In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Rotterdam op 20 december 2023, heeft de kantonrechter uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiser01] en Esmea Techniek B.V. De eiser, vertegenwoordigd door de gemachtigden mrs. B.A. Ataman en V. de Boer, vorderde betaling van achterstallig loon, onbetaalde overuren, reisuren en een ten onrechte ingehouden bedrag, alsook de verstrekking van deugdelijke loonstroken en proceskosten. Esmea Techniek B.V. is niet verschenen op de zitting, waardoor verstek is verleend. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er voldoende spoed aanwezig was voor de eis in kort geding, en dat de vorderingen van [eiser01] niet onrechtmatig of ongegrond zijn. De kantonrechter heeft de vorderingen van [eiser01] toegewezen, inclusief de wettelijke verhogingen en rente, en Esmea veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Tevens is het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De totale proceskosten zijn vastgesteld op € 2.578,51, met een mogelijkheid voor extra kosten na betekening van het vonnis. De rechter heeft ook dwangsommen opgelegd voor het niet verstrekken van de gevraagde loonstroken.