Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..Onderzoek op de terechtzitting
2..Tenlastelegging
3..Eis officier van justitie
- vrijspraak van het onder 1 primair, 2 primair en 4 primair ten laste gelegde;
- bewezenverklaring van het onder 1 subsidiair (vanaf 2011), 2 subsidiair (vanaf 2011), 3, 4 subsidiair, 5 (met uitzondering van het medeplegen), 6 (met uitzondering van het medeplegen) en 7 ten laste gelegde;
- veroordeling van de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 720 dagen (24 maanden) met aftrek van voorarrest, waarvan 614 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 1 jaar en een taakstraf voor de duur van 240 uur, subsidiair 120 dagen vervangende hechtenis.
4..Waardering van het bewijs
“omdat het op die manier geldig was anders was het niet aftrekbaar bij de Belastingdienst. Dit is opzettelijk gedaan want anders was het niet geldig en kon er geen voordeel worden genoten (…)” [14] . De door de verdachte opgestelde valse kwitanties kunnen dan ook niet los worden gezien van de onjuiste belastingaangiften. Dat [naam09] in veel gevallen feitelijk degene is geweest die de aangiftes heeft ingevuld, doet aan de essentiële rol van de verdachte niet af. De verdachte was immers niet alleen op de hoogte van de onjuiste aangiftes, maar hij heeft daaraan ook een wezenlijke bijdrage geleverd door het opstellen van de valse giftkwitanties. Deze zouden als “bewijs” moeten dienen voor het geval de Belastingdienst daarnaar zou vragen. Bovendien was de verdachte de leidinggevende van [naam09] , zodat hij ook uit dien hoofde geacht kan worden betrokken te zijn geweest bij de belastingaangiften [15] . Die betrokkenheid vindt verder steun in de in zijn woning aangetroffen agenda met daarin een prijslijst met onder meer de kosten van het doen van een aangifte [16] .
2011tot en met 12 december 2016 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, telkens geschriften die bestemd waren
en
desponsorovereenkomsten tussen IUE en [bedrijf03] , d.d. 3 december 2014 (DOC-404) en 15 december 2015 (DOC-405) en
éénsponsorovereenkomst tussen IUE en [bedrijf04], d.d. 22 december 2014 (DOC-358) en
desponsorovereenkomsten tussen IUE en [bedrijf05] d.d. 25 december 2014 (DOC-445) en 18 december 2015 (DOC-446) en
desponsorovereenkomsten tussen IUE en [bedrijf06] , d.d. 30 september 2015 (DOC-397) en 29 augustus 2016 (DOC-398)
hebbendoen opmaken en/of hebben vervalst en/of heeft doen vervalsen, immers
hebbenhij en zijn mededaders (telkens) valselijk en in strijd met de waarheid:
warengedaan en/of betaald en,
2011tot en met 12 december 2016 te Rotterdam en/of elders in Nederland, tezamen en in vereniging met anderen, meermalen, (telkens) opzettelijk bij de Belastingwet voorziene aangiften, als bedoeld in de Algemene wet inzake Rijksbelastingen, te weten aangiften voor de inkomstenbelasting ten name van:
hebbenverdachte en/of zijn mededaders, (telkens) opzettelijk op de bij de Inspecteur der belastingen of de Belastingdienst te Rotterdam en/of elders in Nederland ingeleverde aangiftebiljetten inkomstenbelasting over genoemde jaren telkens giften aan IUE opgevoerd en/of vermeld en/of doen vermelden en/of laten vermelden, die in werkelijkheid niet (geheel) waren betaald, althans een te laag belastbaar bedrag, althans (telkens) een te laag bedrag aan belasting opgegeven en/of vermeld, terwijl die feiten (telkens) ertoe strekten dat te weinig belasting werd geheven;
namelijkeen gasrevolver van het merk Zoraki type Ri kaliber 9 mmR knal
5..Strafbaarheid feiten
1..subsidiair,
medeplegen van valsheid in geschrift, meermalen gepleegd;
2..subsidiair,
medeplegen van opzettelijk een bij de Belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, meermalen gepleegd;
4..subsidiair,
van het plegen van witwassen een gewoonte maken;
6..handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
6..Strafbaarheid verdachte
7..Motivering straffen
8..In beslag genomen voorwerpen
9..Toepasselijke wettelijke voorschriften
10..Bijlagen
11.. Beslissing
gevangenisstraf voor de duur van 108 (honderdacht) dagen;
180 (honderdtachtig) uren, waarbij de Reclassering Nederland dient te bepalen uit welke werkzaamheden de taakstraf dient te bestaan;
90 (negentig) dagen;
- verklaart verbeurd als bijkomende straf voor de feiten 1, 2 en 4: