In deze zaak heeft eiseres, een reconditioneringsbedrijf, een vordering ingesteld tegen gedaagde, haar verzekeraar, wegens schade aan een stoomketel die zou zijn ontstaan door vermoeiing. De schade werd gemeld na de ontdekking van scheuren in de ketel tijdens een inspectie op 10 september 2021. Eiseres had in 2018 een machinebreukverzekering afgesloten bij gedaagde, waarbij zij melding maakte van de leeftijd en gebruiksduur van de ketel. Gedaagde heeft dekking geweigerd, stellende dat de schade niet plotseling en onvoorzien was, maar geleidelijk was ontstaan door slijtage. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van de polisvoorwaarden, waarbij de uitleg van de dekking en uitsluitingen centraal stond. De rechtbank oordeelde dat de schade niet onder de dekking viel, omdat deze geleidelijk was ontstaan en niet voldeed aan de vereisten van plotselinge en onvoorziene schade. Eiseres werd veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.