ECLI:NL:RBROT:2023:12994

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
24 februari 2023
Publicatiedatum
2 april 2024
Zaaknummer
C/10/652532 / HO RK 23/73
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aanwijzing herstructureringsdeskundige in het kader van de WHOA

Op 9 februari 2023 heeft verzoekster, een besloten vennootschap, een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ter griffie gedeponeerd en een verzoekschrift ingediend tot het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige op basis van artikel 371 Fw. Dit verzoek is op 17 februari 2023 in raadkamer behandeld, waarbij de heer [naam], bestuurder van verzoekster, en mr. F.B. Bosvelt, advocaat van verzoekster, zijn gehoord. De rechtbank heeft op 24 februari 2023 uitspraak gedaan.

Verzoekster verkeert in een situatie waarin het aannemelijk is dat zij haar schulden niet kan betalen, ondanks dat zij een gezonde onderneming is met levensvatbare deelnemingen. Verzoekster heeft twee offertes overgelegd van mogelijke herstructureringsdeskundigen, mr. Chr. Groenewoud en mr. B. Louwerier. De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekster gekozen heeft voor de besloten akkoordprocedure en dat zij rechtsmacht heeft om het verzoek in behandeling te nemen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat verzoekster in een toestand verkeert zoals bedoeld in artikel 371 lid 3 Fw, en heeft mr. Chr. Groenewoud aangewezen als herstructureringsdeskundige. De kosten van de herstructureringsdeskundige zijn vastgesteld op € 12.500,- exclusief BTW, en verzoekster dient voor de betaling daarvan zekerheid te stellen. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team insolventie
aanwijzen herstructureringsdeskundige
rekestnummer: C/10/652532 / HO RK 23/73
uitspraakdatum: 24 februari 2023
beschikking op het ingekomen verzoekschrift met bijlagen van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[verzoekster]
statutair gevestigd te [vestigingsplaats] ,
verzoekster,
advocaten: mr. F.B. Bosvelt en mr. J.M. Luijkx, kantoorhoudende te Utrecht,
hierna te noemen: verzoekster.

1.De procedure

1.1.
Verzoekster heeft op 9 februari 2023 een verklaring ex artikel 370 lid 3 Faillissementswet (Fw) ter griffie gedeponeerd.
1.2.
Verder heeft verzoekster op 9 februari 2023 een verzoekschrift met bijlagen ingediend strekkende tot het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 Fw. Verzoekster heeft op 16 februari 2023 per e-mail twee aanvullende bijlagen aan de rechtbank gestuurd.
1.3.
Het verzoek is op 17 februari 2023 in raadkamer behandeld.
1.4.
In raadkamer zijn, door middel van video-verbinding, gehoord:
- de heer [naam] , (middellijk) bestuurder van verzoekster;
- mr. F.B. Bosvelt, advocaat van verzoekster.
1.5.
De rechtbank heeft de uitspraak bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Verzoekster is een houdstervennootschap. Zij houdt de aandelen in een aantal (actieve) werkmaatschappijen.

