Uitspraak
RECHTBANK ROTTERDAM
1.[persoon A] ,
[persoon B],
1.De procedure
- de dagvaarding van 3 mei 2023, met producties;
- de conclusie van antwoord in conventie tevens van eis in reconventie, met producties;
- de brief van de rechtbank van 4 september 2023 waarin een mondelinge behandeling is bepaald;
- de brief van de rechtbank van 9 oktober 2023 met een zittingsagenda;
- de conclusie van antwoord in reconventie, tevens akte aanvullende producties;
- de mondelinge behandeling van 10 oktober 2023 en de daar overgelegde spreekaantekeningen van partijen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
in conventie
naast[bedrijf B] als contractspartij te binden aan de verplichtingen van [bedrijf B] uit de aannemingsovereenkomst, dan had dit naar het oordeel van de rechtbank expliciet opgenomen moeten worden in afspraken tussen Cornerstone, [bedrijf B] en [persoon A] gezien de vergaande consequenties die dit heeft voor [persoon A] . Dit is echter niet gebeurd. Het volgt niet uit artikel 26 van de koopovereenkomst tussen [persoon A] en [persoon C] . Evenmin is gesteld of gebleken dat er andere duidelijke separate afspraken in dit verband zijn gemaakt. Door de bestuurder van Cornerstone, de heer [persoon H] , is dit ter zitting ook met zoveel woorden erkend, toen hij verklaarde dat “het de setting er niet naar was om dingen gedetailleerder op papier te zetten”.
€ 271,00 (plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)