ECLI:NL:RBROT:2023:1592

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
1 maart 2023
Publicatiedatum
27 februari 2023
Zaaknummer
ROT 22/3504
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Vereenvoudigde behandeling
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens misbruik van recht en griffierecht

In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 9 februari 2022, die betrekking had op een verzoek om openbaarmaking van cijfermatig materiaal inzake het afgeven van verklaringen omtrent gedrag. De rechtbank Rotterdam heeft op 1 maart 2023 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep van eiser niet-ontvankelijk is verklaard. Dit besluit is genomen op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarbij de rechtbank zonder zitting heeft geoordeeld.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht kan worden verleend. Hierdoor is eiser in verzuim om het verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank wijst in haar overwegingen op het eerdere procedeergedrag van eiser en de omstandigheid dat het verzoek in essentie is gehonoreerd. Het thans nog bestaande geschil betreft een uitbreiding van het verzoek in bezwaar, wat volgens de rechtbank niet mogelijk is, zoals ook blijkt uit eerdere rechtspraak (ECLI:NL:RVS:2022:3859).

De rechtbank heeft voorts geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener van het verzetschrift kan verzoeken om gehoord te worden over het verzet.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Bestuursrecht
zaaknummer: ROT 22/3504
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 maart 2023 als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de zaak tussen

[Naam], te [Plaats], eiser,

en

de Minister voor Rechtsbescherming, verweerder.

Procesverloop

1. Eiser heeft beroep ingesteld tegen een beslissing op bezwaar van 9 februari 2022 inzake een besluit op een verzoek om openbaarmaking van cijfermatig materiaal inzake het afgeven van verklaringen omtrent gedrag.

Overwegingen

2. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Awb uitspraak zonder zitting.
3. Het beroep wordt niet-ontvankelijk verklaard omdat eiser wegens misbruik van recht geen ontheffing van griffierecht wordt verleend, zodat hij in verzuim is het in de zaak verschuldigde griffierecht te voldoen. De rechtbank wijst in dit verband op het eerdere procedeergedrag van eiser, op de omstandigheid dat het verzoek in essentie is gehonoreerd en dat het thans nog bestaande geschil draait om een uitbreiding van eisers verzoek in bezwaar, wat niet mogelijk is (ECLI:NL:RVS:2022:3859).
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.B.J. van Elden, rechter, in aanwezigheid van
mr. R. Stijnen, griffier. De uitspraak is in het openbaar gedaan op 1 maart 2023.
De rechter en de griffier zijn verhinderd de uitspraak te ondertekenen.
griffier rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.