Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 19 april 2023, met bijlagen;
- het antwoord van [gedaagde01] , met bijlagen;
- de repliek tevens vermindering van eis, met bijlagen;
- de reactie van [gedaagde01] .
Rechtbank Rotterdam
In deze civiele procedure heeft de kantonrechter van de Rechtbank Rotterdam op 29 september 2023 uitspraak gedaan in de zaak tussen Alektum Capital II AG en een gedaagde die zelf procedeert. De eiseres, Alektum, heeft een vordering ingesteld voor een bedrag van € 214,95, bestaande uit een resterende hoofdsom van € 168,97, buitengerechtelijke incassokosten van € 40,34 en vervallen rente van € 5,64. De gedaagde, die artikelen had gekocht bij Ikea, stelde dat zij deze artikelen had geretourneerd, maar kon dit niet aantonen met een retourbewijs. De kantonrechter oordeelde dat het aan de gedaagde was om te bewijzen dat de artikelen waren geretourneerd, wat niet was gebeurd. Daarom werd de vordering van Alektum toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke incassokosten.
De kantonrechter heeft ook de proceskosten aan de zijde van Alektum vastgesteld op € 395,84, en de gedaagde werd veroordeeld om deze kosten te betalen. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Alektum het vonnis kan laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep. De gedaagde had eerder een betalingsregeling getroffen, maar de kantonrechter oordeelde dat deze regeling niet betekende dat de dagvaarding ingetrokken moest worden. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de verantwoordelijkheden van partijen in het proces.