Uitspraak
Rechtbank Rotterdam
1..De procedure
- verzoekster;
- de heren [naam 1] en [naam 2], werkzaam bij stichting Fonds de Loods (hierna: Fonds de Loods);
- mr. E-J.W. Griffioen, advocaat van verzoekster;
- mevrouw H. Bakker, gezinsondersteuner.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van een dwangakkoord, ingediend door verzoekster, die in financiële problemen verkeert. Verzoekster heeft op 22 november 2022 een verzoek ingediend om een schuldsaneringsregeling, waarbij zij een schuldregeling heeft aangeboden aan haar schuldeisers. De schuldeiser, vertegenwoordigd door Tchai Legal, heeft echter geweigerd in te stemmen met de aangeboden regeling. Tijdens de zitting op 1 februari 2023 is de schuldeiser niet verschenen, terwijl verzoekster en haar vertegenwoordigers wel aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster elf schuldeisers heeft, met een totale vordering van € 23.258,00. De aangeboden regeling hield in dat de concurrente schuldeisers circa 8% van hun vordering zouden ontvangen, maar dit aanbod werd niet geaccepteerd door de weigerende schuldeiser. De rechtbank heeft in haar beoordeling gekeken naar de wettelijke vereisten van artikel 287a lid 7 van de Faillissementswet (Fw), die stelt dat een verzoek tot toepassing van een dwangakkoord moet worden afgewezen als de schuldbemiddeling niet is uitgevoerd door een erkende persoon of instelling volgens artikel 48 van de Wet op het consumentenkrediet (Wck).
Fonds de Loods, die de schuldhulpverlening heeft uitgevoerd, viel niet onder de in artikel 48 Wck genoemde categorieën, waardoor de rechtbank oordeelde dat de schuldbemiddeling niet rechtsgeldig was. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het verzoek om een gedwongen schuldregeling moest worden afgewezen, omdat de noodzakelijke voorwaarden niet waren vervuld. De beslissing is openbaar uitgesproken en verzoekster heeft de mogelijkheid om binnen acht dagen hoger beroep aan te tekenen.