Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer van 6 maart 2023 in de zaak tussen
[naam eiseres], uit [plaats] , eisers
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Rotterdam op 6 maart 2023, gaat het om de intrekking en terugvordering van een bijstandsuitkering op basis van de Participatiewet (Pw) door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Capelle aan den IJssel. Eisers, een echtpaar zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, hebben in beroep de beslissing van het college aangevochten, die hun bijstandsuitkering per 26 maart 2019 had beëindigd en een bedrag van € 27.899,93 had teruggevorderd. De rechtbank heeft de zaak behandeld na een bezwaar van eiseres tegen de beëindiging van de uitkering, dat door het college niet-ontvankelijk was verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eisers sinds 1 januari 2015 bijstand ontvingen, maar dat er vermoedens bestonden dat eiser in het buitenland verbleef en mogelijk inkomsten had uit werkzaamheden in Groot-Brittannië. Dit leidde tot een onderzoek door het college, waarbij bleek dat eiser op twee adressen in Groot-Brittannië stond ingeschreven en daar werkzaamheden had verricht. Eisers voerden aan dat er sprake was van identiteitsfraude, maar de rechtbank oordeelde dat zij niet voldoende bewijs hadden geleverd om deze claim te onderbouwen.
De rechtbank concludeerde dat het college terecht had aangenomen dat eiser inkomsten had genoten die niet waren gemeld, en dat het daarom gerechtigd was om de bijstandsuitkering in te trekken en de teveel verstrekte bijstand terug te vorderen. Het beroep van eisers werd ongegrond verklaard, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 6 maart 2023.