ECLI:NL:RBROT:2023:1592
Rechtbank Rotterdam
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens misbruik van recht en griffierecht
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 9 februari 2022, die betrekking had op een verzoek om openbaarmaking van cijfermatig materiaal inzake het afgeven van verklaringen omtrent gedrag. De rechtbank Rotterdam heeft op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. Dit besluit is genomen op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de rechtbank zonder zitting heeft geoordeeld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht kan worden verleend. Hierdoor is eiser in verzuim om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank wijst in haar overwegingen op het eerdere procedeergedrag van eiser en de omstandigheid dat het verzoek in essentie is gehonoreerd. Het thans nog bestaande geschil betreft een uitbreiding van het verzoek in bezwaar, wat volgens de rechtbank niet mogelijk is, zoals ook blijkt uit eerdere rechtspraak (ECLI:NL:RVS:2022:3859).
De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.