In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 3 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Woonbron en Schuldvangnet B.V., die optreedt als bewindvoerder over de goederen van een onder bewind gestelde persoon. De zaak betreft de vordering van Woonbron tot betaling van mutatiekosten en huurachterstand. De kantonrechter heeft in zijn vonnis de huurachterstand van € 324,64 over de maand mei 2020 toegewezen en heeft de vordering tot betaling van mutatiekosten gedeeltelijk toegewezen. De kantonrechter heeft de verschillende kostenposten beoordeeld en bepaald welke kosten toewijsbaar zijn. Hierbij is gekeken naar de omstandigheden van de zaak, de bewijsvoering en de eisen van een goede procesorde. De kantonrechter heeft geoordeeld dat Schuldvangnet q.q. in totaal een bedrag van € 1.677,01 aan mutatiekosten en € 324,64 aan huurachterstand aan Woonbron moet betalen. Daarnaast zijn de buitengerechtelijke incassokosten afgewezen, omdat Woonbron een te hoog bedrag aan hoofdsom had aangemaand. De wettelijke rente over het toewijsbare bedrag is toegewezen, evenals de proceskosten aan de zijde van Woonbron. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.