Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.Het verloop van de procedure
- de moeder met haar advocaat;
- de vader met zijn advocaat;
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De standpunten
5.De beoordeling
6.De beslissing
1 maart 2024 pro forma;
Rechtbank Rotterdam
In deze beschikking van de kinderrechter van de Rechtbank Rotterdam, gedateerd 29 december 2023, wordt het verzoek van de gecertificeerde instelling Jeugdbescherming West behandeld. Het verzoek betreft de vaststelling van een zorg- en opvoedingstakenregeling voor de minderjarigen [voornaam minderjarige01] en [voornaam minderjarige02], die onder toezicht staan. De ouders, de moeder en de vader, zijn belast met het ouderlijk gezag, maar geven aan overbelast te zijn en zijn het niet eens over de voorgestelde regeling. De kinderrechter heeft eerder, op 26 april 2023, de ondertoezichtstelling van de kinderen verlengd tot 9 mei 2024.
Tijdens de mondelinge behandeling op 29 december 2023, waarbij de ouders en hun advocaten aanwezig waren, werd duidelijk dat er veel strijd is tussen de ouders over de omgangsregeling. De GI heeft geprobeerd om de ouders zelf de verantwoordelijkheid te laten nemen voor de omgang, maar dit heeft geleid tot onduidelijkheid en stress voor de kinderen. De moeder heeft aangegeven dat ze de kinderen graag een deel van de kerstvakantie naar de vader zou willen laten gaan, maar de vader voelt zich momenteel niet in staat om meer zorg op zich te nemen vanwege zijn werkdruk en financiële situatie.
De kinderrechter concludeert dat het noodzakelijk is om een nieuwe omgangsregeling te zoeken die in het belang van de kinderen is. De huidige regeling kan niet worden voortgezet zonder dat dit leidt tot overbelasting van de ouders. De kinderrechter houdt de behandeling van het verzoek aan tot 1 maart 2024 en verzoekt de GI om uiterlijk op die datum een rapportage aan de kinderrechter te doen toekomen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep.