ECLI:NL:RBROT:2023:13037
Rechtbank Rotterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag WIA-uitkering na herstel van motiveringsgebrek door UWV
In deze uitspraak van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 1 september 2023, is de zaak behandeld tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. W.H. van Zundert, en verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), vertegenwoordigd door mr. R. Nalinci. De rechtbank heeft de aanvraag van eiser voor een WIA-uitkering afgewezen, maar heeft het bestreden besluit van het UWV vernietigd vanwege een motiveringsgebrek. Eiser had in zijn tussenuitspraak van 9 maart 2023 de rechtbank gevraagd om een herbeoordeling van zijn situatie, waarbij de rechtbank het UWV de kans gaf om het gebrek in hun besluit te herstellen. Het UWV heeft dit gedaan door een rapport van de verzekeringsarts bezwaar en beroep over te leggen, waarin werd uiteengezet waarom een fysiek onderzoek niet noodzakelijk was. De rechtbank oordeelde dat het UWV met dit rapport het gebrek had hersteld en dat de verzekeringsarts voldoende inzicht had gegeven in de medische situatie van eiser op de datum in geding, 17 augustus 2017.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep de medische gegevens zorgvuldig had gewogen en dat er geen aanleiding was om verdergaande beperkingen aan te nemen dan in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 28 maart 2022 was vastgesteld. Eiser had niet aangetoond dat hij niet in staat was om de geselecteerde functies te vervullen, en de rechtbank concludeerde dat het UWV terecht had vastgesteld dat eiser minder dan 35% arbeidsongeschikt was. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand gelaten. Eiser heeft recht op vergoeding van het griffierecht en de proceskosten, die door het UWV moeten worden vergoed.