Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 4 januari 2023, met bijlagen 1 tot en met 15;
- de spreekaantekeningen van de gemachtigde van [gedaagde01] .
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 26 januari 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting Beleggingsfonds Equilibre en een informele vereniging, aangeduid als [gedaagde01]. De eiseres, Equilibre, heeft een geschil over de executie van een verstekvonnis dat op 26 oktober 2022 is uitgesproken, waarbij Equilibre is veroordeeld tot betaling aan [gedaagde01]. Equilibre heeft in kort geding gevorderd om de executie van dit verstekvonnis te schorsen totdat er een beslissing is genomen in de verzetprocedure die zij heeft ingesteld tegen het verstekvonnis. De kantonrechter heeft de procedure besproken op 12 januari 2023, waarbij mr. T.S. Cnossen optrad voor Equilibre en mr. B.T. Stalpers voor [gedaagde01].
De feiten van de zaak zijn als volgt: Equilibre heeft van 4 september 2018 tot en met 31 augustus 2019 een woning verhuurd aan [gedaagde01] tegen een huurprijs van € 1.350,- per maand. Na een verzoekschrift van [gedaagde02] bij de Huurcommissie is geoordeeld dat de huurprijs niet redelijk was en verlaagd naar € 625,06. Equilibre heeft vervolgens [gedaagde02] gedagvaard om de aanvangshuurprijs vast te stellen op de oorspronkelijke huurprijs, maar is niet-ontvankelijk verklaard. Het verstekvonnis dat volgde, leidde tot de huidige procedure.
De kantonrechter heeft in zijn beoordeling de belangen van beide partijen afgewogen. Hij oordeelde dat de belangen van Equilibre zwaarder wegen, gezien het restitutierisico dat bestaat bij de executie van het verstekvonnis. De rechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is voor misbruik van executierecht door [gedaagde01]. Daarom heeft de kantonrechter de vordering van Equilibre toegewezen en de executie van het verstekvonnis geschorst totdat er een beslissing is genomen in de verzetprocedure. Tevens zijn de proceskosten aan de zijde van Equilibre toegewezen.