3.Het standpunt van verzoekster

3.1.
Verzoekster verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zal kunnen voortgaan. Verzoekster is in de kern een gezonde onderneming met deelnemingen die ook levensvatbaar zijn. Zij heeft behoefte aan vers kapitaal, maar vanwege een hoge schuldenlast uit het verleden lukt dit niet. Verzoekster is in staat om aan haar lopende verplichtingen te voldoen, maar voorziet dat er geen realistisch perspectief bestaat om een toekomstige insolventie af te wenden als haar schulden niet worden geherstructureerd. Ter zitting heeft verzoekster het voorgaande desgevraagd nader toegelicht en aangevuld.
3.2.
Verzoekster heeft twee offertes overgelegd van mogelijk te benoemen herstructureringsdeskundigen ex artikel 371 Fw: mr. Chr. Groenewoud dan wel mr. B. Louwerier.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank stelt allereerst vast dat het onderhavige verzoek het eerste verzoek is dat verzoekster aan de rechtbank heeft voorgelegd na het deponeren van de startverklaring. Dat betekent dat de rechtbank thans dient vast te stellen welk soort akkoordprocedure als bedoeld in artikel 369 lid 6 Fw is gekozen bij de voorbereiding van een akkoord. Vervolgens dient de rechtbank te beoordelen of aan haar de rechtsmacht en relatieve bevoegdheid toekomen om van het verzoek kennis te nemen.
4.2.
Verzoekster heeft blijkens de startverklaring, en zoals nadien bevestigd, gekozen voor de besloten akkoordprocedure.
4.3.
De rechtbank heeft gelet op het bepaalde in artikel 369 lid 7 aanhef en onder b Fw jo. artikel 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering jo. artikel 1:10 lid 2 Burgerlijk Wetboek rechtsmacht om het verzoek in behandeling te nemen, nu verzoekster in Nederland is gevestigd. De rechtbank Rotterdam is relatief bevoegd het verzoek in behandeling te nemen.
4.4.
De besloten akkoordprocedure en de bevoegdheid van de rechtbank liggen hiermee voor de volledige duur van de akkoordprocedure vast.
Herstructureringsdeskundige
4.5.
Op grond van artikel 371 lid 3 Fw juncto artikel 370 lid 1 Fw wordt een door de schuldenaar ingediend verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige toegewezen als de schuldenaar verkeert in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat hij met het betalen van zijn schulden niet zal kunnen voortgaan.
4.6.
Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit de door verzoekster in het verzoekschrift en ter zitting geschetste situatie voldoende dat zij in de toestand verkeert zoals bedoeld onder nummer 4.5. Dat betekent dat het verzoek toewijsbaar is.
4.7.
Artikel 376 lid 6 Fw bepaalt onder meer dat de herstructureringsdeskundige zijn taak onpartijdig en onafhankelijk uitvoert. Het is ook om deze reden dat in artikel 3.2 van het Landelijk Procesreglement WHOA zaken rechtbank (hierna: het Procesreglement) is opgenomen dat in het verzoekschrift twee of drie namen van mogelijk te benoemen herstructureringsdeskundigen worden vermeld (voorzien van offertes voor de kosten). De aanwijzing van een herstructureringsdeskundige moet dienstig zijn aan het onderzoek naar de mogelijkheden van een reorganisatie of liquidatie van een onderneming. De aanwijzing van een herstructureringsdeskundige kan bijdragen aan het voorkomen van een schijn van belangenvermenging of om het vertrouwen van de schuldeisers in het proces en daarmee de slagingskansen te vergroten.
4.8.
Verzoekster heeft in overeenstemming met het Procesreglement twee offertes overgelegd van mogelijk te benoemen herstructureringsdeskundigen.
4.9.
De rechtbank zal mr. Chr. Groenewoud aanwijzen als herstructureringsdeskundige, nu hij over de competenties beschikt die voor deze specifieke casus van belang lijken. Verder heeft hij verklaard dat hij volledig vrij staat ten opzichte van verzoekster en de overige betrokkenen.
4.10.
De rechtbank zal de kosten begroten op het in de offerte van mr. Chr. Groenewoud genoemde bedrag. Dit bedrag kan, indien nodig, gedurende het proces door de rechtbank op verzoek van de herstructureringsdeskundige worden verhoogd.

5.De beslissing

De rechtbank:
- wijst mr. Chr. Groenewoud, zaakdoende te Rotterdam, aan als herstructureringsdeskundige in de besloten akkoordprocedure van [verzoekster] ;
- stelt het bedrag dat de werkzaamheden van de herstructureringsdeskundige
ten hoogste mag kosten vast op € 12.500,- exclusief BTW;
- bepaalt dat de kosten van de herstructureringsdeskundige ten laste van [verzoekster] komen en dat zij voor de betaling daarvan ten genoegen van de herstructureringsdeskundige voor de aanvang van zijn werkzaamheden zekerheid dient te stellen;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door mr. B.A. Cnossen, voorzitter, mr. M. Leppens en mr. R. Cats, rechters en in aanwezigheid van mr. J.B. Biezen, griffier, in het openbaar uitgesproken op 24 februari 2023.