationaal geschil. Daarom dient eerst vastgesteld te worden of deze rechtbank rechtsmacht heeft en welk recht op de rechtsverhouding van partijen van toepassing is.
4.2.
Aangezien One-Eighty-One is opgeroepen voor de rechter waar zij woonplaats heeft, komt aan deze rechtbank internationale rechtsmacht toe op grond van artikel 4 lid 1 Brussel Ibis-Vo.
4.3.
Voor wat betreft het toepasselijk recht zijn partijen het erover eens dat de tussen
hen gesloten overeenkomst als een internationale koopovereenkomst dient te worden
gekwalificeerd. Zowel op grond van artikel 1 lid 1 sub a (zowel Nederland als Duitsland zijn verdragsluitende partijen) als sub b (art. 4 lid 1 onder a van de Rome I-Vo knoopt aan bij de verblijfplaats van de verkoper) van het Weens Koopverdrag (CISG) resulteert dit in toepasselijkheid van dit verdrag, nu er door partijen geen gebruik is gemaakt van de mogelijkheid de toepasselijkheid van het CISG uit te sluiten.
Een en ander betekent concreet dat de rechtsverhouding tussen partijen wordt beheerst door
het CISG en, aanvullend door het (interne) Nederlandse recht.
processuele punten
4.4.
One-Eighty-One stelt primair dat de dagvaarding van Ecolog een "obscuur libel" is
en derhalve nietig moet worden verklaard.
Ecolog geeft volgens haar een volstrekt onvolledige en onduidelijke weergave van de feiten, het relaas van Ecolog is als geheel onbegrijpelijk en Ecolog geeft bewust, tegen beter weten in, een verkeerde weergave van de feiten. Ook formuleert Ecolog haar vordering niet op basis van (relevante) wetsartikelen en biedt Ecolog geen bewijs van haar stellingen aan. Ecolog verzuimt tevens getuigen te vermelden die zij mogelijk kan doen horen ter staving van de betwiste gronden van de eis. One-Eighty-One tast volstrekt in het duister op welke rechtsregels Ecolog zich in haar dagvaarding beroept en waar zij haar rechtsvorderingen in het processuele debat op stoelt. One-Eighty-One wordt door dit gebrek onredelijk in haar belangen geschaad bij het adequaat kunnen leveren van verweer.
4.5.
Ook de rechtbank vindt dat de dagvaarding bondig is en niets inhoudt over het toepasselijk recht. Desalniettemin verwerpt zij het beroep op nietigheid omdat niet gebleken is dat One-Eighty-One door de bondigheid van de dagvaarding is geschaad in haar verdediging. Ecolog wijst er terecht op dat uit de conclusie van antwoord blijkt dat One-Eighty-One wist tegen welke feiten en tegen welke juridische grondslag zij zich moest verweren. Tot slot bepaalt het vierde lid van artikel 120 Rv dat hetgeen is voorgeschreven in artikel 111 lid 3 (vermelding verweren, bewijsmiddelen en getuigen) niet op straffe van nietigheid is voorgeschreven.
4.6.
Ter zitting heeft Ecolog verduidelijkt dat haar stelling, dat door ontbinding van de koopovereenkomst partijen bevrijd zijn van de op hen rustende verbintenissen onjuist is en dat bedoeld is dat door de
gedeeltelijkeontbinding er voor One-Eighty-One een ongedaanmakingsverbintenis is ontstaan voor het bedrag dat wel betaald is door Ecolog, maar waarvoor One-Eighty-One geen coronatests heeft geleverd. Blijkens haar reactie heeft ook One-Eighty-One dit zo begrepen.
4.7.
Het verband tussen de reconventionele vorderingen waarin zowel gedeeltelijke ontbinding als nakoming wordt gevorderd is voor de rechtbank niet helemaal inzichtelijk. Zoals hierna zal blijken worden deze echter beide afgewezen.
de inhoud van de overeenkomst
4.8.
Ter zitting is vast komen te staan dat partijen eerder geen zaken met elkaar hadden gedaan. Het ging hier om daghandel in coronatests waarbij zij via tussenpersonen met elkaar in contact waren gekomen. Mondeling werden zij het eens over het te leveren aantal en de daarvoor te betalen prijs. Wat verder werd afgesproken is voor de rechtbank lastig vast te stellen. Volgens Ecolog zouden de coronatests uiterlijk 26 november 2021 geleverd worden, hetgeen door One-Eighty-One wordt betwist. Van haar kant stelt One-Eighty-One dat voorafgaand aan de levering betaald diende te worden en dat bestrijdt Ecolog.
