Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 12 december 2022;
- de 3 producties van [eiseres01] ;
- de conclusie van antwoord van het Havenbedrijf;
- de 2 producties van het Havenbedrijf.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak, die op 13 januari 2023 door de Rechtbank Rotterdam is behandeld, gaat het om een kort geding waarin [eiseres01] vordert dat het Havenbedrijf Rotterdam N.V. wordt verboden om een Rolex-horloge te verkopen. De achtergrond van het geschil ligt in een eerder vonnis van de rechtbank Amsterdam van 23 oktober 2019, waarin [gedaagde01] werd veroordeeld tot betaling aan het Havenbedrijf. De Rolex, die in beslag is genomen door de politie, wordt door [eiseres01] geclaimd als haar eigendom. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 januari 2023 werd vastgesteld dat [eiseres01] verzet instelt tegen de executie van het vonnis van de rechtbank Amsterdam. De voorzieningenrechter heeft de procedure aangehouden om [eiseres01] in de gelegenheid te stellen [gedaagde01] in het geding te betrekken. Na wijziging van eis heeft [eiseres01] op 3 januari 2023 zowel het Havenbedrijf als [gedaagde01] opgeroepen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is om te concluderen dat de Rolex eigendom is van [eiseres01]. Echter, het belang van [eiseres01] bij opschorting van de verkoop van de Rolex weegt zwaarder dan het belang van het Havenbedrijf bij de executieverkoop. De voorzieningenrechter heeft daarom het Havenbedrijf verboden om de Rolex te vervreemden, op voorwaarde dat [eiseres01] binnen twee weken na de uitspraak een bodemprocedure aanhangig maakt.