ECLI:NL:RBROT:2023:12871

Rechtbank Rotterdam

Datum uitspraak
28 december 2023
Publicatiedatum
21 februari 2024
Zaaknummer
10/083176-23
Instantie
Rechtbank Rotterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Jeugdstrafrecht. Medeplegen van een zeer gewelddadige overval op een supermarkt met verminderd toerekeningsvatbaarheid en oplegging van jeugddetentie en voorwaardelijke PIJ-maatregel.

In deze zaak heeft de Rechtbank Rotterdam op 28 december 2023 uitspraak gedaan in een jeugdstrafrechtelijke kwestie. De verdachte, geboren in 2007, was ten tijde van de overval op 14 maart 2023 vijftien jaar oud en werd beschuldigd van het medeplegen van een zeer gewelddadige overval op een supermarkt in Rotterdam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, samen met een mededader, onder bedreiging van geweld en met gebruik van messen, de eigenaar en de bedrijfsleider van de supermarkt heeft gedwongen om de kluiscode en de sleutel van de kluis te verstrekken. Tijdens deze overval heeft de verdachte de bedrijfsleider met een mes verwond, wat leidde tot ernstig letsel. De rechtbank heeft de verdachte verminderd toerekeningsvatbaar verklaard, rekening houdend met zijn jeugdige leeftijd en psychische problemen, waaronder een gedragsstoornis en een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling. De rechtbank heeft een jeugddetentie van tien maanden opgelegd, met aftrek van het voorarrest, en een voorwaardelijke PIJ-maatregel met bijzondere voorwaarden, waaronder toezicht door de William Schrikker Stichting. De rechtbank heeft de dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden bevolen, gezien het hoge recidiverisico en de noodzaak voor behandeling en begeleiding van de verdachte. De rechtbank heeft ook de impact van de overval op de slachtoffers en de samenleving in overweging genomen, en benadrukt dat dergelijke delicten gevoelens van onveiligheid in de maatschappij versterken.

Uitspraak

Rechtbank Rotterdam

Team jeugd
Parketnummer: 10/083176-23
Datum uitspraak: 28 december 2023
Tegenspraak
Vonnis van de rechtbank Rotterdam, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen de verdachte:
[verdachte01]
geboren te [geboorteplaats01] op [geboortedatum01] 2007,
ingeschreven in de basisregistratie personen op het adres: [adres01] , [postcode01] [plaats01] ,
ten tijde van het onderzoek op de terechtzitting preventief gedetineerd in [detentieadres01],
raadsman mr. R. Haze, advocaat te Rotterdam.

1.Onderzoek op de terechtzitting

Gelet is op het onderzoek op de besloten terechtzitting van 14 december 2023.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is ten laste gelegd hetgeen is vermeld in de dagvaarding. De tekst van de tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.

3.Eis officier van justitie

De officier van justitie mr. C.J.A. de Bruijn heeft gevorderd:
  • bewezenverklaring van het ten laste gelegde;
  • veroordeling van de verdachte tot een jeugddetentie voor de duur van 10 maanden met aftrek van het voorarrest;
  • oplegging van de maatregel tot plaatsing in een inrichting voor jeugdigen (hierna: PIJ-maatregel), voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren en met de bijzondere voorwaarden zoals geadviseerd door de deskundigen van de Forca en de Raad voor de Kinderbescherming;
  • met opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
  • dadelijke uitvoerbaarheid van de bijzondere voorwaarden en het uit te oefenen toezicht.

