Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1..De procedure
- de dagvaarding van 8 juli 2022, met bijlagen;
- het antwoord, met een bijlage;
- de brief van 18 oktober 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald.
Rechtbank Rotterdam
In deze zaak vorderde eiseres, werkzaam voor het Leger des Heils, schadevergoeding na een ongeval dat zij op 5 november 2018 had opgelopen. Eiseres viel op de stoep bij de locatie van het Leger des Heils in Rotterdam, waar medewerkers van een andere organisatie werkzaamheden verrichtten. Eiseres stelde dat het Leger des Heils aansprakelijk was voor haar letsel, omdat zij over losliggende stoeptegels was gestruikeld. De kantonrechter oordeelde dat het Leger des Heils haar zorgplicht niet had geschonden. De rechter concludeerde dat eiseres zelf verantwoordelijk was voor haar val, aangezien zij op de hoogte was van de situatie en desondanks besloot om over de tegels te lopen. De vordering van eiseres werd afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van het Leger des Heils. De proceskosten werden vastgesteld op € 792,00, met de mogelijkheid van bijkomende kosten na de uitspraak. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.