5.2Door de elf producten expliciet en op een prominente plaats op de website te vermelden en daarbij de mogelijkheid te bieden om door middel van het aanklikken van een hyperlink direct toegang te krijgen tot het beschikbare assortiment van het betreffende merk, worden deze elf merken en daarmee de producten daarvan extra onder de aandacht gebracht ten opzichte van de overige door eiser verkochte merken. Voor de overige merken geldt immers dat de consument de merknamen niet direct zal kunnen waarnemen en pas na het uitvoeren van extra handelingen uitkomt bij het assortiment van deze merken. Doordat de elf merknamen van e-sigaretten ten opzichte van de overige merken extra onder de aandacht worden gebracht, stelt verweerder zich terecht op het standpunt dat sprake is van een vorm van commerciële mededeling die het bekendheid geven aan of het aanprijzen van een tabaksproduct of aanverwant product tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft en dat reeds om die reden sprake is van een overtreding van artikel 5, eerste lid, van de Trw. Anders dan eiseres lijkt te betogen is daarvoor niet relevant dat de betreffende weergave ook daadwerkelijk een verkoopbevorderend effect heeft gehad.
6. In beroep betwist eiseres niet langer dat de aanwezigheid van de sorteerfunctie ‘Meest recent’ en ‘Meest bekeken’ op haar website tot doel dan wel rechtstreeks of onrechtstreeks tot gevolg heeft dat tabaksproducten of aanverwante producten worden aangeprezen. Daarmee staat vast dat eiseres door deze sorteerfunctie op haar website ter beschikking te stellen het reclameverbod als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Trw heeft overtreden.
7. Op grond van artikel 5, derde lid, van de Trw wordt onder het reclameverbod eveneens begrepen het tonen van te koop aangeboden tabaksproducten en aanverwante producten. Uit artikel 6.7, tweede lid, van de Regeling volgt dat tabaksproducten en aanverwante producten die worden aangeboden voor binnenlandse verkoop op afstand slechts door middel van een neutrale en sobere beschrijving en zonder afbeelding worden aangeduid. In dit geval heeft eiseres in beroep niet bestreden dat een afbeelding van het product ‘Aspire Nautiles Steel Tube’ buiten de winkelwagenomgeving zichtbaar was op de website. Reeds hierom heeft verweerder zich terecht op het standpunt gesteld dat eiseres ook door het tonen van deze afbeelding artikel 5 van de Trw heeft overtreden. Overigens geldt dat ook voor de afbeelding die in de winkelwagenomgeving zichtbaar is. De wetgever heeft immers geen enkele fase van het verkoopproces uitgezonderd van de in artikel 6.7 van de Regeling opgenomen bepaling.
De hoogte en evenredigheid van de boete
8. Gelet op het vorenstaande staat vast dat eiseres heeft gehandeld in strijd met artikel 5, eerste lid, van de Trw, zodat verweerder op grond van artikel 11b, eerste lid, van de Trw in beginsel bevoegd was om eiseres een bestuurlijke boete op te leggen.
9. De beroepsgrond dat verweerder had moeten afzien van boeteoplegging omdat eiseres een hersteltermijn is aangeboden slaagt niet. Uit het rapport volgt dat de inspecteur eiseres heeft opgebeld, haar op de hoogte heeft gesteld van de overtredingen en ter zake een rapport van bevindingen heeft aangezegd. Hieruit kan veeleer worden afgeleid dat over zou worden gegaan tot boeteoplegging. Het rapport geeft geen enkele indicatie dat eiseres een hersteltermijn is geboden waarbinnen zij de geconstateerde overtredingen diende te beëindigen. Eiseres heeft het tegendeel niet aannemelijk gemaakt. Derhalve is niet gebleken van een concrete en ondubbelzinnige toezegging dat de overtredingen zonder gevolgen zouden blijven indien de website binnen 14 dagen zou worden aangepast.
10. Het betoog van eiseres dat haar geen boete opgelegd had kunnen worden voor de aanwezigheid van de sorteeroptie omdat het haar ten tijde van de inspectie niet voldoende duidelijk was dat een dergelijke functie niet was toegestaan, slaagt evenmin. Eiseres had immers als professioneel gespecialiseerd ondernemer op de hoogte kunnen en moeten zijn van eventueel gewijzigde wet- en regelgeving, zodat boeteoplegging voor dit feit niet in strijd komt met het rechtszekerheidsbeginsel.
11. Eiseres voert terecht aan dat zij ten onrechte als groothandel is aangemerkt en de overtreding daardoor ten onrechte onder categorie B, als bedoeld in de bijlage bij de Trw, is geschaard. In de relevante wet- en regelgeving wordt geen definitie gegeven van de term ‘groothandel’, zodat aangesloten dient te worden bij de bedoeling van de wetgever en de feitelijke situatie van het geval. In dat verband is van belang dat de wetgever bij de categorisering van fabrikanten, groothandelaren en importeurs in de bijlage bij de Trw voornamelijk grote bedrijven en multinationale ondernemingen op het oog heeft gehad. Eiseres valt niet in deze categorie. In dit geval levert eiseres voornamelijk dampwaren direct aan consumenten. Zij staat bij de Kamer van Koophandel dan ook niet als groothandel, maar als detaillist via internet in overige non-food ingeschreven. Hoewel zij ook dampwaren levert aan andere kleinhandelaren, is niet bestreden dat dit slechts een gering deel (circa 3%) van haar omzet betreft. Gelet hierop en nu de vastgestelde overtreding is geconstateerd op de website van eiseres die is gericht op consumenten en zij deze overtreding niet in de hoedanigheid van groothandel heeft begaan, kon verweerder eiseres in redelijkheid niet als groothandel aanmerken. De overtreding valt derhalve niet onder categorie B, maar onder categorie A als bedoeld in de bijlage bij de Trw die beboet dient te worden met een boete van € 450,-. Dit betekent dat verweerder de boete voor de hier geconstateerde overtreding te hoog heeft vastgesteld.
12. Het beroep is gegrond. Het bestreden besluit zal worden vernietigd. De rechtbank moet zelf in de zaak voorzien. Het primaire besluit zal worden herroepen wat betreft de boetehoogte en het boetebedrag zal op grond van artikel 8:72a van de Awb op € 450,- worden vastgesteld.
13. Omdat de rechtbank het beroep gegrond verklaart, bepaalt de rechtbank dat verweerder aan eiseres het door haar betaalde griffierecht vergoedt.
14. De rechtbank veroordeelt verweerder in de door eiseres gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 2.868 (1 punt voor het indienen van het bezwaarschrift en 1 punt voor het verschijnen ter hoorzitting met een waarde per punt van € 597,-, 1 punt voor het indienen van het beroepschrift en 1 punt voor het verschijnen ter zitting met een waarde per punt van € 837,- en wegingsfactor 1).