4.Waardering van het bewijs

4.1.
Bewezenverklaring zonder nadere motivering
Het ten laste gelegde is door de verdachte bekend. Dit feit zal zonder nadere bespreking bewezen worden verklaard.
4.2.
Bewezenverklaring
In bijlage II heeft de rechtbank een opgave gedaan van wettige bewijsmiddelen, houdende voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden. Met deze opgave wordt volstaan, nu de verdachte het bewezen verklaarde heeft bekend en nadien geen vrijspraak is bepleit. Op grond daarvan is wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan op die wijze dat:
hij
op 14 maart 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander, €7.890,00, en een autosleutel , die
aan supermarktketen Jumbo en/of [slachtoffer01] ,
i toebehoorde(n
heeft weggenomen met het oogmerk om zich
diewederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en gevolgd
doorgeweld en
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en [slachtoffer02] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door
- zich op te dringen aan die [slachtoffer01] en [slachtoffer02] en
- dreigend één of meer messen aan die [slachtoffer01] en [slachtoffer02] te tonen
en/of voor te houden en
- die [slachtoffer01] te dwingen/gebieden om mee te lopen naar de kluisruimte van
het filiaal van supermarktketen Jumbo (gelegen aan de Spinozaweg) en
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] met tie-wraps te knevelen/vast te binden en
- ( vervolgens) die [slachtoffer02] te belagen en daarbij meermalen met één mes in het lichaam van die [slachtoffer02] te steken en
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer02] te gebieden/dwingen om de kluisruimte
te openen (middels vingerafdruk) en de kluiscode(s) en kluissleutel af te geven
/ te verstrekken en- (vervolgens) de mond van die [slachtoffer02] af te tapen/plakken en
- ( vervolgens) (gedurende een periode van ruim een half uur) onder bedreiging van
één of meer messen die [slachtoffer01] en [slachtoffer02] gekneveld en gewond
in voornoemde kluisruimte op de grond te laten zitten/liggen, in afwachting van het
‘vrijgeven’ en het verlopen van het tijdslot van de kluis in de betreffende
kluisruimte en
- ( vervolgens) die [slachtoffer02] te dwingen/gebieden om de kluis te openen en
die [slachtoffer01] te gebieden/dwingen om de verschillende kassalades (uit deze
kluis) te openen en
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] onder bedreiging van één of meer messen te
dwingen/gebieden om verdachte en zijn mededader in de auto van die
[slachtoffer01] te helpen vluchten, althans weg te (ver)voeren vanaf de plaats delict
en
- gedurende voornoemde geweldshandelingen meermalen aan die [slachtoffer01]
en [slachtoffer02] de woorden toe te voegen –zakelijk weergegeven- dat zij
moesten meewerken en rustig moesten blijven, anders zouden zij
doodgestoken/neergestoken worden, .
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd is niet bewezen. De verdachte moet (ook) daarvan worden vrijgesproken.

5.Strafbaarheid feit

Het bewezen feit levert op:
diefstal voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken of bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf, hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het feit uitsluiten.
Het feit is dus strafbaar.

6.Strafbaarheid verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluit.
De verdachte is dus strafbaar.

