ECLI:NL:RBROT:2023:1513

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
17 februari 2023
Publicatiedatum
23 februari 2023
Zaaknummer
KTN-10203199_170223
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding huurovereenkomst en ontruiming woning wegens huurachterstand

In deze huurzaak heeft de kantonrechter op 17 februari 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Stichting Havensteder en [gedaagde01]. Havensteder, de verhuurder, heeft [gedaagde01], de huurder, aangeklaagd wegens een aanzienlijke huurachterstand. De huurovereenkomst betreft een woning gelegen aan [adres01], [postcode01] te [plaats01], met een maandelijkse huurprijs van € 1.189,65. De huurder heeft gedurende meerdere maanden de huur niet betaald, wat heeft geleid tot een achterstand van € 11.428,12 tot en met januari 2023. Daarnaast vorderde Havensteder buitengerechtelijke incassokosten en de wettelijke rente over een deel van de achterstallige huur.

Tijdens de mondelinge behandeling op 20 januari 2023 heeft [gedaagde01] aangegeven dat hij met zijn moeder in de woning wilde wonen, maar dat zij plotseling was overleden. Hij erkent dat de huur te hoog voor hem is en is bezig met het aanvragen van bewindvoering. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurachterstand niet wordt betwist en heeft de vorderingen van Havensteder grotendeels toegewezen. De rechter heeft de huurovereenkomst ontbonden en [gedaagde01] veroordeeld tot ontruiming van de woning binnen 14 dagen na de uitspraak.

De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Havensteder vastgesteld op € 1.263,43. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Havensteder direct kan overgaan tot uitvoering van de uitspraak, ondanks eventuele hoger beroep mogelijkheden van [gedaagde01].

Uitspraak

RECHTBANK ROTTERDAM

locatie Rotterdam
zaaknummer: 10203199 CV EXPL 22-35411
datum uitspraak: 17 februari 2023
Vonnis van de kantonrechter
in de zaak van
Stichting Havensteder,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
gemachtigde: [naam01] , werkzaam bij Syncasso Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde01],
wonende te [woonplaats01] ,
gedaagde,
die zelf procedeert.
De partijen worden ‘Havensteder’ en ‘ [gedaagde01] ’ genoemd.

1..De procedure

1.1.
Het dossier bestaat uit de volgende processtukken:
  • de dagvaarding van 18 november 2022, met bijlagen;
  • het antwoord;
  • de brieven waarmee partijen zijn uitgenodigd voor een mondelinge behandeling;
  • de akte vermeerdering van eis, met bijlagen.
1.2.
Op 20 januari 2023 is de zaak tijdens de mondelinge behandeling besproken met
W. Wouters voor Havensteder en met [gedaagde01] .

2..De feiten

2.1.
Havensteder verhuurt aan [gedaagde01] de woning [adres01] , [postcode01] te [plaats01] . De huurprijs bedraagt op dit moment € 1.189,65 per maand.
2.2.
Er is een huurachterstand ontstaan.

3..Het geschil

3.1.
Havensteder eist samengevat:
- ontbinding van de huurovereenkomst, met ontruiming van het gehuurde;
en [gedaagde01] te veroordelen tot betaling van:
  • € 11.428,12 aan achterstallige huur tot en met de maand januari 2023;
  • € 825,81 (inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten;
  • de wettelijke rente over € 9.029,10 vanaf de dag van dagvaarding;
  • € 1.189,65 per maand voor iedere maand of gedeelte daarvan dat [gedaagde01] het gehuurde in gebruik zal houden;
  • de proceskosten.
  • het vonnis uitvoerbaar bij voorraad te verklaren.
3.2.
Havensteder stelt dat [gedaagde01] de huurovereenkomst niet is nagekomen doordat hij gedurende meerdere maanden de huur niet heeft betaald. Daarom eist Havensteder het bedrag aan achterstallige huur, met rente, en (een bedrag gelijk aan ) de lopende huur. Ook eist Havensteder een vergoeding omdat zij kosten heeft gemaakt bij haar pogingen om de openstaande huur te incasseren. Het openstaande bedrag is zo hoog dat Havensteder wil dat de huurovereenkomst ontbonden wordt en [gedaagde01] de woning ontruimt.
3.3.
[gedaagde01] heeft op de eis gereageerd. Hij zou met zijn moeder in het gehuurde gaan wonen maar zij is vorig jaar plotseling overleden. [gedaagde01] erkent dat de huur voor hem alleen te hoog is en hij zou graag in aanmerking komen voor een kleinere woning. Hij is bezig met het aanvragen van bewindvoering.

4..De beoordeling

4.1.
[gedaagde01] bestrijdt niet dat de huurachterstand tot en met januari 2023
€ 11.428,12 bedraagt. Daarom wordt dit bedrag toegewezen. Ook wordt de rente over
€ 9.029,10 vanaf de dag van dagvaarding toegewezen. Dat geldt ook voor het gevorderde bedrag van € 825,81 aan buitengerechtelijke incassokosten, omdat aan alle voorwaarden is voldaan om deze kosten vergoed te krijgen.
4.2.
Er is sprake van een forse huurachterstand. Tijdens de procedure is deze verder opgelopen. Inmiddels gaat het om bijna 10 maanden huur. Dit levert voldoende reden op om de huurovereenkomst te ontbinden en [gedaagde01] te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde. De ontruimingstermijn wordt gesteld op 14 dagen na heden.
4.3.
Daarnaast wordt [gedaagde01] veroordeeld tot betaling aan Havensteder van een bedrag (gelijk aan de huur) van € 1.189,65 per maand, tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt.
4.4.
[gedaagde01] krijgt ongelijk en moet daarom de proceskosten betalen. De kantonrechter stelt deze kosten aan de kant van Havensteder tot vandaag vast op € 127,43 aan dagvaardingskosten, € 514,- aan griffierecht en € 622,- aan salaris voor de gemachtigde (2 punten x € 311,-). Dit is totaal € 1.263,43. Voor kosten die Havensteder maakt na deze uitspraak moet [gedaagde01] een bedrag betalen van € 124,- (1/2 punt x € 311,- met een maximum van € 124,-). Hier kan nog een bedrag bijkomen als de uitspraak wordt betekend. In dit vonnis hoeft hierover niet apart te worden beslist (ECLI:NL:HR:2022:853).
4.5.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

5..De beslissing

De kantonrechter:
5.1.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Havensteder te betalen:
- € 11.428,12 aan achterstallige huur tot en met de maand januari 2023;
- € 825,81 ( inclusief btw) aan buitengerechtelijke incassokosten;
- de wettelijke rente over € 9.029,10 vanaf 18 november 2022 tot de dag van volledige betaling;
5.2.
ontbindt de huurovereenkomst tussen partijen en veroordeelt [gedaagde01] om binnen 14 dagen na de datum van dit vonnis de woning [adres01] , [postcode01] , te [plaats01] te ontruimen met alle personen en zaken die zich daar vanwege hem bevinden en het gehuurde met alle sleutels ter beschikking van Havensteder te stellen;
5.3.
veroordeelt [gedaagde01] om aan Havensteder te betalen € 1.189,65 per maand met ingang van de maand februari 2023 tot en met de maand waarin de ontruiming plaatsvindt;
5.4.
veroordeelt [gedaagde01] in de proceskosten die aan de kant van Havensteder tot vandaag worden vastgesteld op € 1.263,43;
5.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6.
wijst al het andere af.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.H. Poiesz en in het openbaar uitgesproken.
465