Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 14 maart 2023 in de zaak tussen
[naam eiser], uit [plaatsnaam 1], eiser
de korpschef van politie (de korpschef)
Inleiding
Beoordeling door de rechtbank
4.3.2. Volgens artikel 14a, eerste lid, van het Brvvp heeft de aspirant aanspraak op vergoeding van kosten voor tijdelijke huisvesting, indien naar het oordeel van het bevoegd gezag de aspirant niet dagelijks heen en weer kan reizen tussen de woning en de plaats waar een krachtens artikel 2c, eerste lid, van het Besluit algemene rechtspositie aangewezen politieopleiding wordt gevolgd en het bevoegd gezag geen voorziening voor verblijf in de omgeving van de plaats waar deze politieopleiding wordt gevolgd, aan de aspirant verstrekt. Niet in geding is dat eiser niet dagelijks tussen Leeuwarden en Rotterdam heen en weer kon reizen.
Dat, zoals door de korpschef gesteld, toen artikel 14a van het Brvvp in 2011 werd ingevoerd, het theoretische deel van de opleiding veelal buiten de plaats dan de eenheid van aanstelling plaatsvond, vormt evenmin voldoende grond om in dit geval de huisvesting niet tijdelijk te achten.