ECLI:NL:RBROT:2023:1865

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
19 januari 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
C/10/649623 / JE RK 22-2911
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onderzoek naar de noodzaak van ondertoezichtstelling van kinderen in een vechtscheiding met communicatieproblemen tussen ouders

In deze zaak heeft de kinderrechter op 19 januari 2023 uitspraak gedaan over de ondertoezichtstelling van twee kinderen, [naam kind01] en [naam kind02], die in een vechtscheiding verkeren. De ouders kunnen niet met elkaar communiceren, wat heeft geleid tot een situatie waarin [naam kind01] de vader al drie jaar niet heeft gezien. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om ondertoezichtstelling, omdat er een bedreigde ontwikkeling van de kinderen is vastgesteld. De kinderrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, waarbij zowel de ouders als vertegenwoordigers van de Raad en de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond aanwezig waren.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders in een loyaaliteitsconflict zijn beland, wat de ontwikkeling van de kinderen ernstig bedreigt. De Raad heeft aangegeven dat hulpverlening noodzakelijk is om de destructieve patronen te doorbreken en dat een jeugdbeschermer betrokken moet worden. De moeder heeft haar zorgen geuit over de veiligheid en ontwikkeling van de kinderen, terwijl de vader het verzoek van de Raad steunt en openstaat voor hulpverlening.

De kinderrechter heeft geoordeeld dat de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk is en heeft de ondertoezichtstelling voor de duur van twaalf maanden uitgesproken. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ROTTERDAM

Team Jeugd
zaakgegevens: C/10/649623 / JE RK 22-2911
datum uitspraak: 19 januari 2023

beschikking ondertoezichtstelling

in de zaak van

de Raad voor de Kinderbescherming regio Rotterdam-Dordrecht,

hierna te noemen: de Raad, gevestigd te Rotterdam,
betreffende

[naam kind01] ,

geboren op [geboortedatum01] 2010 te [geboorteplaats01] , hierna te noemen: [naam kind01] ,

[naam kind02] ,

geboren op [geboortedatum02] 2014 te [geboorteplaats02] , hierna te noemen: [naam kind02] .
De kinderrechter merkt als belanghebbenden aan:

[naam01] ,

hierna te noemen: de moeder, wonende te [woonplaats01] ,
advocaat: mr. V.S. Waterval, kantoorhoudende te Spijkenisse,

[naam02] ,

hierna te noemen: de vader, wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
De kinderrechter merkt als informant aan:

[naam03] ,

hierna te noemen: de stiefmoeder, wonende op een bij de rechtbank bekend adres.

Het procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen van de Raad van 16 december 2022, ingekomen bij de griffie op diezelfde datum.
Op 19 januari 2023 heeft de kinderrechter de zaak ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [naam kind01] , die voorafgaand aan de zitting apart is gehoord,
- de moeder, bijgestaan door haar advocaat, voornoemd,
- de vader en de stiefmoeder,
- een vertegenwoordiger van de Raad, [naam04] ,
- een vertegenwoordiger van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, hierna te noemen: de GI, gevestigd te Rotterdam, [naam05] .

De feiten

Het ouderlijk gezag over [naam kind01] en [naam kind02] wordt uitgeoefend door de ouders.
[naam kind01] en [naam kind02] wonen bij de moeder.

Het verzoek

De Raad heeft de ondertoezichtstelling van [naam kind01] en [naam kind02] verzocht voor de duur van twaalf maanden.

Het standpunt van de Raad

De Raad handhaaft ter zitting het verzoek en licht dit als volgt toe. Er is sprake van een bedreigde ontwikkeling van [naam kind01] en [naam kind02] . De ouders praten niet meer met elkaar. Zij wantrouwen elkaar en [naam kind01] en [naam kind02] voelen dit. Ook is er sprake van een verstoorde relatie tussen [naam kind01] en de vader. [naam kind01] ziet hem niet meer. [naam kind02] gaat nog wel naar de vader toe. De indruk bestaat dat [naam kind01] zich verantwoordelijk voelt voor wat bij de vader gebeurt. Hulpverlening in de vorm van Parallel Ouderschap en een systemische aanpak is nodig om de situatie ten goede te keren. Het is van belang dat de volwassenen het vertrouwen in elkaar terugvinden en dat kinderen een normale relatie hebben met de beide ouders. Een jeugdbeschermer moet met de volwassenen in gesprek gaan en moet kijken welke hulpverlening kan worden ingezet. Daarbij merkt de Raad tot slot op dat het doorbreken van de destructieve patronen tijd kost.

Het standpunt van de GI

De GI ondersteunt ter zitting het verzoek van de Raad.
[naam kind01] en [naam kind02] verkeren in een loyaliteitsconflict. [naam kind01] ziet de vader al drie jaar niet. [naam kind01] heeft hierover gesprekken gehad met een psycholoog bij het MC Kinderplein. De vader werd hier echter niet bij betrokken en uiteindelijk is dit door de vader stopgezet. Het wordt voor [naam kind01] alleen maar moeilijker om de vader weer te gaan zien. Het is belangrijk dat een onafhankelijk persoon hierover met [naam kind01] in gesprek gaat en dat de beide ouders daarbij worden betrokken. Ook [naam kind02] moet met iemand gaan praten. De Raad denkt daarvoor aan de inzet van schoolmaatschappelijk werk. Dit is een eerste goede stap. De patronen binnen de gezinnen moeten worden doorbroken. Hiervoor is de inzet van mediaton of Ouderschap Na Scheiding een goede optie. Desgevraagd is er geen zicht op wanneer er een vaste jeugdbeschermer betrokken kan raken bij het gezin. Er wordt wel geprobeerd een vast contactpersoon aan te stellen. Daarnaast kan de hulpverlening alvast worden aangevraagd.

