ECLI:NL:RBROT:2023:213

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
3 januari 2023
Publicatiedatum
18 januari 2023
Zaaknummer
10-153308-18
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging voor een chronisch psychotische ter beschikking gestelde

Op 3 januari 2023 heeft de Rechtbank Rotterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling van een ter beschikking gestelde, die lijdt aan een chronisch psychotische stoornis, in de vorm van schizofrenie. De rechtbank ontving op 14 november 2022 een vordering van het openbaar ministerie tot verlenging van de terbeschikkingstelling, die oorspronkelijk was gelast ter zake van poging tot doodslag. De terbeschikkingstelling was ingegaan op 15 december 2018. Tijdens de openbare terechtzitting zijn de ter beschikking gestelde, zijn raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, en deskundigen gehoord. De deskundigen adviseerden unaniem om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor verdere behandeling en resocialisatie. De rechtbank oordeelde dat de ter beschikking gestelde nog steeds een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens vertoont, en dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling wordt verlengd. De rechtbank besloot de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, en wees het meer of anders verzochte af. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee andere rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing kan binnen veertien dagen beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam
Team straf 2
Parketnummer: 10-153308-18
Datum uitspraak: 3 januari 2023
Beslissing van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, met betrekking tot de terbeschikkingstelling van:
[naam ter beschikking gestelde01] ,
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01],
verblijvende in Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) Pompestichting te [plaats01]
(de instelling),
raadsvrouw mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek.

1..Inleiding

Bij vonnis van deze rechtbank is de terbeschikkingstelling van [naam ter beschikking gestelde01] gelast en is zijn verpleging van overheidswege (dwangverpleging) bevolen.
De terbeschikkingstelling is gelast ter zake van poging tot doodslag. De termijn van de terbeschikkingstelling is aangevangen op 15 december 2018.

2..Procesverloop

De rechtbank heeft op 14 november 2022 van het openbaar ministerie een vordering ontvangen tot verlenging van de terbeschikkingstelling. Bij die vordering zijn de daarbij vereiste stukken gevoegd dan wel later toegezonden.
De vordering is op de openbare terechtzitting van 3 januari 2023 behandeld.
De officier van justitie mr. B.J. Berton, de ter beschikking gestelde, bijgestaan door zijn raadsvrouw, en de deskundige [naam01] , als GZ-psycholoog en behandelcoördinator werkzaam bij de instelling, zijn gehoord.

3..Adviezen

Advies instelling
De instelling adviseert in het rapport, gedateerd 14 oktober 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Bij de ter beschikking gestelde is sprake is van een chronisch psychotische stoornis, in de vorm van schizofrenie. Daarnaast is er sprake van een stoornis in het gebruik van cannabis en amfetamine, beide langdurig in remissie in een gereguleerde omgeving.
De eerder overwogen diagnose ADHD is bij recent onderzoek uitgesloten. Door abstinentie van verdovende middelen, in combinatie met het gebruik van medicatie zijn de psychotische waandenkbeelden afgezwakt. Het effect hiervan is echter onvolledig. Wanneer de ter beschikking gestelde meer spanningen ervaart, neemt ook het psychotisch denken toe. De dosering van de antipsychotische medicatie zal daarom de komende periode worden opgehoogd. Positief is dat hij binnen de kliniek in staat blijkt om enige afstand te nemen van zijn psychotische belevingen, daarbij openstaat voor andere interpretaties van zijn gedachten en dat deze gedachten daardoor minder invloed hebben op zijn gedrag. De primaire delictfactor is echter nog altijd aanwezig: zonder het huidige externe kader zou de ter beschikking gestelde, vanwege een gebrekkig ziekte-inzicht, naar verwachting zijn medicatie staken en zich mogelijk onttrekken aan hulpverlening. Op basis van de risicotaxatie kan gesteld worden dat er sprake is van een hoog recidiverisico wanneer de maatregel beëindigd wordt.
De komende periode zal de ingezette behandellijn voortgezet worden. Met name de bewerking van de waandenkbeelden zal centraal blijven staan. De ter beschikking gestelde zal overgaan naar een resocialisatieafdeling, waar gericht gewerkt kan worden aan zijn maatschappelijke inbedding en gezocht kan worden naar een geschikte transmurale uitstroomvoorziening. Dit zal nog ten minste twee jaar in beslag nemen.
Advies psychiater
Psychiater [naam02] adviseert in het rapport, gedateerd 19 augustus 2022, de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De diagnostische conclusies komen in grote lijnen overeen met die van de instelling. Het recidiverisico wordt binnen het huidige TBS-kader ingeschat als laag, maar zal bij het wegvallen hiervan gradueel oplopen naar hoog. De ter beschikking gestelde is vooralsnog langere tijd gebaat bij een voldoende mate structuur en begeleiding, adequate medicatie inname en abstinentie van middelen. Zijn huidige medicatie is passend, maar de dosering is te laag. De psychiater adviseert deze dosering te verhogen, waardoor de randpsychotische klachten naar verwachting zullen afnemen en de draagkracht zal toenemen. Dit kan de resocialisatie vergemakkelijken en bestaande risico's verder inperken.
Het opstarten van een verlofkader wordt verantwoord geacht. Binnen de resocialisatiefase zal moeten blijken in hoeverre de ter beschikking gestelde zich staande kan houden met minder toezicht, structuur en begeleiding. Het is van belang om hem niet te overschatten en niet te snel te willen gaan. De psychiater adviseert de maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar. Het is niet reëel om te veronderstellen dat een uitstroomtraject en graduele resocialisatie al binnen een jaar kan worden gerealiseerd.
Advies psycholoog
Klinisch psycholoog [naam03] adviseert in het rapport, gedateerd 7 september 2022, de termijn van de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
De psycholoog ziet geen discrepanties tussen de diagnostische conclusies en die van de instelling. Ten aanzien van het recidive risico overweegt zij dat de ter beschikking gestelde voorafgaand aan de veroordeling nooit wegens geweld met justitie in aanraking is geweest. De psychose-gevoeligheid, de daarmee gepaard gaande waanideeën in de acute fase van een psychotische ontregeling en het middelengebruik (amfetamine en cannabis), vormen de belangrijkste risicofactoren. Het gevaar voor de toekomst hangt sterk af van het succes van de toekomstige resocialisatie en het behouden en verder uitbouwen van beschermende factoren. Het risicomanagement bestaat uit het opbouwen van stabiliteit op diverse levensterreinen (wonen, werk, relaties) en wordt op dit moment nog vormgegeven in de context van de klinische en gesloten setting. Het gebruik van antipsychotische medicatie, psycho-educatie en de afwezigheid van middelengebruik dragen bij aan het risicomanagement. Binnen de huidige context is het risico voldoende onder controle. Gunstig is dat de ter beschikking gestelde beschikt over een steunend netwerk van familie (ouders en broers), dat ook bij zijn verdere resocialisatie een ondersteunende rol kan spelen.
Het ligt op dit moment niet voor de hand dat het resocialisatieproces in minder dan twee jaar kan worden voltooid, zodat wordt geadviseerd de maatregel met twee jaar te verlengen.
Op de terechtzitting gegeven advies
De deskundige [naam01] heeft op de terechtzitting onder meer – zakelijk weergegeven – verklaard dat de ter beschikking gestelde in oktober 2022 is overgeplaatst naar de resocialisatie-afdeling en dat ongeveer tegelijkertijd de dosering van de antipsychotische medicatie is verhoogd. Hoewel over het effect van deze verhoging nog geen definitieve uitspraken gedaan kunnen worden, is de overplaatsing zonder onregelmatigheden verlopen en worden ook geen aanwijzingen gezien voor een toename van psychotische symptomen. In de komende periode zullen twee routes worden onderzocht met betrekking tot het verder te volgen traject. Mogelijk is dat de ter beschikking gestelde een langere periode in de omgeving van de kliniek verblijft en van daaruit wordt doorgeplaatst naar een RIBW, maar denkbaar is ook dat hij op relatief korte termijn wordt geplaatst in een FPA in de regio Rotterdam, waar zijn familie woont, en in samenwerking met een forensisch team van daaruit verder resocialiseert. Voordeel van deze laatste mogelijkheid zou zijn dat de ter beschikking gestelde niet twee keer hoeft te resocialiseren, eerst in de regio Nijmegen en vervolgens nogmaals in de regio Rotterdam.

4..Standpunt van partijen

Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft geconcludeerd tot verlenging van de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar.
Standpunt van de ter beschikking gestelde
De ter beschikking gestelde en de raadsvrouw hebben zich niet verzet tegen verlenging van terbeschikkingstelling. De ter beschikking gestelde wil graag dat de termijn wordt gesteld op één jaar, zodat daarna kan worden bezien waar hij dan staat en hoe het verdere traject eruit gaat zien. Zijn raadsvrouw voegt daaraan toe dat er ook al voorwaardelijk beëindigd kan worden wanneer de ter beschikking gestelde in de RIBW zit en dat een verlenging met de duur van 1 jaar ook goed zou zijn voor zijn moraal.

5..Beoordeling

Op grond van de adviezen van de deskundigen en wat verder naar voren is gekomen op de terechtzitting is de rechtbank van oordeel dat:
- er nog steeds sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en/of ziekelijke stoornis van de geestvermogens van de ter beschikking gestelde;
- de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar wordt verlengd.
Vaste jurisprudentie is dat de terbeschikkingstelling dient te worden verlengd met een termijn van twee jaar wanneer aannemelijk is geworden dat de behandeling en resocialisatie van de terbeschikkinggestelde in het bestaande juridische kader meer tijd in beslag zullen nemen dan de tijd die resteert bij een verlenging van de terbeschikkingstelling met een termijn van een jaar. De rechtbank ziet in dit geval geen aanleiding om van dit uitgangspunt af te wijken en ziet in het verlengingsadvies van de instelling en in de voortgang van het behandeltraject in de afgelopen periode ook geen aanleiding voor een rechterlijke toetsing na een jaar.
De ter beschikking gestelde heeft de afgelopen periode belangrijke stappen gezet in zijn behandeling. Deze verloopt goed, zij het met kleine stapjes om het risico op terugval in te perken. De ambulante rapporteurs ondersteunen het beleid van de instelling op dit punt en signaleren op basis van de door hen vastgestelde psychiatrische problematiek ook een risico op overschatting van de draagkracht van de ter beschikking gestelde in het resocialisatietraject. De komende tijd zal dit traject verder vorm krijgen. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat de instelling dit voortvarend zal blijven oppakken en tijdig de daarvoor benodigde uitbreiding van verloven zal aanvragen.
De totale duur van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging gaat door de verlenging een periode van vier jaar te boven. Verlenging is niettemin mogelijk, omdat de terbeschikkingstelling is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van één of meer personen.

6..Beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling met
2 (twee)jaren;
wijst afhet meer of anders verzochte.
Deze beslissing is genomen door
mr. B.E. Dijkers, voorzitter,
en mrs. M.K. Asscheman-Versluis en J.M.L. van Mulbregt, rechters,
in tegenwoordigheid van M.J. Grootendorst, griffier
en uitgesproken op de openbare terechtzitting.
De oudste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
Tegen deze beslissing kan het openbaar ministerie binnen veertien dagen na de uitspraak en de ter beschikking gestelde binnen veertien dagen na betekening daarvan beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.