De zin in de opdrachtbevestiging “
Diese worden heute geladen und sind morgen nachmittags bei ihre adresse”beschouwt de rechtbank als een mededeling van One-Eighty-One maar is onvoldoende om daar een contractuele verplichting uit af te leiden. Uit de overgelegde e-mailcorrespondentie blijkt wel dat Ecolog meermalen had verzocht om de kortst mogelijke levertermijn door te geven. Naar het oordeel van de rechtbank is het ook inherent aan daghandel van coronatests dat de levering op korte termijn diende plaats te vinden. Dat 26 november 2021 een fatale datum was is echter niet door Ecolog aangetoond en ook niet gemotiveerd ten bewijze aangeboden.
Evenmin is vast komen te staan dat voorafgaand aan de levering betaald moest worden. Dat blijkt niet uit de tekst van de door One-Eighty-One zelf verzonden opdrachtbevestiging. Evenmin betekent het feit dat One-Eighty-One op haar factuur als vervaldatum 25 november 2021 vermeldde nog niet dat dit ook met Ecolog was afgesproken.
4.9.
Wat hiervan ook zij, op 26 november 2021 kwamen partijen nader overeen dat Ecolog de helft vooruit zou betalen. Ecolog heeft diezelfde dag een bedrag van € 317.250,- aan One-Eighty-One overgemaakt.
Op 29 november schrijft [naam01] van One-Eighty-One aan Ecolog:
“I received your payment today, so we can proceed delivery. ( i will Inform u about the offloading time trucks)
As u payed 50% downpayment when can i expect restpayment? (for me would be best If u ca narrange.)”
Hieruit leidt de Rechtbank af dat One-Eighty-One vanwege de deelbetaling de levering zou voortzetten en niet – anders dan [naam01] op de zitting aangaf - dat betaling van de tweede helft voorwaarde was voor de resterende leveringen. Wel gaf [naam01] aan dat het hem goed uit zou komen als het tweede deel van de betaling snel zou volgen. Op grond van artikel 58, eerste lid van de CISG diende Ecolog te betalen wanneer de tests aan haar ter beschikking worden gesteld.
tekortkomingen
4.10.
De te beantwoorden vraag is dan of Ecolog de overeenkomst rechtsgeldig op grond van een tekortkoming gedeeltelijk heeft ontbonden op 4 december 2021. De ontbinding van 2 december 2021 kan verder onbesproken blijven omdat Ecolog zelf akkoord is gegaan met de levering van 3 december 2021 en daarmee kan worden geacht haar eerste beroep op volledige ontbinding te hebben ingetrokken.
Op grond van het bepaalde in artikel 49, tweede lid van de CISG kan de koper in geval van niet-aflevering de overeenkomst ontbonden verklaren indien de verkoper de zaken niet aflevert binnen de door de koper in overeenstemming met artikel 47, eerste lid, van de CISG gestelde aanvullende termijn. Uit de overgelegde Whatsappcorrespondentie blijkt dat [naam02] op 3 december namens Ecolog eist dat de volgende 100.000 coronatesten nog
diezelfde dag worden geleverd. Hoewel de rechtbank de ergernis aan de kant van Ecolog over eerdere door One-Eighty-One niet nagekomen beloften begrijpt, kan dit niet als een aanvullende termijn van redelijke duur worden beschouwd, als bedoeld in genoemd artikel van de CISG.
Ten aanzien van de beweerdelijk niet geleverde 2.500 coronatests is in het geheel niet gebleken dat er aan One-Eighty-One een redelijke termijn is gegeven om dit aantal alsnog te leveren. De slotsom is dat Ecolog de overeenkomst ten onrechte gedeeltelijk heeft ontbonden en dat zij, bij gebreke van een tekortkoming, geen schadevergoeding van One-Eighty-One kan vorderen.
4.11.
Van haar kant vordert One-Eighty-One in reconventie op grond van art. 72, derde lid, van de CISG, eveneens gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst. Volgens haar hebben de ontbinding door Ecolog alsmede de weigering door Ecolog van de door haar op 6 december 2021 aangeboden 100.000 coronatests te gelden als een verklaring van Ecolog dat zij de overeenkomst met One-Eighty-One niet zal gaan nakomen. Dat levert een wezenlijke tekortkoming van de zijde van Ecolog op en geeft haar het recht om de tussen partijen gesloten koopovereenkomst (gedeeltelijke) te ontbinden, aldus One-Eighty-One.
4.12.
Nog daargelaten dat Ecolog betwist dat op 6 december 2021 van de kant van One-Eighty-One aan haar 100.000 coronatests zijn aangeboden, stelt zij dat [naam01] toen al had ingestemd met de beëdiging van de overeenkomst.
Ook de rechtbank concludeert uit de overgelegde Whatsappcorrespondentie en de verklaring van [naam01] ter zitting dat het juist is dat hij op 3 december antwoordt: "
Ok i cancel", op het (herhaald) verzoek van [naam02] om te cancellen als One-Eighty-One de 100.000 coronatesten niet nog dezelfde dag kon leveren. Aldus was er sprake van wilsovereenstemming tussen partijen waardoor de overeenkomst werd beëindigd (art. 29, eerste lid CISG).
4.13.
Als gevolg van de beëindiging van de overeenkomst was er geen sprake van een wezenlijke tekortkoming aan de kant van Ecolog door het beweerdelijk weigeren van aangeboden coronatests.
Gesteld noch gebleken is verder waarom Ecolog gehouden zou zijn om in te gaan op een maanden later (in juli 2022) gedane sommatie om 100.000 coronatests af te nemen. Omdat ook geen tekortkomingen aan de zijde van Ecolog kunnen worden vastgesteld, falen de reconventionele vorderingen.
ongedaanmaking
4.14.
Tussen partijen staat vast dat uiteindelijk slechts 150.600 coronatests aan Ecolog zijn geleverd ad € 1,35 per stuk. Dit betekent derhalve een totale waarde van € 203.310,-. Aangezien Ecolog in totaal € 317.250,- aan One-Eighty-One heeft betaald, was daarvan een gedeelte ad € 113.940,- uiteindelijk onverschuldigd. De rechtbank zal One-Eighty-One veroordelen om dit bedrag, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2021, aan Ecolog terug te betalen.
kosten
4.15.
One-Eighty-One heeft niet betwist dat van de kant van Ecolog buitengerechtelijke incassokosten zijn gemaakt. Overeenkomstig de BIK-Staffel worden deze thans door de rechtbank vastgesteld op € 1.914,40 (exclusief BTW).
4.16.
Als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij zal One-Eighty-One in de proceskosten in conventie worden veroordeeld, de kosten van de beslagen daaronder begrepen. Deze bedragen aan de zijde van Ecolog:
- exploitkosten € 1.018,50
- vastrecht € 676,00
- advocaatkosten (3 punten x tarief V ad € 1.880 =)
€ 5.640,00
Totaal € 7.334,50
4.17.
Als de in het ongelijk gestelde partij zal One-Eighty-One in de proceskosten in reconventie worden veroordeeld. Deze bedragen aan de zijde van Ecolog:
- advocaatkosten (2 punten x tarief II ad € 598 = x 0,5) € 598,00.
4.18.
Uit de uitspraak van 10 juni 2022 van de Hoge Raad (ECLI:NL:HR:2022:853), onder nummer 2.3, leidt de rechtbank af dat in dit vonnis geen aparte beslissingen hoeven te worden genomen over nakosten en wettelijke rente daarover.

5..De beslissing

De rechtbank
in conventie
5.1.
verklaart de dagvaarding geldig;
5.2.
veroordeelt One-Eighty-One om tegen behoorlijk bewijs van kwijting een bedrag ad € 113.940,00 aan Ecolog te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 26 november 2021 tot aan de dag van algehele voldoening;
5.3.
veroordeelt One-Eighty-One in de proceskosten, die van de beslagen daaronder begrepen, die tot op heden aan de zijde van Ecolog worden begroot op € 7.334,50;
5.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
5.5.
wijst af het meer of anders gevorderde;
en in reconventie
5.6.
wijst de vorderingen af;
5.7.
veroordeelt One-Eighty-One in de proceskosten, die tot op heden aan de zijde van Ecolog worden begroot op € 598,00;
5.8.
verklaart dit vonnis ten aanzien van de veroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. P.C. Santema en door de rolrechter ondertekend en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023.
32/2054