7.Motivering straf en maatregel

7.1.
Algemene overweging
De straf en maatregel die aan de verdachte worden opgelegd, zijn gegrond op de ernst van het feit, de omstandigheden waaronder het feit is begaan en de persoon en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
7.2.
Feit waarop de straf is gebaseerd
De verdachte heeft zich op 14 maart 2023 samen met een ander schuldig gemaakt aan een zeer gewelddadige overval op een vestiging van de supermarktketen Jumbo in Rotterdam. De verdachte was toen vijftien jaar oud.
De verdachte en zijn mededader zijn met gezichtsbedekkende kleding en bewapend met messen voor openingstijd naar de Jumbo gegaan. Zij hebben eerst de eigenaar en vervolgens de bedrijfsleider onder bedreiging van messen gedwongen om de kluiscode en de sleutel van de kluis te verstrekken, waarna de daders een groot geldbedrag uit de kluis hebben weggenomen. Daarbij heeft de verdachte de bedrijfsleider twee keer met een mes in zijn bovenlichaam gestoken. De bedrijfsleider heeft door het handelen van de verdachte ernstig en potentieel dodelijk letsel opgelopen. Het slachtoffer moest met spoed worden geopereerd en heeft enige tijd in het ziekenhuis gelegen. Ook heeft de verdachte, terwijl het slachtoffer ernstig gewond was, zijn mond afgeplakt om te voorkomen dat de bedrijfsleider te veel geluid zou maken. Daarnaast heeft de verdachte de eigenaar vastgebonden met tie-wraps. De daders hebben de slachtoffers ruim een half uur vastgebonden en gewond in de kluisruimte laten zitten in afwachting van het aflopen van het tijdslot van de kluis. Vervolgens hebben de verdachte en zijn mededader de eigenaar onder bedreiging met messen gedwongen hen te helpen vluchten in zijn auto. De verdachte was de jongste van de twee daders, maar heeft de grootste rol in de overval gehad.
De rechtbank rekent de verdachte en de mededader hun excessieve geweld en de angst die zij hebben veroorzaakt zeer aan. De overval moet voor de twee slachtoffers een bijzonder traumatische ervaring zijn geweest, die werd versterkt door de lange duur ervan, de daarmee gepaard gaande voortdurende bedreigingen met messen en de ernstige verwondingen van een van de slachtoffers. Zij ondervinden hiervan dan ook nog steeds de nadelige gevolgen. Dat het voorval zeer veel impact heeft gehad en nog altijd heeft op het slachtoffer [slachtoffer01] blijkt ook uit wat hij daarover ter zitting heeft gezegd. Tot slot heeft de overval ook impact gehad op het personeel van de supermarkt. De rechtbank neemt het de verdachte zeer kwalijk dat hij zich bij het plegen van dit misdrijf geen rekenschap heeft gegeven van de ingrijpende gevolgen voor de slachtoffers. De verdachte en de mededader lijken zich enkel te hebben laten leiden door hun wens om snel en gemakkelijk aan geld te komen. Daarnaast versterken dit soort delicten de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
7.3.
Persoonlijke omstandigheden van de verdachte
7.3.1.
Strafblad
De rechtbank heeft acht geslagen op een uittreksel uit de justitiële documentatie van
27 november 2023, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke strafbare feiten.
7.3.2.
Rapportages en verklaringen van deskundigen op de terechtzitting
GZ-psycholoog [naam01] en kinder- en jeugdpsychiater [naam02]hebben een ForCa rapportage over de verdachte opgemaakt, gedateerd 23 oktober 2023. Dit rapport houdt voor zover van belang het volgende in.
De verdachte heeft een gedragsstoornis, een bedreigde persoonlijkheidsontwikkeling, met een vermijdende copingstijl en een gebrekkige identiteitsontwikkeling. Ook is hij belast met neurobiologische ontwikkelingsproblematiek, te weten informatieverwerkingsproblemen en een disharmonisch intelligentieprofiel, wat van negatieve invloed is op zijn probleemoplossend vermogen. De afgelopen jaren heeft de verdachte ook een stoornis in cannabisgebruik gehad, maar die is nu verminderd door het gestructureerde kader in de RJJI. De verdachte heeft moeite om zich te concentreren, te plannen en te organiseren en moeilijke situaties op te lossen als hij onder druk staat. Dit heeft zijn functioneren op school in de weg gestaan. De omstandigheden waarin de verdachte is opgegroeid waren ook onrustig. De ouders hebben op affectief en pedagogisch gebied niet altijd kunnen aansluiten bij de behoeftes van de verdachte. De verdachte heeft enerzijds een vermijdende copingstijl ontwikkeld door verdovende middelen te gebruiken en ging zich anderzijds afzetten tegen zijn ouders en school. Hoewel de verdachte voldoende op de hoogte is van de (on)toelaatbaarheid van zijn gedrag, staat hij onvoldoende stil bij de impact van zijn gedrag op anderen. Dit realiseert hij zich pas als hij wordt geconfronteerd met de gevolgen. De verdachte is een redelijk beheerste jongen, maar kan mogelijk onder invloed van middelen minder beheerst gedrag vertonen. De probleemoplossingsvaardigheden schieten in complexe situaties te kort, waardoor het denkbaar is dat de verdachte beperkt is geweest in zijn keuzevrijheid om te stoppen tijdens het uitvoeren van het plan en ook onder stress in de situatie van de overval adequaat te handelen. De psychische stoornissen waren ook aanwezig ten tijde van het plegen van het strafbare feit. De neurobiologische ontwikkelingsproblematiek was al veel langer aanwezig. De deskundigen adviseren, gelet op bovenstaande, het ten laste gelegde in een verminderde mate toe te rekenen.
Het risico op herhaling van gewelddadig antisociaal gedrag wordt hoog ingeschat. Risicovolle factoren zijn de omgang met delinquente jongeren, stress, geringe copingvaardigheden en het middelengebruik. Beschermende factoren zijn de positieve band met zijn ouders en zijn motivatie voor behandeling. De verdachte heeft laten zien dat hij probleembesef heeft en samen met de beschermende factoren wordt het risico op toekomstig gewelddadig gedrag op dit moment op matig geschat.
Het is belangrijk dat aan de verdachte toezicht en begeleiding wordt geboden in het omgaan met delinquente jongeren. Ook is er controle nodig op het cannabisgebruik. De deskundigen adviseren om de verdachte te laten deelnemen aan een ITB-HKA-traject. Ook kan een systeeminterventie, zoals FAST van de Waag worden overwogen, zodat de ouders leren toezicht en begrenzing te beiden en beter leren aan te sluiten bij de pedagogische en emotionele behoeften van de verdachte. Daarnaast is het van belang dat de verdachte een individueel behandeltraject volgt, waarbij de verdachte psycho-educatie krijgt, zicht krijgt op zijn zwakke kanten en probleemoplossende vaardigheden leert. Ook zal het gebruik van cannabis worden meegenomen. Daarnaast is het maken van een delictanalyse noodzakelijk. Het is verder van belang dat verdachte een zinvolle dagbesteding en school vindt.
De deskundigen adviseren om de benodigde behandeling binnen een voorwaardelijke PIJ-maatregel te bieden. Binnen dit kader kan de verdachte worden aangemeld bij de Waag of een soortgelijke instelling voor ambulante zorg dan wel dagbehandeling waar individuele therapie en systeemtherapie kan worden geboden. Daarnaast moet er een avondklok en elektronisch toezicht worden aangereikt om zijn doen en laten te monitoren als hij buiten is. Met dit pakket aan interventies en toezicht is de kans op recidive voldoende gewaarborgd. De verdachte en de ouders zijn gemotiveerd voor het voorgestelde traject.
De Raad voor de Kinderbescherming(hierna: de Raad) heeft een rapport over de verdachte opgemaakt, gedateerd 12 december 2023. Dit rapport houdt onder meer het volgende in.
