Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
2. [gedaagde01] ,
1..De procedure
- de dagvaarding van 30 juni 2022, met bijlagen;
- het herstelexploot van 11 augustus 2022;
- de e-mail van [eiser01] van 12 september 2022, met bijlagen;
- het antwoord met eis in reconventie (tegeneis) [gedaagde01] , met bijlagen;
- het antwoord van de Staat, met bijlagen;
- de e-mail van [eiser01] van 13 januari 2023, met bijlagen.
2..De feiten
8 augustus 2020 werkzaamheden laten uitvoeren in het gehuurde. Op 8 augustus 2020 heeft [gedaagde01] een bericht gestuurd aan [eiser01] dat de lekkage in het gehuurde nog niet was verholpen.
3..Het geschil
- de Huurcommissie te dwingen haar uitspraak te vernietigen;
- de Huurcommissie te veroordelen voor alle schade die uit deze kwestie voortvloeit, te vermeerderen met wettelijke rente;
- de Huurcommissie te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
- [verweerder01] te veroordelen aan hem te betalen € 3.177,95,- met rente over een bedrag van € 2.700,- vanaf 22 augustus 2022;
- [verweerder01] te veroordelen in de proceskosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
1 februari 2020 verminderd tot een bedrag van € 200,-. [eiser02] heeft vanaf 1 februari 2020 tot de einddatum van de huurovereenkomst (31 oktober 2020) € 500,- per maand betaald. Dit betekent dat over een periode van negen maanden € 300,- per maand te veel is betaald, in totaal dus € 2.700,-. [verweerder01] is op 8 augustus 2022 gesommeerd om dit bedrag aan [eiser02] terug te betalen, maar heeft dat niet gedaan. [verweerder01] is daarom in verzuim. Omdat [eiser02] – zonder resultaat – buitengerechtelijke incassowerkzaamheden heeft laten verrichten, is [verweerder01] ook buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd.
4..De beoordeling
De kantonrechter zal [verweerder01] in de gelegenheid stellen om in deze procedure, in reconventie, de uitspraak die de Huurcommissie hierover zal doen in het geding te brengen, zodat daarmee in het eindvonnis alsnog rekening kan worden gehouden. De kantonrechter zal deze procedure daarvoor (vooralsnog) aanhouden tot de rolzitting van woensdag 13 september 2023 om 14.30 uur. Op die rolzitting moet [verweerder01] een akte nemen, waarbij de uitspraak van de Huurcommissie wordt overgelegd. Zo mocht blijken dat de Huurcommissie op die datum nog geen uitspraak heeft gedaan, dient [verweerder01] stukken over te leggen, waaruit blijkt wat de stand van zaken is in de procedure bij de Huurcommissie. Zo mocht blijken dat de Huurcommissie op een eerder moment dan 13 september 2023 uitspraak heeft gedaan, kunnen partijen, althans een van hen, het verzoek doen aan de griffie om de zaak eerder op de rol op te brengen.
5..De beslissing
- [verweerder01] zich op de rolzitting van
- indien [verweerder01] op dat moment beschikt over een uitspraak van de Huurcommissie, hij die uitspraak bij de akte in het geding moet brengen;
- indien [verweerder01] op dat moment nog niet beschikt over een uitspraak van de Huurcommissie, hij bij die akte stukken in het geding moet brengen waaruit de voortgang van de procedure bij de Huurcommissie blijkt;