Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 14 april 2022, met bijlagen;
- het verstekvonnis van deze rechtbank van 10 mei 2022, met zaaknummer 9833725 CV EXPL 22-12684;
- de verzetdagvaarding van 5 juli 2022, met bijlagen;
- de repliek, met bijlagen;
- de dupliek, met bijlagen;
- de akte uitlating producties.
2.De feiten
- Zich niet meer voor het uitvoeren van werkzaamheden via Olympia beschikbaar stelt of de uitzendovereenkomst opzegt;
- De door Olympia aangeboden redelijke passende arbeid weigert;
- De inleenopdracht door de opdrachtgever wegens verwijtbaar gedrag wordt ingetrokken;
- De uitzendovereenkomst van de Chauffeur in opleiding wordt wegens verwijtbaar handelen of nalaten beëindigd door Olympia;
“(…) Weet dat wanneer je ontslag neemt, je jouw studiekosten (gedeeltelijk) moet terug betalen. Graag gaan we met elkaar in gesprek om te kijken wat we aan de situatie kunnen veranderen. Mocht je dit willen dan zullen we een afspraak inplannen. Je hebt altijd naar wens gereden bij de opdrachtgever en hij zou je ook graag terugzien op het werk. (…)
3.Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 7.178,92 met rente;
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen de door haar gemaakte buitengerechtelijke incassokosten;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten met rente;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
maximaal€ 10.000,- zullen bedragen en op de bij de overeenkomst behorende bijlage staan wel bedragen genoemd, maar uit de overeenkomst blijkt niet welke onderdelen van die bijlage tot de opleiding van [gedaagde01] behoren en welke niet. Het had op de weg van Olympia gelegen om de kosten duidelijk(er) in de opleidingsovereenkomst tot uitdrukking te brengen, door het opnemen van het voor hem gekozen lespakket en daarmee het geldende minimumbedrag en eventuele kosten voor herexamens. Nu is [gedaagde01] pas voor het eerst op 27 september 2021 bekend geworden met de totale kosten van de opleiding.