De Raad sluit zich aan bij de conclusies en het advies van het ForCa onderzoek. Gezien de aard en de ernst van het ten laste gelegde, de ernst en complexiteit van de problematiek van de verdachte, de urgente zorg voor ondersteuning van de verdachte en het gezinssysteem maakt dat een langdurige behandeling noodzakelijk is. Voor de verdachte is het van belang dat hij zich vaardigheden eigen kan maken om zijn verdere leven vorm te geven. Een voorwaardelijke PIJ-maatregel met bijzondere voorwaarden lijkt het beste aan te sluiten bij de mogelijkheden en behoeftes van de verdachte. Nu de verdachte niet eerder behandeling heeft gehad, hij gemotiveerd is voor behandeling en de ouders hem ondersteunen, is de Raad van mening dat gekozen moet worden voor de minst radicale aanpak en gestart moet worden met een poliklinische individuele en systemische behandeling bij de Waag of een soortgelijke instelling. Daarnaast moet de verdachte zich houden aan andere bijzondere voorwaarden, zoals die hieronder zijn beschreven. De Raad adviseert de bijzondere voorwaarden en het toezicht dadelijk uitvoerbaar te verklaren. Tot slot adviseert de Raad een onvoorwaardelijke detentie, gezien de aard en de ernst van het ten laste gelegde feit.
De Raad adviseert een onvoorwaardelijke jeugddetentie en een voorwaardelijke PIJ-maatregel op te leggen onder de bijzondere voorwaarden dat de verdachte:
  • onderwijs blijft volgen dan wel een dagbesteding heeft in de vorm van een combinatie van werk en school;
  • verplicht wordt zich (systemisch en individueel) onder behandeling te stellen van de Waag (of een soortgelijke instelling);
  • geen contact zal hebben, direct of indirect met het slachtoffer en de medeverdachten;
  • meewerkt aan ITB HKA-traject, vanuit de jeugdreclassering, voor zes maanden en de verdachte zich daarna gedurende een door de gecertificeerde instelling te bepalen periode en op door de gecertificeerde instelling te bepalen tijdstippen zal melden, zo frequent en zo lang die instelling dat gedurende de proeftijd noodzakelijk acht en zijn medewerking verleent aan de daaruit voortvloeiende afspraken;
  • verboden wordt verdovende middelen of alcohol te gebruiken en hem wordt verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek, zolang de Jeugdreclassering dit nodig acht;
  • meewerkt aan een avondklok, waarbij de tijden worden vastgesteld door de jeugdreclassering en waarvan de duur is zolang de Jeugdreclassering dit nodig acht;
  • zich houdt aan het locatieverbod met de supermarkt Jumbo, [adres02];
  • zich ter controle van de avondklok en het locatieverbod, onder elektronische toezicht zal stellen van de gecertificeerde instelling te weten de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam, zolang de Jeugdreclassering dit nodig acht;
waarbij aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering opdracht wordt gegeven toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de minderjarige ten behoeve daarvan te begeleiden.
De Raad adviseert de bijzondere voorwaarden dadelijk uitvoerbaar te verklaren.
Aanvullend heeft de jeugdreclasseerder ter zitting naar voren gebracht dat zij instemt met het advies van de Raad. De enkelband kan op 2 januari 2024 worden aangesloten. Ook kan de verdachte per 8 januari of 1 februari 2024 instromen op school.
De rechtbank heeft acht geslagen op deze rapporten en wat ter zitting is verteld.
7.4.
Conclusies van de rechtbank
Gelet op hetgeen de rechtbank hierboven heeft overwogen, komt zij tot de volgende conclusies.
Toerekeningsvatbaarheid
De conclusies van de psychiater en psycholoog worden gedragen door hun bevindingen. De rechtbank neemt die conclusies over en maakt die tot de hare. Nu bij de verdachte sprake is van een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens die ook aanwezig waren ten tijde van het ten laste gelegde feit acht de rechtbank de verdachte voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar.
Straf
Gezien de ernst van het feit kan niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een jeugddetentie. Bij de bepaling van de duur van de jeugddetentie heeft de rechtbank acht geslagen op straffen die in soortgelijke zaken plegen te worden opgelegd. De verdediging heeft verzocht de jeugddetentie voor een kortere duur op te leggen dan geëist, zodat de verdachte op 2 januari 2024 kan starten met elektronische monitoring en eerst een aantal dagen thuis kan acclimatiseren voordat hij met zijn opleiding begint. De rechtbank gaat daar aan voorbij. Gebleken is dat de verdachte ook op een later moment kan instromen, zodat de start van de opleiding daar geen zwaarwegend