Het standpunt van de moeder

Namens de moeder is ter zitting aangegeven dat de moeder blij is met het verzoek van de Raad. De moeder kan het niet meer alleen. De ontwikkeling van de kinderen wordt erg bedreigd. [naam kind01] gaat niet naar de vader. [naam kind02] gaat hier wel heen. De moeder weet niet hoe zij het patroon moet doorbreken. De ouders communiceren niet en de hulpverlening lukt niet. Ook de hulpverlening voor [naam kind01] is stopgezet. Het is in het belang van de kinderen dat er een jeugdbeschermer betrokken raakt en dat er wordt meegekeken naar de verhouding tussen de vader en de kinderen en de ouders. Hiervoor is hulpverlening nodig. Ook moet er naar de veiligheid van de kinderen worden gekeken. Alles bij elkaar genomen hoopt de moeder dat de ondertoezichtstelling wordt uitgesproken en dat de hulpverlening voor de ouders en de kinderen zo snel mogelijk wordt aangevraagd.
Ter aanvulling hierop zegt de moeder dat de kinderen behoorlijk beschadigd zijn. De ouders kunnen niet met elkaar communiceren en zij begrijpen elkaar niet. De ouders houden van de kinderen en zij willen het beste voor de kinderen, maar op deze manier gaat het niet. De kinderen horen zich geen zorgen te maken over hun veiligheid. Desgevraagd zegt de moeder dat dit zich uit bij [naam kind02] in stil en teruggetrokken zijn, minder goed eten, slecht slapen en minder presteren op school. De kinderrechter benoemt dat vooral de moeder bezig is met het wijzen op de veiligheid bij de vader, terwijl deze signalen ook een uiting kunnen zijn van het loyaliteitsconflict.

Het standpunt van de vader

De vader voert ter zitting geen verweer tegen het verzoek van de Raad. Hij onderschrijft de uitkomsten uit het onderzoek van de Raad en het standpunt van de GI ter zitting.
De inzet van een mediationtraject en gesprekken komen niet van de grond. De vader hoopt dan ook dat het patroon door middel van de ondertoezichtstelling kan worden doorbroken, zodat de kinderen uit het loyaliteitsconflict kunnen worden gehaald en zorgeloos bij de beide ouders kunnen opgroeien. Indien de vader en de stiefmoeder hun patroon moeten doorbreken of veranderen, dan werken zij daar aan mee. Ook staan zij open voor systeemtherapie. Desgevraagd hebben vader en de stiefmoeder de afgelopen drie jaar veel hulpverlening gehad om met de situatie om te gaan en er als gezin sterker uit te komen. Verder gebruikt de moeder de zorgen over de veiligheid bij de vader als argument om zaken te kunnen rechtvaardigen. De kinderen zitten in een loyaliteitsconflict en vertellen daarom soms wat de ouders willen horen. Hoewel het niet goed is wat er is gebeurd tussen [naam kind01] en de stiefmoeder, is er sprake geweest van een incident. De emoties waren op dat moment hoog opgelopen en nog dezelfde dag is er met [naam kind01] over gesproken. Daarna is dit zodanig opgeblazen dat [naam kind01] haar vader niet meer wilde zien.

De beoordeling

Uit de overgelegde stukken en de behandeling ter zitting blijkt dat [naam kind01] en [naam kind02] ernstig in hun ontwikkeling worden bedreigd. [naam kind01] en [naam kind02] hebben ingrijpende gebeurtenissen meegemaakt. Tussen de ouders is sprake van een vechtscheiding en [naam kind01] en [naam kind02] worden hiermee belast. De ouders maken over en weer verwijten en zij leggen de schuld bij de ander neer. Het lukt de ouders niet om met elkaar te praten en afspraken te maken in het belang van [naam kind01] en [naam kind02] . Vorige maand (december) is bijvoorbeeld nog een kortgeding geweest over de verdeling van de kerstvakantie. De ouders zijn ernstig door de ondergrens gezakt.
Door de aanhoudende strijd en conflicten lijken [naam kind01] en [naam kind02] in een loyaliteitsconflict terecht te zijn gekomen. [naam kind01] heeft de vader nu drie jaar niet gezien. Ook blijkt uit het onderzoek van de Raad dat er vanuit school zorgen zijn over de psychische gesteldheid van [naam kind02] .
Om het destructieve patroon te doorbreken is de betrokkenheid van een jeugdbeschermer noodzakelijk. De komende periode is het van belang dat de ouders (en de stiefmoeder) en [naam kind01] en [naam kind02] zo spoedig mogelijk worden aangemeld voor de systematische en individuele hulpverlening en dat er een vaste jeugdbeschermer betrokken raakt om regie te voeren.
Uit voorgaande volgt dat is voldaan aan het wettelijke criterium genoemd in artikel 1:255 van het Burgerlijk Wetboek. De kinderrechter zal daarom [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht stellen voor de duur van twaalf maanden.

De beslissing

De kinderrechter:
stelt [naam kind01] en [naam kind02] onder toezicht van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming Rotterdam Rijnmond, gevestigd te Rotterdam, met ingang van 19 januari 2023 tot 19 januari 2024;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2023 door mr. T. van den Akker, kinderrechter, in tegenwoordigheid van M.G.L. van der Linden als griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 1 februari 2023.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
Den Haag.