Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 augustus 2023, met bijlagen;
- het antwoord;
- de repliek, met één bijlage;
- de dupliek.
2.De feiten
3.Het geschil
- [gedaagde01] te veroordelen aan haar te betalen € 1.086,79 met de wettelijke rente over een bedrag van € 910,41 vanaf 30 juni 2022 tot de dag van volledige betaling;
- [gedaagde01] te veroordelen in de proceskosten en de nakosten;
- het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
4.De beoordeling
in rekening gebrachtevoorschotbedragen in mindering zijn gebracht, maar dat dit niet betekent dat deze ook daadwerkelijk door [gedaagde01] zijn voldaan.
in rekening gebrachtevoorschotbedragen op de eindnota in mindering zijn gebracht en níet de
betaaldevoorschotbedragen, betekent dan ook dat uit de eindnota niet kan worden afgeleid dat de voorschotbedragen ook werkelijk door [gedaagde01] zijn voldaan. [gedaagde01] heeft ook niet betwist dat hij de voorschotbedragen van 1 mei 2020 en 1 juni 2020 niet heeft voldaan en heeft ook geen betalingsbewijzen in het geding gebracht, waaruit kan worden opgemaakt dat hij deze wel heeft betaald. Nu daarmee niet gebleken is dat deze bedragen door [gedaagde01] zijn voldaan, dient [gedaagde01] de voorschotbedragen van 1 mei 2020 en 1 juni 2020 van telkens € 157,00 nog aan BudgetEnergie te voldoen.