belang oplevert. De rechtbank overweegt voorts dat de overval zeer gewelddadig was en de verdachte de grootste rol heeft gehad. Een van de twee slachtoffers heeft ernstig en potentieel dodelijk letsel opgelopen en de slachtoffers hebben lange tijd vastgebonden gezeten en angsten uitgestaan. De verdachten hebben de overval niet afgebroken op het moment dat zij realiseerden dat er sprake was van ernstig letsel en hebben het slachtoffer aan zijn lot overgelaten. In positieve zin weegt de rechtbank mee dat de verdachte ter zitting op oprechte wijze zijn spijt heeft betuigd en gemotiveerd is om zijn leven te verbeteren. Ook is de verdachte voor dit feit verminderd toerekeningsvatbaar.
Voorwaardelijke PIJ-maatregel
Aan de wettelijke voorwaarden van artikel 77s, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht (hierna: Sr) voor oplegging van een PIJ-maatregel is, gelet op de bewezenverklaring en de conclusies van de deskundigen, voldaan.
De rechtbank stelt vast dat de bewezen verklaarde diefstal met geweld in vereniging een misdrijf is, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaar of meer is gesteld. Op grond van de inhoud van het ForCa-rapport en het rapport van de Raad, is de rechtbank tot het oordeel gekomen dat bij de verdachte ten tijde van het begaan van het misdrijf een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van de geestvermogens bestond. Daarnaast eisen de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen en goederen het opleggen van een PIJ-maatregel. Bovendien is deze maatregel in het belang van een zo gunstig mogelijke verdere ontwikkeling van de verdachte.
Uit de rapportages en wat ter terechtzitting is besproken blijkt dat de verdachte langdurige en intensieve behandeling nodig heeft om inzicht te krijgen in zijn problematiek en vaardigheden eigen te maken om zijn verdere leven vorm te geven. Het gedwongen strafrechtelijk kader in de vorm van een voorwaardelijke PIJ-maatregel is noodzakelijk om deze behandeling te kunnen waarborgen. De verdachte is nog jong en gemotiveerd voor behandeling en de ouders ondersteunen hem hierin. Hij heeft niet eerder een behandeltraject gevolgd. De rechtbank is met de deskundigen van oordeel dat de verdachte gebaat is bij intensieve behandeling en begeleiding in een kader van strakke voorwaarden. De rechtbank zal daarom een voorwaardelijke PIJ-maatregel opleggen met de bijzondere voorwaarden, zoals geadviseerd door de deskundigen. Hiermee krijgt de verdachte de kans om zich in te zetten voor de voor hem noodzakelijk geachte behandeling.
De voorwaardelijke PIJ-maatregel fungeert als een duidelijke en stevige stok achter de deur voor de bijzondere voorwaarden die de rechtbank zal opleggen. De voorwaardelijke PIJ-maatregel dient er tevens toe de verdachte ervan te weerhouden in de toekomst opnieuw strafbare feiten te plegen. De rechtbank stelt daarbij een proeftijd van twee jaren vast.
De voorwaardelijk op te leggen maatregel zal bij eventuele tenuitvoerlegging verlengbaar zijn tot een termijn van maximaal zeven jaar, waarvan het laatste jaar voorwaardelijk, aangezien verdachte veroordeeld zal worden wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meerdere personen.
Dadelijke uitvoerbaarheid
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een misdrijf dat is gericht tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. Gelet op de ernst van het feit en de rapportages van de deskundigen, waaruit naar voren komt dat het recidiverisico zonder interventies hoog wordt ingeschat, is de rechtbank van oordeel dat er ernstig rekening mee moet worden gehouden dat de verdachte wederom een dergelijk misdrijf zal begaan. Daarom zal de rechtbank bevelen dat de hierna op grond van artikel 77z van het Wetboek van Strafrecht (Sr) te stellen voorwaarden en het op grond van artikel 77aa Sr uit te oefenen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Alles afwegend acht de rechtbank de hierna te noemen straf en maatregel passend en geboden.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

Gelet is op de artikelen 77a, 77g, 77i, 77s, 77x, 77y, 77z, 77aa en 312 van het Wetboek van Strafrecht.

9.Bijlagen

De in dit vonnis genoemde bijlagen maken deel uit van dit vonnis.

10.Beslissing

De rechtbank:
verklaart bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde feit, zoals hiervoor omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
stelt vast dat het bewezen verklaarde oplevert het hiervoor vermelde strafbare feit;
verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een jeugddetentie
voor de duur van 10 (tien) maanden;
beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde jeugddetentie in mindering wordt gebracht, voor zover deze tijd niet reeds op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht;
heft op het bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte met ingang van de dag waarop de totale duur van de tot dan toe ondergane verzekering en voorlopige hechtenis gelijk zal zijn aan de duur van de opgelegde jeugddetentie;
legt de verdachte op de
maatregel van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen;
bepaalt dat deze maatregel
niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten;
verbindt hieraan een
proeftijd, die wordt vastgesteld op
2 (twee) jaren;
tenuitvoerlegging kan worden gelast als de veroordeelde de algemene voorwaarde niet naleeft en ook als de veroordeelde gedurende de proeftijd een bijzondere voorwaarde niet naleeft of een voorwaarde die daaraan van rechtswege is verbonden;
stelt als algemene voorwaarde dat de veroordeelde:
- zich voor het einde van die proeftijd niet zal schuldig maken aan een strafbaar feit;
stelt als bijzondere voorwaarden dat de veroordeelde:
- zich gedurende een door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) en op door de jeugdreclassering te bepalen tijdstippen zal melden bij de reclassering, zo vaak en zo lang deze instelling dat noodzakelijk acht;
- zijn medewerking verleent aan het volgen van de intensieve trajectbegeleiding (ITB) Harde Kern Aanpak (HKA), zo lang de jeugdreclassering dat nodig acht en voor de maximale duur van zes maanden;
- onderwijs volgt dan wel een dagbesteding heeft in de vorm van een combinatie van werk en school;
- verplicht wordt zich (systemisch en individueel) onder behandeling te stellen van de Waag of een soortgelijke instelling;
- zich zal onthouden van het gebruik van verdovende middelen, waaronder cannabis, of alcohol en zich verplicht ten behoeve van de naleving van dit verbod mee te werken aan urineonderzoek;
- zich houdt aan een avondklok voor de maximale duur van zes maanden of zoveel korter als de jeugdreclassering noodzakelijk acht. Deze avondklok houdt in dat de veroordeelde dagelijks om 19:00 uur thuis zal zijn en thuis zal blijven tot de volgende ochtend 07:00 uur. Deze tijdstippen van de avondklok kunnen worden gewijzigd door de jeugdreclassering, in die zin dat de veroordeelde in dat geval ’s avonds later thuis mag komen en ’s ochtends eerder van huis mag;
- gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met de medeverdachte [medeverdachte01] , geboren op [geboortedatum02] 2005 en de slachtoffers [slachtoffer01] , geboren op [geboortedatum03] 1963 en [slachtoffer02] , geboren op [geboortedatum04] 1963, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich niet zal bevinden in de omgeving van de Jumbo aan de Spinozaweg, te weten in het gebied dat omvat de driehoek gevormd door de Spinozaweg, Bierens de Haanweg, Ogierssingel en de Heymansstraat te Rotterdam, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
- zich onder elektronisch toezicht zal stellen, in de vorm van een enkelband, ter nakoming van de bijzondere voorwaarden, te weten het HKA-traject, avondklok, contact- en locatieverbod, zo lang de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht, met een maximale duur van zes maanden;
verstaat dat van rechtswege de volgende voorwaarden zijn verbonden aan de hierboven genoemde bijzondere voorwaarden:
- de veroordeelde zal ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbieden;
- de veroordeelde zal medewerking verlenen aan jeugdreclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken daaronder begrepen en het zich melden bij de jeugdreclassering zo vaak en zo lang als de jeugdreclassering dit noodzakelijk acht;
geeft opdracht aan de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden;
beveelt dat de gestelde voorwaarden en het aan genoemde jeugdreclasseringsinstelling opgedragen toezicht, dadelijk uitvoerbaar zijn.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. W.J. Loorbach, voorzitter, tevens kinderrechter,
en mrs. T. van den Akker en C.C. Peterse, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L.M. Ruijgrok, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 december 2023.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I
Tekst tenlastelegging
Aan de verdachte wordt ten laste gelegd dat
hij
op of omstreeks 14 maart 2023 te Rotterdam
tezamen en in vereniging met een ander, althans alleen, €7.890,00, althans een
geldbedrag en/of een autosleutel in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele
aan supermarktketen Jumbo en/of [slachtoffer01] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of
bedreiging met geweld tegen [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] , gepleegd
met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om,
bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf
hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
door
- zich op te dringen aan die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] en/of
- dreigend één of meer messen aan die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] te tonen
en/of voor te houden en/of
- die [slachtoffer01] te dwingen/gebieden om mee te lopen naar de kluisruimte van
het filiaal van supermarktketen Jumbo (gelegen aan de Spinozaweg) en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] met tie-wraps te knevelen / vast te binden en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer02] te belagen en/of daarbij meermalen met één of
meer messen in het lichaam van die [slachtoffer02] te steken en/of
- ( vervolgens) (daarbij) die [slachtoffer02] te gebieden/dwingen om de kluisruimte
te openen (middels vingerafdruk) en/of de kluiscode(s) en/of kluissleutel af te geven
/ te verstrekken en/of
- ( vervolgens) de mond van die [slachtoffer02] af te tapen/plakken en/of
- ( vervolgens) (gedurende een periode van ruim een half uur) onder bedreiging van
één of meer messen die [slachtoffer01] en/of [slachtoffer02] gekneveld en/of gewond
in voornoemde kluisruimte op de grond te laten zitten/liggen, in afwachting van het
‘vrijgeven’ en/of het verlopen van het tijdslot van de kluis in de betreffende
kluisruimte en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer02] te dwingen/gebieden om de kluis te openen en/of
die [slachtoffer01] te gebieden/dwingen om de verschillende kassalades (uit deze
kluis) te openen en/of
- ( vervolgens) die [slachtoffer01] onder bedreiging van één of meer messen te
dwingen/gebieden om verdachte en/of zijn mededader in de auto van die
[slachtoffer01] te helpen vluchten, althans weg te (ver)voeren vanaf de plaats delict
en/of
- gedurende voornoemde geweldshandelingen meermalen aan die [slachtoffer01]
en/of [slachtoffer02] de woorden toe te voegen –zakelijk weergegeven- dat zij
moesten meewerken en/of rustig moesten blijven, anders zouden zij
doodgestoken/neergestoken worden, althans woorden van gelijke dreigende aard
en/of strekking.